nl
|
Gebruik
4.2
Vóór het eerste gebruik
1. Visuele controle uitvoeren. Het
kringloopademhalingstoestel moet intact en volledig zijn.
2. De batterijen in het kringloopademhalingstoestel plaatsen
(zie "De batterijen vervangen", pagina 29).
3. De dunne, flexibele beschermingsfolie van het LC-display
en de ledstrip op de Connect ECU verwijderen. Het LC-
display en de ledstrip hebben bovendien een doorzichtige
beschermafdekking die niet mag worden verwijderd.
4. Lek- en functietest uitvoeren (zie "Het
kringloopademhalingstoestel testen", pagina 25).
4.3
Voorbereidingen op het gebruik
4.3.1 De koelbatterijen invriezen (bij toestellen
met ijskoeler)
1. De koelbatterijen plat en liggend op elkaar stapelen.
2. De koelbatterijen bij -16 °C gedurende 24 uur invriezen.
Als een koelbatterij grotere bulten vertoont, de
koelbatterij laten ontdooien en opnieuw invriezen. Dräger
raadt aan om de bijbehorende invrieshulp te gebruiken,
om te verhinderen dat de koelbatterijen bol gaan staan.
IJsafzetting op de koelbatterijen verhinderen. De
koelbatterijen eventueel in een zak steken, de zak
afsluiten en de koelbatterijen op die manier verpakt
invriezen.
Dräger raadt aan volledig bevroren koelbatterijen in een
afgesloten zak in de diepvrieskast te bewaren.
14
4.3.2 De koelbatterijen plaatsen (bij toestellen
met ijskoeler)
Wanneer de koelbatterijen in de ijskoeler worden geplaatst,
wordt het ademcircuit niet geopend. Een aansluitende lektest
is niet nodig.
1. Het kringloopademhalingstoestel openen (zie "Het
kringloopademhalingstoestel openen", pagina 18).
2. De ijskoeler openen.
3. De koelbatterijen plaatsen.
Alleen niet-vervormde koelbatterijen gebruiken. De
koelbatterijen niet in de ijskoeler drukken, anders raken ze
beschadigd en lopen ze leeg.
4. De ijskoeler sluiten.
5. Het kringloopademhalingstoestel sluiten (zie "Het
kringloopademhalingstoestel sluiten", pagina 24).
4.3.3 Het kringloopademhalingstoestel omdoen
1. De sluitingen van de heupband en de borstband openen.
2. De beide schouderbanden laten vieren. Daartoe telkens
de klemsluiting met de duimen omhoog duwen en aan de
klemsluiting trekken.
3. De ademluchtslangen over het deksel hangen.
4. De armen door de schouderbanden steken en het
kringloopademhalingstoestel optillen.
5. Het kringloopademhalingstoestel aantrekken.
6. De schouderbanden strak trekken tot de bekleding van de
heupband op de heup ligt.
7. De heupband sluiten en de wijdte instellen. De
banduiteinden strak trekken tot het
kringloopademhalingstoestel vast op de heup zit.
8. De ademluchtslangen voor het lichaam leggen.
9. De schouderbanden gelijkmatig strak trekken en zo
instellen dat een aangenaam comfort wordt bereikt.
10. Eventueel borstband sluiten en strak trekken.
11. Het volgelaatsmasker omdoen.
12. Het cilinderventiel langzaam minstens twee
omwentelingen opendraaien.
De Connect ECU schakelt automatisch over naar aan-
modus.
Er weerklinkt een akoestisch signaal.
Op het display wordt de batterijstatus weergegeven.
De Connect ECU vraagt of de hogedruklektest moet
worden uitgevoerd. Als de vraag wordt bevestigd, worden
het symbool
en de actuele druk weergegeven.
Een hogedruklektest kan alleen worden uitgevoerd, als
de cilinderdruk minstens 150 bar bedraagt.
13. Het cilinderventiel sluiten.
Bij toestellen met zuurstofdosering volgens behoefte, aan
de Connect ECU bevestigen dat het cilinderventiel
gesloten is.
Bij toestellen met constante zuurstofdosering wordt de test
automatisch gestart.
De test wordt uitgevoerd.
Gebruiksaanwijzing
|
Dräger BG ProAir