110 | DR 10e, DR 14e, DR 17e | Geavanceerde werking
Eerste gebruik van een nieuwe batterij
Het is mogelijk dat een batterij moet worden geactiveerd voordat deze kan
worden gebruikt in de DR-detector.
1. Plaats de batterij in de batterijlader.
De batterijlader geeft een geluidssignaal en de indicatorlampjes gaan
branden.
2. Haal de opgeladen batterij uit de batterijlader.
De batterij is geactiveerd en kan worden gebruikt in de DR-detector.
0370C NL 20220623 1626