36
7.
Fout- en alarmmeldingen
Als de besturing een storing heeft herkend, schakelt zij eerst alle verbruikers uit en geeft vervolgens een
bijbehorende A-alarmmelding, F- of U-foutmelding.
Er zijn vier groepen storingsmeldingen, die, afhankelijk van de oorzaak van de storing, door de gebruiker
zelf of alleen door een vakkundige klantenservice kunnen worden verholpen:
•
Instructiemeldingen
wijzen meestal niet op een defect van het apparaat, maar roepen de gebruiker op een bepaalde actie
te ondernemen. Een lopend proces wordt alleen onderbroken als dit noodzakelijk is. Instructiemel-
dingen worden tekstueel op het display weergegeven, bijv. „Water bijvullen", „S.v.p. deur sluiten",
etc.)
Opheffen van de I-Instructiemelding
Bij de instructiemeldingen „Waterreservoir plaatsen", „Water bijvullen" en „S.v.p. deur sluiten" wordt
het lopende programma onderbroken, totdat de storing is verholpen en er op de OK-toets is gedrukt.
De melding „water wordt weggepompt" verdwijnt vanzelf, als het leegpompproces is beëindigd of als
er een nieuw programma wordt geselecteerd.
•
A-alarmmeldingen
zijn storingen die de gebruiker zelf kan verhelpen. Als dit niet gebeurt, is het apparaat beperkt of niet
functioneel. De EKDG 6800.0 kent maar één A-alarmmelding. Deze kan alleen aan het eind van een
proces optreden en wordt in het display met de tekst „Boiler verkalkt. S.v.p. ontkalken!" weergegeven.
De foutaanduiding „A10" wordt, in tegenstelling tot de U- en F-foutmeldingen, niet weergegeven.
Opheffen van de A-alarmmelding
A-alarmmeldingen kunnen op elk gewenst moment worden opgeheven door op een willekeurige
toets te drukken. Als de fout dan nog steeds bestaat, volgt na het eerstvolgende proces opnieuw een
alarmmelding.
•
F-foutmelding
wijzen op defecten die meestal alleen door de klantendienst van KÜPPERSBUSCH kunnen worden
verholpen. Als dit niet gebeurt, is het apparaat niet functioneel (defecte sensors of aktoren etc.). Deze
kunnen elk moment optreden en zij breken een lopend proces onmiddellijk af.
F-foutmeldingen worden in het tekstdisplay met de melding „Fx service opbellen" weergegeven,
waarbij „Fx" knippert en „x" een getal tussen 0 en 9 is. De klantendienst kan via het ZUG-oog de exac-
te reden van de storing opvragen.
Opheffen van de F-foutmeldingen
F-foutmeldingen kunnen op elk gewenst moment worden opgeheven door op een willekeurige toets
te drukken. Het opheffen van een foutmelding wordt alleen geaccepteerd als de fout daadwerkelijk
is verholpen. Als dit niet het geval is, verschijnt dezelfde storingsmelding meteen weer of tijdens het
volgende proces.
•
U-foutmeldingen
wijzen op defecten aan de netzijde. Deze kunnen meestal alleen door de klantendienst of de instal-
lateur worden verholpen. Zij worden alleen na het resetten van de besturing (bijv. netstroomonder-
breking of aansluiting op het stroomnet) weergegeven. Netstoringen tijdens de werking worden niet
weergegeven.
U-foutmeldingen worden in het tekstdisplay met de melding „Ux El. aansluitfout" weergegeven, waar-
bij „Ux" knippert en „x" een getal tussen 1 en 4 is. De klantendienst kan via het ZUG-oog de exacte
reden van de storing opvragen.
Opheffen van de U-foutmeldingen
U-foutmeldingen kunnen niet opgeheven worden. Zij verdwijnen vanzelf, zodra de storing is verhol-
pen.
H3-72-01
Alleen voor intern gebruik