26 | DR 10e, DR 14e, DR 17e | Inleiding tot de DR-detector
Houd de connector recht en niet onder een hoek, om schade te
voorkomen.
Zorg dat de klemmen aan beide zijden van de connector goed worden
vergrendeld wanneer u de connector aansluit. Als de connector niet goed is
ingebracht, kan de stroom uitschakelen.
De kabel loskoppelen
1. Houd de vergrendelingen aan beide zijden van de connector ingedrukt.
2. Trek de connector van de kabel uit de connectorsleuf van de DR-detector.
Houd de connector recht en niet onder een hoek, om schade te
voorkomen.
Oriëntatie van de kabel
De oriëntatie van de connector van de connectorkabel van de DR-detector kan
worden aangepast aan het röntgensysteem waarin de detector wordt gebruikt.
Wanneer u de oriëntatie van de kabel wilt aanpassen, neem contact op met
uw lokale onderhoudsdienst.
Standaardoriëntatie
1.
Alternatieve oriëntatie
2.
Afbeelding 12: Oriëntatie van de kabel
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van de aansluitkabel van de
DR-detector
Wanneer de aansluitkabel van de DR-detector wordt gebruikt om een
belichting te maken op een bed, neemt u onderstaande
0370C NL 20220623 1626
1
2