DR 10e, DR 14e, DR 17e | Inleiding tot de DR-detector | 67
VOORZICHTIG:
Wanneer er sprake is van een defect, gebruikt u dit apparaat pas
weer als gekwalificeerd personeel het probleem heeft verholpen.
Als zich één of meer van de volgende situaties voordoen, schakel
dan onmiddellijk elk apparaat UIT, haal het netsnoer uit het
stopcontact en neem contact op met uw accountmanager of met
uw dealer:
• Wanneer er sprake is van rook, een vreemde geur of een
abnormaal geluid
• Wanneer vloeistof in het apparaat is gemorst of wanneer een
metalen voorwerp via een opening het apparaat binnen is
gekomen
• Wanneer het apparaat is gevallen en beschadigd is geraakt
VOORZICHTIG:
Hoewel de DR-detector voldoet aan IPX3, wordt niet
gegarandeerd dat hiermee het binnendringen van water in de
DR-detector wordt voorkomen. Als water op de DR-detector
wordt gespetterd, veegt u dit eraf. Zorg ervoor dat alle
oppervlakken goed droog zijn voordat u de apparatuur weer
gaat gebruiken.
VOORZICHTIG:
Als de afdichting van een schroef loskomt van de zijkant van de
DR-detector, neemt u contact op met uw lokale
ondersteuningsorganisatie. Als de afdichting niet is bevestigd,
kan dit leiden tot artefacten als gevolg van de ontlading van
statische elektriciteit.
VOORZICHTIG:
Wees zeer voorzichtig bij het hanteren van de DR-detector. De
detector is gevoelig voor schokken en vallen dient vermeden te
worden. De garantie vervalt als duidelijk is dat er niet is voldaan
aan de omgevingsvereisten.
Als de DR-detector gevallen is:
1. Controleer de DR-detector visueel op beschadigingen.
2. Kalibreer de DR-detector. Raadpleeg de
Hoofdgebruikershandleiding voor DX-D DR-detectorkalibratie
(document 0134) voor instructies.
3. Voer een flat field belichting uit en controleer het beeld op
zichtbare artefacten. De typische instellingen voor een flat field
belichting zijn 75 kV, 10 µGy, grote focus en het gebruik van een
1,5 mm Cu filter zonder raster.
0370C NL 20220623 1626