1Ph Ex
3Ph Ex
Nr.
1Ph Ex
1
Type aanduiding
2
Serienummer
3
Waaierdiameter
4
Mediumtemperatuur
5
Dompeldiepte
6
Gewicht
7
Hmax (opvoerhoogte max)
8
Hmin (opvoerhoogte min)
9
Qmax (debiet max)
10
Norm
11
BauPVO
12a
Jaar typekeuring
12b
Ref.-nr. Prestatieverklaring
13
Bouwjaar
14
Motortype
15
IE-markering
16
Frequentie
17
Spanning
18
Nominale stroom
19
Toerental motor
20
Vermogen P1
21
Cos phi
22
Isolatieklasse
23
Vermogen P2
24
Startcondensator
25
Bedrijfscondensator
26
Beschemingsklasse
27
Bedrijfswijze
28
Ex- goedkeuringsnummer
29
Ex- onderzoekslaboratorium
30
Ex- markering
31
Ex-i-stroomcircuitgegevens
32
Tekstveld Verkoop
3Ph Ex
Type aanduiding
Serienummer
Waaierdiameter
Mediumtemperatuur
Dompeldiepte
Gewicht
Hmax (opvoerhoogte max)
Hmin (opvoerhoogte min)
Qmax (debiet max)
Norm
BauPVO
Jaar typekeuring
Ref.-nr. Prestatieverklaring
Bouwjaar
Motortype
IE-markering
Frequentie
Spanning driehoek
Nominale stroom driehoek
Toerental motor
Spanning ster
Nominale stroom ster
Isolatieklasse
Vermogen P1
Cos phi
Beschemingsklasse
Vermogen P2
Bedrijfswijze
Ex- goedkeuringsnummer
Ex- onderzoekslaboratorium
Ex- markering
Ex-i-stroomcircuitgegevens
Tekstveld Verkoop
De nominale waarden zijn te vinden op het typeplaatje.
De nominale vermogenswaarden verwijzen naar:
•
Een omgevingstemperatuur van -20°C tot 40°C
•
Een mediumtemperatuur van 40°C
•
Continu bedrijf S1 en
•
Nominale voedingsspanning.
De aansluitkabels zijn ontworpen voor nominaal gebruik
met:
•
Afzonderlijk installeren.
•
Permanent ondergedompeld en /of op oppervlakken
en / of aan lucht bevestigd en
•
Bij een omgevingstemperatuur van maximaal 40°C
Bij afwijkingen van het type installatie en / of de omge-
vingstemperatuur van de aansluitkabel moeten op de
plaats van toepassing geldende normen en voorschriften
in acht worden genomen.
Bij afwijkingen van de bedrijfsmodus en / of de nomina-
le voeding moeten de toleranties volgens DIN EN 60034
in acht worden genomen en moet de installatie worden
aangepast volgens de op de gebruikslocatie geldende nor-
men en voorschriften. Houd er rekening mee dat: De voor-
waarden op de plaats van gebruik moeten overeenkomen
met alle gegevens op het typeplaatje. Als er iets onduide-
lijk is, moet de fabrikant worden geraadpleegd vóór in het
in gebruik stellen.
3.3.2. Motor
De asynchrone draaistroommotor bestaat uit een stator
en de motoras met het rotorpakket. De leiding voor de
stroomtoevoer is geschikt voor het maximale mecha-
nische vermogen volgens de karakteristiek of het type-
plaatje van de pomp. De kabeldoorvoer en de leiding zijn
drukwaterdicht verzegeld voor de vloeistof. De aslagering
vindt plaats via robuuste, onderhoudsvrije en continu ge-
smeerde wentellagers.
Alle motoren zijn ook leverbaar in explosieveilige
uitvoering conform ATEX Ex II 2 G EExd.
Algemene motorgegevens
Servicefactor
1.15
Bedrijfswijze bij onderge-
S1
dompelde motor
Toegestane mediumtem-
35 °C
peratuur
Isolatieklasse
H (180 °C)
Beschermingsklasse
IP68
Standaard kabellengte
10 m
Asafdichting
Siliciumcarbide/siliciumcarbide
(motorzijde),
glijringafdichting
siliciumcarbide/siliciumcarbide
(mediumzijde)
Lagering
een groefkogellager (boven),
een tweerijige hoekcontactkogellager
(onder)
NEDLERLANDS | 81