Mechanische installatie
4
Opstellen van de servomotor
4.4
Opstellen van de servomotor
4.4.1
Uitlijnen van de motoras
4.4.2
Gebruik van riemschijven/tandriemschijven
28
Technische handleiding – CMP40 – 63, CMP.71 – 100
LET OP
Door ondeskundige montage kan de servomotor beschadigd raken.
Mogelijke materiële schade.
•
Plaats de servomotor alleen in de aangegeven bouwvorm op een vlakke, schok-
vrije en torsiestijve fundatie.
•
Lijn de servomotor en de machine zorgvuldig uit om te voorkomen dat de uit-
gaande assen te zwaar belast worden.
•
Let op de toelaatbare radiale en axiale krachten, zie hoofdstuk "Radiale en axiale
krachten" (→ 2 116).
•
Vermijd stoten en slagen op het aseinde.
AANWIJZING
Balanceer de achteraf op de as te monteren onderdelen met spiebaan uit met een
halve spie. Motorassen met spiebaan worden met halve spieën uitgebalanceerd.
Bij het gebruik van riemschijven/tandriemschijven moeten bijzondere voorschriften
worden nageleefd.
WAARSCHUWING
Elektrostatische oplading door riem zonder voldoende elektrische ontladingsweer-
stand.
Explosie door vonken veroorzaakt door elektrische ontlading.
•
Gebruik alleen riemen met elektrische ontladingsweerstand < 10
•
De geplaatste riemen moeten voldoen aan de eisen volgens IEC 60695‑11-10,
categorie FV-0.
•
Breng de gemonteerde overbrengingselementen in balans. Deze mogen geen
ontoelaatbare radiale of axiale krachten veroorzaken, zie hoofdstuk "Radiale en
axiale krachten" (→ 2 116).
9
Ω.