Inhoudsopgave
Advertenties
44
Mogelijke foutoorzaken
•
PT500- of referentieweerstand defect (kortsluiting, onderbreking)
•
Ontladingscondensator defect (kortsluiting, onderbreking)
•
Bedrading foutief (steekverbindingen, kabelonderbreking, kabelkortsluiting)
•
Bedrading op besturingsgedeelte foutief (filtercondensator defect, geleidersporen te hoogohmig)
7.5.3
Temperatuurvoeler gerechten
Foutmechanismen
Zodra de uitgangsspanning van de temperatuurvoelerbedrading kleiner is dan ca. 0,07 V (binaire waar-
!
de
4 betekent „voelerkortsluiting") respectievelijk groter is dan ca. 4,9 V (binaire waarde
kent „voeleronderbreking"), verschijnt op het apparaatdisplay de foutmelding F1. De gecontroleerde
binaire waarde wordt in de apparaatsoftware a.h.v. 16 meetwaarden berekend.
De apparaatbesturing schakelt in geval van een fout alle aktoren uit en schakelt over naar de foutmodus.
Het starten van een proces met een ingestoken gerechtsensor is niet mogelijk, totdat de fout is verhol-
pen of de gerechtsensor is uitgenomen.
Aanwijzing: De stabiliteit van de temperatuurvoeler-karakteristiek wordt door de fabrikant binnen de
tolerantiewaarden gegarandeerd. Dit wordt niet door de software bewaakt.
Mogelijke foutoorzaken
•
NTC-temperatuurvoeler defect (kortsluiting, onderbreking, etc.)
•
Bedrading foutief (steekverbindingen, kabelonderbreking, kabelkortsluiting)
•
Insteekmechanisme foutief
WEERSTANDSVERLOOP
T
R
(k ! )
(°C)
25
50,0
30
40,3
35
32,7
40
26,6
45
21,9
50
18,0
55
14,9
60
12,4
65
10,4
70
8,76
75
7,40
80
6,28
85
5,35
90
4,58
95
3,93
100
3,39
R
T
TOL
TOL
(± %)
(± %)
6,1
5,9
1,5
5,7
3,7
3,6
3,5
3,4
1,0
3,3
3,2
2,2
4,6
4,5
1,5
4,4
Alleen voor intern gebruik
H3-72-01
!
252 bete-
Advertenties
Inhoudsopgave
