Uitgeschakeld = 0
Uitgeschakeld = 0
Figuur 51 Bewaking van bedieningsgegevens m.b.v. relaisuitgangen wanneer LAAG ≤ HOOG
100
ho (3203)
la (3202)
Bekrachtigd = 1
Bekrachtigd = 1
A = De waarde van parameter 1401
2) is
RELAISUITGANG
BEWAK
B = De waarde van parameter 1401
2) waarde is
RELAISUITGANG
Opmerking! Het geval LAAG<HOOG vertegenwoordigt een normale
hysterese.
Geval A : Is voor bewaking wanneer/als het bewaakte signaal een
bepaalde limiet overschrijdt.
Geval B: Is voor bewaking wanneer/als het bewaakte signaal onder
een bepaalde limiet daalt.
Waarde van bewaakte parameter
RELAISUITGANG
1
of
2
BOVEN
BEWAK
BOVEN
RELAISUITGANG
1
of
BEWAK
ONDER
BEWAK
A
B
1 (1402
1 (1402
2
ONDER
ACS 400 Handleiding