Download Print deze pagina

Sew Eurodrive MOVIDRIVE technology Technische Handleiding pagina 109

Applicatie
Verberg thumbnails Zie ook voor MOVIDRIVE technology:

Advertenties

8.4.1
Uitsluitend gebruik van de geheugenmodule CMM..
Als de regelaar met een geheugenmodule CMM.. is uitgerust, worden de parameter-
en configuratie-instellingen op de geheugenmodule opgeslagen. Door het opsteken
van de geheugenmodule op een andere regelaar, zijn deze gegevens beschikbaar,
zodat de regelaar voor de specifieke applicatie meteen bedrijfsklaar is.
Vervangen van het apparaat met een afwijkend vervangend apparaat
Als bij het vervangen van het apparaat een afwijkende regelaar (spanning, stroom en
varianten) wordt gebruikt, verschijnt de foutmelding "25.70 Initialisatie NV-geheugen".
U kunt deze fout bevestigen door de menuoptie "Foutreset met acceptatie van para-
meters" op te roepen en u moet ervoor zorgen dat de informatie die via de vorige op-
ties ter beschikking werd gesteld de regelaar op een andere manier wordt bereikt (bijv.
encodersignalen of encoderoptie) of gedeactiveerd.
Alternatieven bij het vervangen van het apparaat
Als alternatief kan het apparaat ook worden teruggezet naar de toestand bij levering.
Vervolgens moet het opnieuw in bedrijf worden gesteld.
Verwijderen van de geheugenmodule tijdens bedrijf
Als een geheugenmodule tijdens bedrijf wordt verwijderd, verschijnt de fout "33.13
Systeeminitialisatie: Geheugenmodule verwijderd". Deze fouttoestand kunt u bevesti-
gen door een foutreset, als er geen veiligheidsoptie CS..A gebruikt wordt. Raadpleeg
bij het gebruik van een veiligheidsoptie CS..A de aanwijzingen in het producthandboek
> hoofdstuk "Service – functionele veiligheid".
8.4.2
Gebruik van een bedieningstoestel CBG..
Bij gebruik van een bedieningstoestel kunnen de parameter- en configuratie-instellin-
gen op het bedieningstoestel worden opgeslagen. Door het bedieningstoestel op een
andere regelaar te steken en door vervolgens de data-overdracht te activeren, worden
de gegevens naar de regelaar overgedragen. Nadat de overdracht voltooid is, is de
regelaar voor de specifieke applicatie meteen beschikbaar.
8.4.3
Gebruik van een MOVI-C
De functie "Configuratie actualiseren" kan op elk moment worden gestart, maar mee-
stal nadat de inbedrijfstelling van de apparaten en de besturing met behulp van de
MOVISUITE® -engineeringsoftware is voltooid.
Hiermee worden alle parameter- en configuratie-instellingen van het apparaat en de
besturing op de geheugenkaart van de besturing opgeslagen en van een controlesom
voorzien.
Wanneer de besturing wordt ingeschakeld, wordt gecontroleerd of de gegevens op de
geheugenkaart overeenkomen met de gegevens van de aangesloten apparaten. In-
dien vooraf een defect apparaat werd vervangen, herkent de besturing dat de gege-
vens op de geheugenkaart niet overeenstemmen met de gegevens van het nieuwe
apparaat. In dat geval laadt de besturing de gegevens van de geheugenkaart in het
apparaat.
Bovendien worden veranderingen in het apparaat die niet via de functie "Configuratie
bijwerken" zijn opgeslagen, overschreven. Dit proces vindt automatisch plaats.
®
CONTROLLER
Vervangen van apparaten
Technische handleiding – MOVIDRIVE
Service
8
109
®
technology

Advertenties

loading