Tabel 3.3
TFTP-configuratiebestandsparameters (9 van 11)
ipx-job-poll:
Bepaalt de tijd (in seconden) dat de HP Jetdirect-printserver wacht alvorens de
afdrukwachtrij te controleren op afdruktaken.
ipx-banner:
Dient voor het in- of uitschakelen van een IPX-voorblad. 0 schakelt voorbladen uit.
1 (standaardinstelling) schakelt voorbladen in.
ipx-eoj:
Dient voor het in- of uitschakelen van taakeindemeldingen voor IPX. 0 deactiveert,
1 (standaardinstelling) activeert.
ipx-toner-low:
Dient voor het in- of uitschakelen van waarschuwingen voor wanneer de toner
bijna op is voor IPX. 0 deactiveert, 1 (standaardinstelling) activeert.
AppleTalk
appletalk:
Activeert of deactiveert de werking van het AppleTalk-protocol (EtherTalk) op de
printserver: 0 deactiveert, 1 (standaardinstelling) activeert.
name-override:
(Alleen externe printservers) Hiermee wordt de naam van het AppleTalk-netwerk
opgegeven. Er mogen maximaal 32 alfanumerieke tekens worden gebruikt.
DLC/LLC
dlc/llc:
Activeert of deactiveert de werking van het DLC/LLC-protocol op de printserver:
0 deactiveert, 1 (standaardinstelling) activeert.
Overige instellingen
link-type:
(10/100 Fast Ethernet) Stelt de afdruksnelheid (10 of 100 Mbps) en de
communicatiemodus (Full- of Half-Duplex) in. De keuzemogelijkheden zijn AUTO,
100FULL, 100HALF, 10FULL, 10HALF.
Bij AUTO (standaardinstelling) maakt de printer gebruik van automatische
onderhandeling om de verbindingssnelheid en -modus te bepalen. Als
automatische onderhandeling mislukt, wordt 100HALF ingesteld.
webscan-config:
Dient voor het in- of uitschakelen van de functie Webscan van de printserver
als deze op een ondersteund apparaat is aangesloten. 0 deactiveert,
1 (standaardinstelling) activeert.
NLWW
TCP/IP-configuratie 70