BIJ NIET-SEW-MOTOREN
12. Voer de volgende gegevens van het typeplaatje van de
motor in:
•
C10* nominale motorstroomsterkte, let op schake-
ling (W of m).
•
C11* nominaal motorvermogen
•
C12* vermogensfactor cos φ
•
C13* nominaal motortoerental
13. Voer de nominale spanning van het net in (C05* bij
SEW-motor, C14* bij niet-SEW-motor).
14. Als er geen TF/TH op X10:1/2 of X15 is aangesloten
→ "GEEN REACTIE" instellen. Als er een TF/TH is
aangesloten, stelt u de gewenste foutreactie in. Om de
sensor te selecteren moet P530 sensor type 1 na de
inbedrijfstelling worden ingesteld.
15. Start de berekening van de inbedrijfstellingsgegevens
met "JA". Deze procedure duurt enige seconden.
BIJ SEW-MOTOREN
16. De berekening wordt doorgevoerd. Vervolgens gaat u
automatisch naar de volgende menuoptie.
BIJ NIET-SEW-MOTOREN
16. Bij niet-SEW-motoren is voor de berekening een kali-
bratieprocedure noodzakelijk:
•
Zet op X13:1 (DIØØ /REGELAARBLOKK.) een "1"-
signaal, indien hierom wordt verzocht.
•
Geef opnieuw een "0"-signaal op klem X13:1 nadat
de kalibratieprocedure is voltooid.
•
Vervolgens gaat u automatisch naar de volgende
menuoptie.
17. Stel "OPSLAAN" in op "JA". De gegevens (motorpara-
meters) worden naar het permanente geheugen van
®
de MOVIDRIVE
gekopieerd.
Inbedrijfstelling met programmeerapparaat DBG60B
Technische handleiding – MOVIDRIVE
Inbedrijfstelling
5
C05* V
NOM.NETSPAN-
NING
400.000
835* REACT.TF-
MEL
GEEN REACTIE
STORING WEER-
GEVEN
C06*BEREKENING
NEE
JA
C06*OPSLAAN
NEE
JA
INBEDRIJFSTEL-
LING
DATA WORDT
GEKOPIEERD...
153
®
MDX60B/61B