5
Elektrische installatie
5.1
Installatieplanning vanuit EMC-optiek
De opgaven in dit hoofdstuk moeten helpen om de installatie ten aanzien van de elek-
tromagnetische compatibiliteit te optimaliseren of reeds bestaande EMC-storingen te
verhelpen.
De aanwijzingen in dit hoofdstuk zijn geen voorschriften, maar aanbevelingen voor het
verbeteren van de elektromagnetische compatibiliteit.
In de map Praktijk in de aandrijftechniek "EMC in de aandrijftechniek – Theoretische
principes – EMC-conforme installatie in de praktijk" staan meer aanwijzingen voor een
EMC-compatibele installatie.
Aan de hand van een CE-typisch aandrijfsysteem is aangetoond dat aan de grens-
waardeklassen C1 en C2 is voldaan. Op verzoek stelt SEW-EURODRIVE hierover
meer informatie ter beschikking.
5.1.1
Plaatsing en aanleg van installatiecomponenten
In principe moet u de geldende normen toepassen.
5.1.2
Schakelkast
De schakelkasten gebruiken met elektrisch geleidende (verzinkte) montageplaten. Als
er meerdere montageplaten worden gebruikt, verbindt u deze met een groot oppervlak
geleidend met elkaar. Alleen met een geleidende montageplaat met een groot opper-
vlak voldoet de montage van de regelaar aan de EMC-norm.
5.1.3
Potentiaalvereffening
Zorg onafhankelijk van de aansluiting van de aardleiding voor laagohmige, HF-ge-
schikte potentiaalvereffening (zie EN 60204‑1):
•
•
•
•
5.1.4
Bekabeling
Neem onderstaande aanwijzingen in acht:
Monteer het netfilter en de regelaar zo vlak mogelijk en goed geleidend op een ge-
meenschappelijke montageplaat.
Zorg voor een geschikte potentiaalvereffening tussen de installatie, de schakel-
kast, de machineconstructie, de kabelkanalen en de motorreductor:
– Gebruik de montageplaat als sterpunt wat betreft de HF-potentiaalvereffening.
– De PE-rail HF-deugdelijk met de montageplaat verbinden.
– De metalen kabelkanalen HF-deugdelijk met de schakelkast verbinden.
– De kabelkanalen met behulp van een hoogfrequentiedraad met de montage-
plaat in de schakelkast verbinden.
– De onderdelen van de kabelkanalen HF-deugdelijk met elkaar verbinden.
– De metalen kabelkanalen HF-deugdelijk met de motorreductor verbinden.
Let op een Hf-deugdelijke aansluiting van afgeschermde kabels, bijv. door aar-
dingsklemmen of EMC-wartels, die een groot contactvlak van de gevlochten af-
scherming waarborgen.
Gebruik de kabelafscherming van datakabels niet voor de potentiaalvereffening.
Elektrische installatie
Installatieplanning vanuit EMC-optiek
Technische handleiding – MOVIDRIVE
5
33
®
technology