nl
|
Onderhoud
5
Onderhoud
5.1
Onderhoudsintervallen
Dräger raadt de volgende onderhoudsintervallen aan.
Eventueel nationale richtlijnen in acht nemen, die andere
intervallen kunnen voorschrijven.
Visuele controle van alle onderde-
len,
Testen van de goede werking en
dichtheid van het kringloopadem-
halingstoestel
Reiniging en desinfectie van het
kringloopademhalingstoestel
Vervangen van de CO
-absorber
2
Hydrostatische test van de zuur-
3)
stofcilinder
4)
Pneumatische test
1) Geldt voor opgeslagen toestellen.
2) Geldt voor CO
-absorbers, die in een kringloopademhalingstoestel
2
ingebouwd zijn en samen met het toestel op werking en dichtheid wor-
den getest. De beschermkap moet op de aansluiting van het kring-
loopademhalingstoestel geplaatst zijn.
3) door een gecertificeerd keuringsinstelling
4) alleen door vakpersoneel dat is opgeleid door Dräger of door een door
Dräger geautoriseerde instantie
5.2
Onderhoudswerkzaamheden
5.2.1 Algemene aanwijzingen voor de hantering
Ademluchtslangen
De ademluchtslangen worden met bajonetringen aan de
aansluiting, de CO
-absorber en de ademluchtkoeler
2
bevestigd.
– Om te demonteren, de bajonetringen tegen de wijzers van
de klok draaien en de ademluchtslangen aan de lus van
de desbetreffende component lostrekken.
16
X
1)
X
X
1)
X
X
2)
X
X
X
– Elke ademluchtslang heeft een dikke smalle lus en een
dunne brede lus. De lussen, de aansluiting, de CO
absorber en de ademluchtkoeler zijn telkens met een
driehoek of een kruis gemarkeerd. Het uiteinde met de
smalle lus (gemarkeerd met een driehoek) wordt op de
aansluiting aan de kant met het uitademventiel
(gemarkeerd met een driehoek) en op de ademluchtkoeler
(gemarkeerd met een driehoek) bevestigd. Het uiteinde
met de brede lus (gemarkeerd met een cirkel) wordt op de
aansluiting aan de kant met het inademventiel
(gemarkeerd met een cirkel) en op de CO
(gemarkeerd met een cirkel) bevestigd. Bij het monteren
ervoor zorgen dat de breedte van de lus overeenstemt
met de breedte van de uitsparing en dat de markeringen
overeenstemmen.
– Het uiteinde van de ademluchtslang op de aansluiting
drukken. De lus moet bij het vastdraaien van de
bajonetring in de uitsparing liggen. Indien nodig de
ademluchtslang bevochtigen met schoon water zodat
deze gemakkelijk op de aansluiting kan schuiven. Geen
vet gebruiken.
– De bajonetring met de wijzers van de klok mee op de
aansluiting draaien om de ademluchtslang te fixeren. De
ademluchtslang is correct geplaatst, wanneer u bij het
vastdraaien een klik hoort en de bajonetring een beetje
speling heeft. De bajonetring (1) moet gelijk liggen met de
zijkant van de desbetreffende aansluiting.
1
Gebruiksaanwijzing
-
2
-absorber
2
1
|
Dräger BG ProAir