Download Print deze pagina

ABB DriveIT ACS 400 Handleiding pagina 131

Van 2,2 tot 37 kw
Verberg thumbnails Zie ook voor DriveIT ACS 400:

Advertenties

Code Beschrijving
8117 AANTAL AUX MOT
Stelt het aantal hulpmotoren in.
Relaisuitgangen
Start-/stopsignalen voor hulpmotoren worden afgegeven via realaisuitgangen. Bovendien wordt een
relaisuitgang gebruikt om de motor met gereguleerd toerental aan te sluiten op de ACS 400.
De ACS 400 relaisuitgangen RO1 en RO2 kunnen worden gebruikt voor het regelen van de motoren. Het is
ook mogelijk om maximaal twee optionele externe, digitale I/O-modules (NDIO) te gebruiken.
ACS 400 relaisuitgang 1 wordt gebruikt voor regeling van de pomp- en ventilatormotor als 1401
RELAISUITGANG 1 de waarde 29 (PFC heeft). Relaisuitgang 1 wordt gebruikt voor regeling van de pomp-
en ventilatormotor als 1402 RELAISUITGANG 2 de waarde 29 (PFC heeft).
Tabel 17 geeft het gebruik van de relaisuitgangen weer voor verschillende instellingen van parameters 1401
en 1402. Als de autochange-functie niet wordt gebruikt, dan regelt de eerste voor PFC-gebruik
geconfigureerde relaisuitgang de motor met gereguleerd toerental. Als de autochange-functie wel wordt
gebruikt, dan wijst de ACS 400 autochange-logica de realaisuitgangen aan de corresponderende motoren
toe (waarvan er één gereguleerd toerental heeft).
Tabel 17
Gebruik van relaisuitgangen. De configuratie van relaisuitgangen wordt ingesteld door
parameters 1401, 1402 en 8117. Het aantal benodigde relaisuitgangen is afhankelijk van het het aantal
hulpmotoren. Als het aantal hulpmotoren bijvoorbeeld gelijk aan 2 is, dan zijn er in totaal drie
relaisuitgangen nodig (motoren 1, 2 en 3). x = elke andere instelling dan 29 (PFC).
Parameter-
setting
1401
RELAIS
RELAIS
UITGANG
UITGANG
1
29 (PFC)
29 (PFC)
29 (PFC)
x
x
29 (PFC)
x
x
8118 AUTOCHNG INTERV
Stelt het interval van de autochangefunctie in. De tijd wordt alleen geteld als het ACS 400 Startsignaal aan
is. Zie parameter 8119
0.0 =
NEE
Deze instelling schakelt de autochangefunctie uit.
Opmerking! De ACS 400 loopt bij uitvoering van een autochange altijd uit tot stilstand.
Waarschuwing! Bij gebruik van de autochangefunctie moeten de vergrendelingen in gebruik zijn. Bij het
autochangesysteem is er een contactgever tussen de ACS 400 uitgangen en de motor met gereguleerd
toerental. De contactgever raakt beschadigd als hij wordt geopend zonder eerst de schakeling van de ACS
400 omzetbrug te onderbreken. De omzetschakeling wordt onderbroken als de vergrendeling wordt
uitgeschakeld en de ACS 400 uitloopt tot stilstand.
ACS 400 Handleiding
ACS 400 relais
1402
Functie
relais-
uitgang
RO1
2
Motor 1
Motor 2
start/stop
start/stop
Motor 1
bv. Fout
start/stop
bv. Fout
Motor 1
start/stop
bv. Bedrijf
bv. Fout
AUTOCHNG LEVEL
NDIO-module 1
(nodenummer module
= 5)
Functie
Functie
relais-
NDIO-
uitgang
relais-
RO2
uitgang 1
Motor 3
start/stop
Motor 2
start/stop
Motor 2
start/stop
Motor 1
start/stop
voor informatie over de werking van autochange.
NDIO-module 2
(nodenummer module =
Functie
Functie
NDIO-
NDIO-
relais-
relais-
uitgang 2
uitgang 1
Motor 4
Niet in
start/stop
gebruik
Motor 3
Motor 4
start/stop
start/stop
Motor 3
Motor 4
start/stop
start/stop
Motor 2
Motor 3
start/stop
start/stop
6)
Functie
NDIO-
relais-
uitgang 2
Niet in
gebruik
Niet in
gebruik
Niet in
gebruik
Motor 4
start/stop
121

Advertenties

loading