4.4.3
Opstelling in vochtige ruimten of buiten
•
•
•
•
•
•
•
4.4.4
Opstelling in omgevingen met een relatieve luchtvochtigheid van ≥ 60 %
Bij het gebruik van de aandrijving in omgevingen met een relatieve luchtvochtigheid
van ≥ 60% is het nodig de onderdelen van het connectorsysteem tegen corrosie te
beschermen.
Het gebied van de contactdoosschroefdraad en de O-ring moet tot het flensoppervlak
dun met het inbegrepen corrosiewerende en glijmiddel NOCO-Fluid
09107819) worden ingesmeerd.
Alle oppervlakken, vooral de draadgrootte, moeten volledig bedekt zijn. Het middel
mag niet op de contacten en in de behuizing komen.
Voordat er opnieuw wordt aangesloten moet het gebied nogmaals worden inge-
smeerd.
AANWIJZING
NOCO-Fluid
den besteld.
Plaats de motor- en encoderaansluiting, indien mogelijk, zodanig dat de stekkerka-
bels niet naar boven gericht zijn.
Smeer de schroefdraad van de kabelwartels en blinde stoppen in met een afdich-
tingsmiddel en draai deze stevig vast. Smeer daarna nogmaals eroverheen.
Reinig de afdichtingsvlakken van de stekkers (motor- en/of encoderaansluiting),
voordat deze opnieuw worden gemonteerd.
Vervang afdichtingen die broos zijn geworden.
Werk de corrosiewerende lak zo nodig bij.
Controleer aan de hand van het typeplaatje of de beschermingsgraad geldig is.
Breng eventueel afdekkingen (regendak) aan.
®
kan ook in grotere verpakkingseenheden bij SEW-EURODRIVE wor-
Mechanische installatie
Opstellen van de servomotor
Technische handleiding – CMP40 – 63, CMP.71 – 100
4
®
(artikelnummer
9007205844300171
29