Inbedrijfstelling
5
Inbedrijfstelling met programmeerapparaat DBG60B
5.3
Inbedrijfstelling met programmeerapparaat DBG60B
5.3.1
Algemeen
Benodigde data
148
Technische handleiding – MOVIDRIVE
De
inbedrijfstelling met programmeerapparaat DBG60B
drijfsmodi en U/f-bedrijfsmodi mogelijk. De CFC- en SERVO-bedrijfsmodi kunnen
alleen met de bedieningssoftware MOVITOOLS
steld.
Voor een succesvolle inbedrijfstelling zijn de volgende data nodig:
•
Motortype (SEW-motor of motor van ander fabricaat)
•
Motorgegevens
– Nominale spanning en frequentie.
– Bovendien bij niet-SEW-motoren: Nominale stroomsterkte, nominaal vermo-
gen, vermogensfactor cos φ en nominaal toerental.
•
Nominale netspanning
Voor de inbedrijfstelling van de toerentalregelaar is bovendien nodig:
•
Encodertype en aantal pulsen per omwenteling:
•
Motorgegevens
– SEW-motor: al dan niet een rem en een zware ventilator (Z-ventilator)
– Niet-SEW-motor: massatraagheidsmoment van motor, rem en ventilator
•
Stijfheid van het regeltraject (fabrieksinstelling = 1; voor de meeste toepassingen
geschikt)
Als de aandrijving dreigt te oscilleren → instelling < 1
De uitregeltijd is te lang → instelling > 1
Aanbevolen instelbereik: 0,80 - 1 - 1,10 (fabrieksinstelling = 1)
•
Naar de motoras omgerekend massatraagheidsmoment van de belasting (reductor
+ last)
•
De kortst vereiste integratortijd
AANWIJZING
•
Activeer na afsluiting van de inbedrijfstelling de encoderbewaking (P504 = "AAN").
De werking en de voeding van de encoder worden dan bewaakt.
•
Een aangesloten Hiperface
instelling van parameter P504. De encoderbewaking is geen veiligheidsfunctie!
®
MDX60B/61B
®
MotionStudio in bedrijf worden ge-
®
-encoder wordt altijd bewaakt, onafhankelijk van de
is
alleen in de VFC-be-