14
4.
Doorverwarmen stoom
Na het bereiken van een lichte overdruk treedt overtollige stoom gecontroleerd via een opening uit de
ovenruimte. De temperatuur wordt met een klimaatsensor (keramische NTC-temperatuurvoeler) bij de
uittree-opening gemeten. De stoomproductie wordt onderbroken als de stoomuitlaattemperatuur hoger
is dan een proefondervindelijk berekende drempelwaarde. Als de stoomuitlaattemperatuur onder de
drempelwaarde blijft, wordt de verdamperverwarming weer geactiveerd.
Het waterpeil in de verdamper wordt continu bewaakt met de niveausensor. Als het waterpeil onder een
bepaalde waarde zakt, wordt er d.m.v. de toevoerpomp water uit het reservoir naar de verdamper ge-
pompt.
5.
Stoomafbouw
D.m.v. stoomafbouw kan stoom in de ovenruimte in een bepaalde tijd gecontroleerd aan de omgeving
af worden gegeven. Dit gaat als volgt:
•
Na beëindiging van een stoomproces met de UIT-toets blijven de hetelucht- en kamerluchtventilator
gedurende een bepaalde tijdsduur ingeschakeld. Bij het onmiddellijk openen van de deur vermindert
de stoomafbouwduur tot zeer weinig tijd.
•
Tegelijkertijd wordt de luchttoevoer- en ontluchtingsklep geopend. Hierdoor wordt de stoom uit de
ovenruimte afgezogen, met lucht vermengd en via het luchtgeleidingskanaal aan de kamerlucht af-
gegeven.
•
Na afloop van de stoomafbouw begint het legen.
6.
Legen
Het legen van de verdamper gaat als volgt:
•
Eerst wordt gecontroleerd of het waterreservoir is geplaatst. Als dit niet het geval is, wordt de leging
niet uitgevoerd.
•
Tijdens het legingsproces verschijnt in het tekstdisplay de melding „Water wordt weggepompt".
•
De toevoerpomp pompt, onafhankelijk van het niveau, water naar de verdamper, totdat de tempera-
tuur van het water een bepaalde waarde heeft bereikt. Op dit proces is echter een tijdsbegrenzing
van toepassing. Deze bijmenging van koud water moet de watertemperatuur in de verdamper laten
dalen en zo de thermische belasting in de afvoerpomp verminderen resp. een thermische veiligheid
voor de gebruiker bieden.
•
Het water in de verdamper wordt bij een temperatuur van 70 °C door de afvoerpomp teruggepompt
naar het waterreservoir. De leging wordt vanaf de waterniveauherkenning plus een zekere nalooptijd
met een maximale tijdsbegrenzing uitgevoerd.
•
Na het legen wordt door een bepaalde oventemperatuur in het tekstdisplay „Restwarmte" weergege-
ven.
H3-72-01
Alleen voor intern gebruik