22
1.
Vullen en verwarmen met hete lucht
Zie „1. Water bijvullen" op pagina 13 en verder als volgt: gelijktijdig aan de activering van de toevoer-
pomp wordt de hetelucht- en kamerluchtventilator in een bepaalde stand ingeschakeld. De heteluchtver-
warming wordt bovendien met maximaal vermogen geactiveerd.
Zodra het vullen is afgesloten, wordt de verwarming in de verdamper vanwege de zekering 16 A, 230V
met gereduceerd vermogen geactiveerd.
De ontluchtingsklep en de luchttoevoerklep blijven hierbij geopend.
2.
Hoogteafstelling tijdens het verwarmen met hete lucht
Tijdens het verdere verwarmen van de ovenruimte met de heteluchtverwarming tot de ingestelde oven-
temperatuur, wordt de hoogteafstelling uitgevoerd (zie ook „2. Hoogteafstelling" op pagina 13).
Als de ingestelde oventemperatuur is bereikt, klinkt er een enkelvoudige signaaltoon. De weergave in
het tekstdisplay wisselt dan van
Hete lucht + bevochtigen
Oven wordt opgewarmd
3.
Doorverwarmen met hete lucht
De ingestelde oventemperatuur wordt aangehouden d.m.v. regelspel, dat de heteluchtverwarming
steeds in- en uitschakelt.
4.
Bevochtigen
Door de bevochtiging wordt een afzonderlijke toevoer van stoom in de ovenruimte mogelijk ter verbete-
ring van gaar- resp. bakresultaten. Bevochtigen is pas mogelijk nadat de oven tot de ingestelde tempe-
ratuur is opgewarmd.
Bevochtigen kan handmatig d.m.v. de OK-toets in- en uitgeschakeld worden. Als bevochtigen wordt ge-
activeerd, worden de luchttoevoer- en ontluchtingskleppen gesloten.
Tijdens de bevochtiging wordt net zolang stoom in de ovenruimte gebracht, totdat de stoomuitlaattem-
peratuur (TDA) bij de uittree-opening hoger is dan een bepaalde drempelwaarde. Als de stoomuitlaat-
temperatuur onder de drempelwaarde blijft, wordt de verdamperverwarming weer geactiveerd.
Als de bevochtiging niet geactiveerd wordt, wordt de verwarming in de verdamper uitgeschakeld. De ver-
warming wordt pas opnieuw ingeschakeld als de watertemperatuur in de verdamper lager wordt dan een
bepaalde temperatuurwaarde. De watertemperatuur in de verdamper wordt dan op deze temperatuur
gehouden, zodat het snel opnieuw gebruikt kan worden.
5.
Stoomafbouw
De stoomafbouw wordt alleen uitgevoerd als de klimaatsensor enige tijd voor het einde van het gaarpro-
ces nog geactiveerd is (zie ook „5. Stoomafbouw" op pagina 14).
6.
Legen
Zie „6. Legen" op pagina 14.
naar
Hete lucht + bevochtigen
Stoom AAN met OK
H3-72-01
Alleen voor intern gebruik