Besturingskabels
De besturingskabels dienen te bestaan uit een meervoudige kern en een gevlochten koperen
afscherming.
De afscherming dient bij elkaar te worden gedraaid tot een bundel die niet langer is dan vijf maal de
diameter en te worden bevestigd aan klem X1:1 (digitale en analoge I/O) of X3.1 or X3.5 (RS485).
Installeer de besturingskabels zo ver mogelijk van de voedings- en motorkabels (ten minste
20 cm). Indien de besturingskabels en de motorkabels elkaar moeten kruisen, dient u dit te doen
onder een hoek die de 90 graden zo dicht mogelijk benadert. U moet de kabels zo leggen dat deze
op een afstand van ten minste 20 cm van de zijden van de omvormer liggen; dit om overmatige
elektromagnetische emissie naar de kabel te vermijden.
Voor analoge signalen kunt u het beste een kabel met dubbele afgeschermde getwiste aderparen
gebruiken. Gebruik een apart afgeschermd paar voor elk signaal. Gebruik niet een
gemeenschappelijke retour voor verschillende analoge signalen.
Voor digitale laagspanningssignalen is een dubbelafgeschermde kabel het beste alternatief maar
een enkelvoudig afgeschermde getwiste meerparige kabel is ook bruikbaar (zie Figuur 80).
Figuur 80 Links een dubbelafgeschermde kabel met getwiste aderparen en rechts een enkelvoudig
afgeschermde meerparige kabel.
Analoge en digitale ingangssignalen moeten door aparte afgeschermde kabels lopen.
Relais-gestuurde signalen kunnen, mits de spanning niet hoger is dan 48V, door dezelfde kabels
lopen als de digitale ingangssignalen. Het verdient aanbeveling de relais-gestuurde signalen door
getwiste paren te laten lopen.
Laat nooit signalen van 24 VDC en 115/230 VAC door dezelfde kabel lopen.
Opmerking! Als de primaire besturingsapparatuur en de ACS 400 in dezelfde kast worden
geînstalleerd, dan zijn deze aanbevelingen wellicht overdreven. Indien de klant de installatie in zijn
geheel zal testen, dan is er een mogelijkheid tot kostenbesparing door de aanbevelingen minder
strikt te volgen, bijvoorbeeld door niet-afgeschermde bekabeling te gebruiken voor digitale
ingangssignalen. Het is echter aan de klant om dit te verifiëren.
Kabel voor het bedieningspaneel
Indien het bedieningspaneel via een kabel op de omvormer is aangesloten, gebruik dan alleen de
verlengkabel voor het bedieningspaneel die wordt meegeleverd met de PEC-98-0008 optie-set.
Volg de met de optie-set bijgeleverde instructies.
U dient de kabel voor het bedieningspaneel zo ver mogelijk van de voedings- en motorkabel te
installeren (ten minste 20 cm). Tevens dient u er bij het leggen van de kabel op te letten dat deze
op een afstand van ten minste 20 cm van de zijden van de omvormer ligt. Dit om overmatige
elektromagnetische emissie naar de kabel te vermijden.
168
ACS 400 Handleiding