Relaisuitgangen
De ACS 400 heeft twee programmeerbare relaisuitgangen. De werking van relaisuitgangen 1 en 2
wordt geconfigureerd door de parameters 1401 RELAISUITGANG 1 en 1402 RELAISUITGANG 2.
Waarde 29 (PFC) wijst de relaisuitgang toe voor het regelingsblok van de pomp en ventilator. Dit is
de standaard instelling voor beide relaisuitgangen als de macro 'PFC-regeling' is geselecteerd.
Toevoegen van meer I/O-modules aan de ACS 400
Bij gebruik van de PFC-regeling is de ACS 400 in staat optionele I/O-uitbreidingsmodules (NDIO)
te gebruiken. Deze modules bieden extra relaisuitgangen en digitale ingangen. I/O-uitbreiding is
noodzakelijk
•
als de standaard relaisuitgangen van de ACS 400 (RO1 en RO2) nodig zijn voor andere
doeleinden en/of het aantal hulpmotoren groot is, en
•
als de standaard digitale ingangen van de ACS 400 (DI1 - DI5) nodig zijn voor andere
doeleinden en/of het aantal vergrendelingssignalen (hulpmotoren) groot is.
I/O-uitbreidingsmodules worden aangesloten op de ACS 400 via een DDCS-verbinding (optische
vezel). Voor gebruik van DDCS is een optionele DDCS-communicatiemodule nodig.
Er kunnen een of twee NDIO-modules op de DDCS-verbinding worden aangesloten. Elke NDIO-
module bevat twee digitale ingangen en twee relaisuitgangen.
Installeren van NDIO-modules
Zie voor installatie-aanwijzingen de Installatie- en opstarthandleiding van de NDIO-module. Na
installatie wordt de communicatie tussen de ACS 400 en NDIO-modules als volgt opgezet:
•
Stel de nodenummers van de module in met behulp van de DIP-schakelaars binnenin de
modules. Voor bijzonderheden, zie de handleiding van de NDIO-module. Het nodenummer van
de module moet 5 zijn als slechts één NDIO-module wordt gebruikt. De nodenummers moeten
5 en 6 zijn bij gebruik van twee NDIO-modules.
•
Sluit de NDIO-modules aan op de voeding.
•
Activeer het DDCS-protocol door instelling van parameter 5005
•
Laat de ACS 400 weten dat de I/O-uitbreiding in gebruik is door instelling van parameter 5007
op 2 (
DDCS BUS MODE
treedt nu in werking.
Wisselschakelinrichting
De werking van PFC-autochange (ingesteld door parameters 8118
) vereist een aparte wisselschakelinrichting die wordt gestuurd via de
AUTOCHNG NIVO
relaisuitgangen van de ACS 400. Neem voor aanvullende informatie contact op met de
dichtstbijzijnde ABB-leverancier.
164
). De communicatie tussen de ACS 400 en de NDIO-module(s)
IO MODULE
op1 (
PROTOCOLKEUZE
en 8119
AUTOCHNG INTERV
ACS 400 Handleiding
).
DDCS