Gebruik een meeraderige 0,5 - 1,5 mm
Opmerking! DI 4 wordt alleen gelezen als die ingeschakeld is (Macro Fabriek 0 en 1).
Opmerking! Uit veiligheidsoverwegingen signaleert het foutrelais een 'fout' als de ACS 400 wordt
uitgeschakeld.
Opmerking! Klemmen 3, 6 en 8 hebben dezelfde potentiaal.
Opmerking! DI4 en DI5 zijn galvanisch geïsoleerd van DI1-DI3. Om DI4 en DI5 te benutten moet
een jumperdraad worden aangesloten. Zie L voor bijzonderheden.
Opmerking! Als een bedieningspaneel beschikbaar is, dan kunnen ook andere macro's worden
geselcteerd. Het digitale ingangssignaal is afhankelijk van de geselecteerde macro.
Configuratie van de analoge ingang
Het analoge ingangssignaal wordt geselecteerd met een DIP-schakelaar: AI open =
spanningsingang (U) en AI aangesloten = stroomingang (I).
Voorbeelden na selectie van het analoge ingangssignaalll
1. AI1 = U
0 - 10 V
AI2 = I
0(4) - 20 mA
2. AI1 = U
0 - 10 V
AI2 = U
0 - 10 V
3. AI1 = I
0(4) - 20 mA
AI2 = I
0(4) - 20 mA
RS485-klemmenstrook X3
Tabel 7
X3
Beschrijving
1
Scherm
2
B
3
A
4
AGND
5
Scherm
ACS 400 Handleiding
2
kabel.
AI1:
AI2:
AI1:
AI2:
AI1:
AI2:
RS485 interf.
Not
Termin.
termin.
Signaalbeëindiging wordt
geselecteerd met een DIP-
schakelaar.
23