Download Print deze pagina

ABB DriveIT ACS 400 Handleiding pagina 171

Van 2,2 tot 37 kw
Verberg thumbnails Zie ook voor DriveIT ACS 400:

Advertenties

Bijlage B
ACS 400 Macro 'pomp- en ventilatorregeling' (PFC-regeling)
Inleiding
De macro 'pomp- en ventilatorregeling' (Pump and Fan Control/PFC) macro kan een pompstation
(of ventilator- of compressorstation) bedienen met een tot vier parallelle pompen. Het regelprincipe
voor een station met twee pompen is als volgt:
De motor van pomp nr. 1 is aangesloten op de ACS 400. Het vermogen van de pomp wordt
geregeld door het toerental van de motor te variëren.
De motor van pomp nr. 2 is rechtstreeks on line aangesloten. De pomp kan desgewenst in- en
uitgeschakeld worden door de ACS 400.
De referentiewaarde en werkelijke waarde van het proces worden ingevoerd in de PID-regeling
van de ACS 400. De PID-regeling past het toerental (frequentie) van de eerste pomp aan zodat
de werkelijke waarde van het proces de referentiewaarde volgt. Als de referentiewaarde voor
de PID-regeling van het proces de limiet, ingesteld door de gebruiker, overschrijdt, dan start de
macro 'PFC-regeling' automatisch de tweede pomp. Zodra de frequentie onder de door de
gebruiker ingestelde limiet komt, stopt de macro 'PFC-regeling' automatisch de tweede pomp.
Met behulp van de digitale ingangen van de ACS 400 kan een vergrendelingsfunctie worden
geïmplementeerd; de PFC-macro detecteert of een pomp uitgeschakeld is en start dan de
andere pomp.
De macro 'PFC-regeling' maakt het wisselen van pompen mogelijk. De pompen kunnen dus
met een gelijke bedrijfstijd worden benut. Voor meer informatie over het wisselingssysteem en
de andere nuttige kenmerken, zoals de slaapfunctie, constante referentiewaarde en bypass
van de regelaar, wordt verwezen naar de beschrijving van de parameters in parametergroepen
40, 41 en 81.
Bij selectie van de PFC-macro ontvangt de ACS 400 standaard een referentiewaarde voor het
proces (referentiepunt) via analoge ingang 1, de werkelijke waarde van het proces via analoge
ingang 2 en start/stopcommando's via digitale ingang 1. De vergrendelingen zijn aangesloten op
digitale ingang 4 (motor met gereguleerd toerental) en digitale ingang 5 (motor met constant
toerental). Het signaal 'startvrijgave' wordt ontvangen via digitale ingang 2 en de PFC-regeling
wordt via digitale ingang 3 geactiveerd/gedeactiveerd. Het standaard uitgangssignaal wordt
afgegeven via de analoge uitgang (frequentie).
Normaal gesproken wordt de automatische pomp- en ventilatorregeling gepasseerd als de
ACS 400 in lokale besturingsmodus is (LOC wordt weergegeven op het scherm van het
bedieningspaneel). In dit geval wordt de PID-regeling niet gebruikt en worden de motoren met
constant toerental niet gestart. Door echter waarde 2 (
te selecteren kan een PFC-referentiewaarde vanaf het bedieningspaneel in lokale modus
KEUZE
worden gegeven.
ACS 400 Handleiding
2 (%)) voor parameter 1101
REF
PANEELREF
161

Advertenties

loading