Stap 4: de belichtingsinstellingen controleren
Op de schakelaar voor DR-detectors:
1. Controleer of de schakelaar voor DR-detectors de naam weergeeft van de
DR-detector die wordt gebruikt.
2. Als de verkeerde DR-detector wordt weergegeven, selecteert u de juiste
DR-detector door op de pijl-omlaag te klikken.
3. Controleer het pictogram voor de status van de DR-detector.
Op het röntgensysteem:
1. Controleer of de belichtingsinstellingen op de console geschikt zijn voor de
belichting.
2. Controleer of er geen foutmeldingen worden weergegeven op het
röntgensysteem.
Belichtingssynchronisatie
Afhankelijk van de configuratie synchroniseert de DR-detector met de
belichting via een van deze methoden:
• Röntgengeneratorsynchronisatie
• Automatische belichtingsdetectie
Bijbehorende links
Automatische belichtingsdetectie
Schakelaar voor DR-detectoren
WAARSCHUWING:
In een configuratie met automatische belichtingsdetectie kan op
het röntgensysteem een belichting worden uitgevoerd, zelfs als
de DR-detector niet gereed is. Vermijd een onnodige dosis door
vóór de belichting de status van de DR-detector te controleren.
De schakelaar voor DR-detectors toont het statuspictogram voor
de DR-detector.
op bladzijde 101
op bladzijde 22
DR 10e, DR 14e, DR 17e | Aan de slag | 85
0370C NL 20220623 1626