•
Een onmiddellijke stilzetting door de bediener is dwin-
gend noodzakelijk wanneer er gebreken optreden die
de veiligheid in gevaar brengen. Hieronder vallen:
•
Falen van de veiligheids- en/of bewakingscontro-
les
•
Beschadiging van belangrijke onderdelen
•
Beschadiging van elektrische inrichtingen, leidin-
gen en isolaties.
•
Gereedschap en andere voorwerpen mogen alleen
op de daarvoor bestemde plaatsen worden bewaard,
om een veilige bediening te waarborgen.
•
Bij werkzaamheden in afgesloten ruimtes moet wor-
den gezorgd voor voldoende ventilatie.
•
Bij laswerkzaamheden en/of werkzaamheden met
elektrische apparatuur moet ervoor worden gezorgd
dat er geen explosiegevaar bestaat.
•
Principieel mogen er uitsluitend aanslagmiddelen
worden gebruikt die ook als zodanig wettelijk zijn aan-
gekondigd en goedgekeurd.
•
De aanslagmiddelen moeten worden aangepast aan
de betreffende omstandigheden (weer, aanhaaksys-
teem, last, etc.). Indien deze na gebruik niet van de
machine worden losgekoppeld, moeten ze uitdrukke-
lijk als aanslagmiddelen worden gemarkeerd. Daar-
naast moeten aanslagmiddelen zorgvuldig worden
bewaard.
•
Mobiele werktuigen voor het tillen van lasten moet
zodanig worden gebruikt dat de stabiliteit van het
werktuig tijdens gebruik gewaarborgd is.
•
Tijdens de toepassing van mobiele werktuigen voor
het tillen van ongeleide lasten moeten maatregelen
worden getroffen om te verhinderen dat deze lasten
kantelen, verschuiven, wegglijden, etc.
•
Er moeten maatregelen worden genomen om te
voorkomen dat personen zich onder hangende lasten
kunnen bevinden. Bovendien is het verboden han-
gende lasten te verplaatsen over werkplekken waar
zich personen bevinden.
•
Bij toepassing van mobiele werktuigen voor het til-
len van lasten moet, indien nodig (bijv. zicht geblok-
keerd), een tweede persoon voor de coördinatie wor-
den aangewezen.
•
De te tillen last moet zodanig worden getranspor-
teerd dat er niemand gewond raakt wanneer de
stroom uitvalt. Bovendien moeten werkzaamheden
in de buitenlucht worden afgebroken als de weers-
omstandigheden verslechteren.
Deze aanwijzingen moeten beslist worden nage-
leefd. Niet-naleving kan leiden tot letsel en/of ernsti-
ge materiële schade.
2.4. Bedieningspersoneel
Het voltallige personeel dat aan de pomp werkt, moet ge-
kwalificeerd zijn voor deze werkzaamheden. Het voltallige
personeel moet meerderjarig zijn.
Als basis voor het bedienings- en onderhoudspersoneel
moeten daarnaast ook de nationale ongevalpreventie-
voorschriften in acht worden genomen. Er moet worden
gecontroleerd of het personeel de instructies in deze
handleiding gelezen en begrepen heeft, evt. moet deze
handleiding in de gewenste taal worden nabesteld bij de
fabrikant.
78 | NEDERLANDS
2.5. Elektrische werkzaamheden
Onze elektrische producten worden aangedreven met
wissel- of industriële krachtstroom. De plaatselijke voor-
schriften moeten worden nageleefd. Voor de aansluiting
dient het schakelschema in acht te worden genomen. De
technische instructies moeten strikt worden opgevolgd!
Wanneer een machine is uitgeschakeld door een beveili-
ging, mag deze pas weer worden ingeschakeld nadat de
fout is verholpen.
Gevaar door elektrische stroom!
Door ondeskundige omgang met stroom tijdens elek-
trische werkzaamheden dreigt levensgevaar! Deze
werkzaamheden mogen uitsluitend door een gekwa-
lificeerde elektricien worden uitgevoerd.
Pas op voor vocht!
Door het binnendringen van vocht in de kabel raakt
de kabel beschadigd en onbruikbaar. Daarnaast kan
er water in de aansluitruimte of motor binnendringen
en schade veroorzaken aan klemmen of de wikkeling.
Dompel het kabeluiteinde nooit onder in de pomp-
vloeistof of een andere vloeistof.
2.5.1. Elektrische aansluiting
De bediener van de pomp moet geïnstrueerd zijn over de
stroomtoevoer en de uitschakelmogelijkheden ervan. Bij
het aansluiten van de pomp op het elektrische schakel-
systeem, met name bij de toepassing van bijv. frequentie-
omvormers en soft starter, moeten voor het aanhouden
van de elektromagnetische compatibiliteit de voorschrif-
ten van de fabrikant van het schakeltoestel in acht worden
genomen. Eventueel zijn voor de stroom- en stuurkabels
aparte afschermmaatregelen nodig (bijv. speciale kabels).
De aansluiting mag alleen plaatsvinden als de schakel-
toestellen voldoen aan de geharmoniseerde EU-normen.
Mobiele telefoons kunnen storingen in de installatie ver-
oorzaken.
Waarschuwing voor elektromagnetische straling!
Door elektromagnetische straling bestaat levensge-
vaar voor personen met een pacemaker. Breng een
overeenkomstig opschrift aan op de installatie en
wijs betroffen personen hierop!
2.5.2. Aardaansluiting
Onze pompen moeten principieel worden geaard. Wan-
neer de mogelijkheid bestaat dat personen met de pomp
en de vloeistof in aanraking komen, moet de geaarde aan-
sluiting daarnaast nog worden beveiligd met een bevei-
liging tegen foutstroom. De elektromotoren voldoen aan
motorbeschermingsklasse IP 68.
2.6. Gedrag tijdens het bedrijf
Bij het bedrijf van het product moeten de op de werkplek
van de machine geldende wetten en voorschriften m.b.t.
beveiliging van de werkplek, ongevallenpreventie en om-
gang met elektrische machines worden nageleefd. In het
belang van een veilig werkproces moet de werkindeling
van het personeel worden vastgelegd door de gebruiker.
Het voltallige personeel is verantwoordelijk voor de nale-
ving van de voorschriften.