pediatrische patiënt te beginnen met 65-75 kVp, 100-160 mA, 2,5-10 mAs.
Gebruik waar mogelijk technieken met een hoge kVp en een grote SID
(afstand tussen bron en beeld).
Samenvatting:
• Maak alleen röntgenopnamen wanneer dit een duidelijk medisch voordeel
heeft.
• Belicht alleen het aangewezen gebied.
• Gebruik de laagste hoeveelheid straling voor een voldoende belichting op
basis van de grootte van het kind (met reductie van buisuitvoer - kVp en
mAs en beperking van de duur van dynamische beeldvorming).
• Probeer altijd korte belichtingstijden, hoge SID-waarden en
immobilisatiemiddelen te gebruiken.
• Voorkom meerdere scans en gebruik waar mogelijk alternatieve methoden
voor diagnostisch onderzoek (zoals echografie of MRI).
DR 10e, DR 14e, DR 17e | Aan de slag | 95
0370C NL 20220623 1626