Inbedrijfstelling
I
5
Inbedrijfstelling van de regelaar met INTERBUS (MCH42A)
0 0
5.8
Inbedrijfstelling van de regelaar met INTERBUS (MCH42A)
Voorbereiding
voor de
inbedrijfstelling
94
De regelaar MOVIDRIVE
interface zonder verdere instellingen direct via INTERBUS worden geparametreerd. Alle
parameters kunnen bijvoorbeeld na het inschakelen door de overkoepelende besturing
worden ingesteld.
Hiervoor moeten in de regelaar stuur- en setpointbron = FIELDBUS worden ingesteld
(P100 = FIELDBUS en P101 = FIELDBUS). Met de instelling op FIELDBUS wordt de
regelaar geparametreerd op besturing en setpoint-overname van INTERBUS. Nu rea-
geert de regelaar op de procesuitgangsdata, die door de overkoepelende besturing
worden verzonden.
De activering van de stuur-/setpointbron FIELDBUS wordt aan de overkoepelende
besturing gemeld met de bit "Fieldbus mode active" in het statuswoord. Om veiligheids-
technische redenen moet de regelaar voor de besturing via het veldbussysteem boven-
dien op de klemmen worden vrijgegeven. Daarom moeten de klemmen zo worden aan-
gesloten of geprogrammeerd dat de regelaar via de ingangsklemmen wordt
vrijgegeven.
De eenvoudigste manier om de regelaar op de klemmen vrij te geven, is op de ingangs-
klem DIØØ (/CONTROLLER INHIBIT) een "1"-signaal te geven en de ingangsklemmen
DIØ1 ... DIØ3 te programmeren op "NO FUNCTION".
1. De regelaar vrijgeven via de klemmen. Geef daarvoor een "1"-signaal op X11:1 (DIØØ
"/CONTROLLER INHIBIT"), bijvoorbeeld met een doorverbinding op X11:8 (VO24).
2. Schakel alleen de DC 24 V-voeding in, de netvoedingsspanning nog niet. De rege-
laar kan nu geparametreerd worden, zonder dat de motor onbedoeld aanloopt.
3. Stel setpointbron en stuurbron = FIELDBUS in (P100 = FIELDBUS en P101 =
FIELDBUS).
4. Parametreer de binaire ingangen DIØ1 tot DIØ3 op "No function"(P600 ... P602 =
"No function").
®
compact MCH42A kan na installatie van de INTERBUS-
Technische handleiding – MOVIDRIVE
®
compact MCH4_A