7
Inspectie/onderhoud
Reparaties of veranderingen aan de servomotor mogen alleen worden uitgevoerd
door servicepersoneel van SEW‑EURODRIVE en door vakkundige reparatiewerk-
plaatsen en fabrieken.
AANWIJZING
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
De oppervlakken van de servomotor kunnen tijdens het bedrijf een temperatuur van
meer dan 100 °C bereiken.
Gevaar voor verbranding.
•
•
•
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen die voorkomen in de geldige on-
derdelenlijst. Anders vervalt de ATEX- of IECEx-goedkeuring van de motor.
Als u motoronderdelen vervangt die betrekking hebben op de explosiebeveiliging,
is een nieuwe stukcontrole noodzakelijk.
Servomotoren kunnen tijdens het bedrijf zeer heet worden – verbrandingsgevaar!
Schakel de servomotor en de rem vóór de werkzaamheden spanningsloos borg
deze tegen onbedoelde herinschakeling!
Zet de aandrijving gedurende de onderhoudswerkzaamheden op een veilige ma-
nier stop, omdat er door de rotatie spanning op de motoraansluitingen staat.
Let er na de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden op of de servomotor cor-
rect is gemonteerd en alle openingen zorgvuldig afgesloten zijn.
Servomotoren in explosieveilige omgevingen dienen regelmatig gereinigd te wor-
den. Voorkom stofafzettingen van meer dan 5 mm.
De explosiebeveiliging is in belangrijke mate afhankelijk van de handhaving van
de IP-beschermingsgraad. Let daarom tijdens alle werkzaamheden op een juiste
plaatsing en foutloze toestand van alle afdichtingen.
Smeer de askeerringen vóór de montage in de buurt van de afdichtingslip in met
vet (Fuchs Renolit CX-TOM 15).
Voer na onderhouds- en reparatiewerkzaamheden altijd een veiligheids- en func-
tiecontrole uit (thermische motorbeveiliging, rem).
De explosiebeveiliging kan alleen bij correct onderhouden servomotoren en rem-
men worden gegarandeerd.
Bij het opnieuw lakken van de motoren of motorreductoren moeten de vereisten
ter vermijding van elektrostatische oplading overeenkomstig EN/IEC 60079-0 wor-
den nageleefd, zie hoofdstuk "Laklaag" (→ 2 14).
WAARSCHUWING
Raak de servomotor in geen geval tijdens het bedrijf of tijdens het afkoelen na de
uitschakeling aan.
Laat de motor afkoelen, voordat u met de werkzaamheden begint.
Draag geschikte beschermende handschoenen.
Inspectie/onderhoud
Technische handleiding – CMP40 – 63, CMP.71 – 100
7
69