Download Print deze pagina

ABB DriveIT ACS 400 Handleiding pagina 91

Van 2,2 tot 37 kw
Verberg thumbnails Zie ook voor DriveIT ACS 400:

Advertenties

Groep 14: Relaisuitgangen
Code Beschrijving
1401 RELAISUITGANG 1
De inhoud van relaisuitgang 1.
Selecteert welke informatie met relaisuitgang 1 wordt weergegeven.
0 =
NEE
Relais wordt niet gebruikt en is niet bekrachtigd.
1 =
GEREED
De ACS 400 is gereed om bediend te worden. Het relais wordt bekrachtigd, tenzij er geen signaal voor de
startvrijgave aanwezig is en er een fout is opgetreden en de voedingsspanning binnen het bereik valt.
2 =
IN BEDRIJF
Het relais wordt bekrachtigd als de ACS 400 in bedrijf is.
3 =
(-1)
FOUT
Het relais wordt bekrachtigd als de omvormer onder spanning wordt gezet, en onderbroken als er een fout
optreedt.
4 =
FOUT
Het relais wordt bekrachtigd als er een fout optreedt.
5 =
WAARSCHUWING
Het relais wordt bekrachtigd als er een waarschuwing actief is. Om te zien door welke waarschuwingen het
relais wordt bekrachtigd, zie sectie "Meldingen" op pagina 151.
6 =
ACHTERUIT
Het relais wordt bekrachtigd als de motor achteruit draait.
7 =
1
BEWAK
BOVEN
Het relais wordt bekrachtigd zodra de eerste bewaakte parameter (3201) de limiet (3203) overschrijdt. Zie
"Groep 32: Bewaking", vanaf pagina 99.
8 =
1
BEWAK
ONDER
Het relais wordt bekrachtigd zodra de eerste bewaakte parameter (3201) beneden de limiet (3202) komt.
Zie "Groep 32: Bewaking", vanaf pagina 99.
9 =
2
BEWAK
OVER
Het relais wordt bekrachtigd zodra de tweede bewaakte parameter (3204) de limiet (3206) overschrijdt. Zie
"Groep 32: Bewaking", vanaf pagina 99.
10 =
2
BEWAK
ONDER
Het relais wordt bekrachtigd zodra de tweede bewaakte parameter (3204) beneden de limiet (3205) komt.
Zie "Groep 32: Bewaking", vanaf pagina 99.
11 =
OP SNELHEID
Het relais wordt bekrachtigd als de uitgangsfrequentie gelijk is aan de referentiefrequentie.
12 =
(
FOUT
RESET
Het relais wordt bekrachtigd als de ACS 400 zich in een fouttoestand bevindt en zal gereset worden na de
geprogrammeerde autoreset-vertraging (zie parameter 3103
13 =
/
FOUT
WAARSCH
Het relais wordt bekrachtigd als er een fout of waarschuwing optreedt. Om te zien door welke
waarschuwingen en fouten het relais wordt bekrachtigd, zie sectie "Meldingen" op pagina 151.
14 =
EXT BESTUURD
Het relais wordt bekrachtigd als de externe besturing wordt geselecteerd.
15 =
2
REF
ACTIEF
Het relais wordt bekrachtigd als EXT2 wordt geselecteerd.
16 =
CONST TOEREN
Het relais wordt bekrachtigd als er een constant toerental wordt geselecteerd.
17 =
GEEN REF
Het relais wordt bekrachtigd als er een referentie of actieve bedienplaats uitvalt.
18 =
OVERSTROOM
Het relais wordt bekrachtigd als er een overstroomwaarschuwing of -fout optreedt.
19 =
OVERSPANNING
Het relais is wordt bekrachtigd als er een overspanningswaarschuwing of -fout optreedt.
20 = ACS400
TEMP
Het relais wordt bekrachtigd als er een ACS 400-overtemperatuurwaarschuwing of -fout optreedt.
ACS 400 Handleiding
)
).
VERTRAGINGSTIJD
81

Advertenties

loading