Pagina 5
2. Overzicht van softwareoplossingen van HP Tabel met softwareoplossingen..........5 HP Web JetAdmin ..............8 Internet Printer Connection-software ........11 HP IP/IPX Printer Gateway voor NDPS ......14 EtherTalk- of LocalTalk-netwerken (voor Mac OS)..... 16 3. TCP/IP-configuratie Inleiding ................. 23 BOOTP/TFTP gebruiken............
Pagina 6
6. Problemen met de HP JetDirect-printserver oplossen Inleiding ................. 81 Fabriekswaarden herstellen ..........82 Algemene probleemoplossing ..........83 Problemen met de LPD-configuratie voor UNIX oplossen .. 93 De Ethernet configuratiepagina (interne MIO- en EIO-printservers)........95 De Token Ring-configuratiepagina (interne MIO- en EIO-printservers)........98 De Ethernet en Token Ring configuratiepagina’s...
Pagina 7
Interne HP JetDirect-printservers worden geïnstalleerd in printers van HP die voorzien zijn van een compatibele I/O-sleuf (Input/ Output). Externe HP JetDirect-printservers dienen voor het verbinden van printers met een netwerk door de parallelle poort van de printer als netwerkpoort te gebruiken.
Pagina 8
HP JetDirect 500X/300X-printservers (extern) Ondersteunde netwerken HP JetDirect-printservers bieden ondersteuning voor diverse netwerkprotocols, met inbegrip van TCP/IP, IPX/SPX, DLC/LLC en AppleTalk. Verder biedt HP software voor de netwerkconfiguratie voor de volgende netwerken: Novell NetWare (met inbegrip van systemen met NDPS) Microsoft Windows 95/98 Microsoft Windows NT 4.0...
Pagina 9
U kunt drivers en upgrades ontvangen, door deze vanaf Online het HP Forum te downloaden naar uw computer. HP Distributie- Drivers en upgrades voor printers van HP kunnen besteld centrum worden door te bellen naar HP Distribution Center op nummer (805) 257-5565 (alleen in de V.S.).
Pagina 10
4 Kennismaking met de HP JetDirect-printserver...
Pagina 11
Overzicht van softwareoplossingen van HP Tabel met softwareoplossingen HP biedt een verscheidenheid aan softwareoplossingen voor de instelling en het beheer van netwerkapparaten die m.b.v. HP JetDirect zijn aangesloten. Zie Tabel 2.1 om te bepalen welke software voor u de beste uitkomst biedt:...
Pagina 12
Wordt gedraaid NetWare 3.x, 4.x, 5.0 server netwerk. vanaf CD-ROM. Meer informatie: http://www.hp.com/ support/net_printing HP JetDirect Printer Installer voor UNIX HP-UX 10.10, 10.20, 11.0, Snelle een eenvoudige Meer informatie: 11.10 installatie van op http://www.hp.com/ HP JetDirect aangesloten Solaris 2.5.x, 2.6, 7...
Pagina 13
Vereist HP JetDirect- printserver (firmwareversie X.07.16 of later). Meer informatie: http://www.hp.com/ support/net_printing HP IP/IPX Printer Gateway voor NDPS NetWare 4.11, 4.2, 5.0 Vereenvoudigde installatie, Maakt gebruikerslicenties afdrukken en bi- vrij. directioneel beheer van via Biedt uitschakeling van HP JetDirect aangesloten SAP’s voor verminderd...
Pagina 14
HP Web JetAdmin-software. Systeemvereisten De HP Web JetAdmin-software wordt gedraaid op systemen met Microsoft Windows NT, HP-UX, Solaris, Red Hat Linux en SuSe Linux-systemen. Voor informatie over ondersteunde besturingssystemen en browserversies bezoekt u de online HP Klantendienst op http://www.hp.com/go/webjetadmin/.
Pagina 15
Voor de installatie van HP Web JetAdmin moet u bevoegdheid als domeinbeheerder- of superuser (root) hebben: 1. Download de installatiebestanden van de online HP Klantendienst op http://www.hp.com/go/webjetadmin/. 2. Volg de aanwijzingen op het scherm om de HP Web JetAdmin- software te installeren. N.B. Installatie-instructies zijn tevens opgenomen in het installatiebestand van HP Web JetAdmin.
Pagina 16
Een apparaat configureren en wijzigen Met gebruik van uw browser gaat u naar de URL van HP Web JetAdmin. Bijvoorbeeld: http://server.domain:port/ Volg de aanwijzingen op de desbetreffende homepage voor het configureren of wijzigen van uw printer. N.B. U kunt server.domain ook vervangen door het TCP/IP-adres.
Pagina 17
Momenteel is het aantal beveiligingsvoorzieningen dat in de software beschikbaar is, beperkt. Windows NT 4.0 Voor Windows NT 4.0 kunt u de HP Internet Printer Connection- software gebruiken. Gebruik een ondersteunde webbrowser (zoals Netscape Navigator of Microsoft Internet Explorer) om de ingesloten webserver op de HP JetDirect-printserver te bekijken.
Pagina 18
Windows 2000 Voor Windows 2000 is de HP Internet Printer Connection-software bij het systeem bijgeleverd. Voor het instellen van een afdrukpad van een Windows 2000- systeem naar een op HP JetDirect aangesloten Internet-printer, gaat u als volgt te werk: 1. Open de map Printers (klik op Start, selecteer Instellingen en selecteer Printers).
Pagina 19
Microsoft Internet Explorer 4.0 met SP1 of later; Netscape Navigator 4.06 of later. Windows 2000 Microsoft Internet Explorer 5 Ondersteunde proxy’s Web-proxy met ondersteuning voor HTTP v1.1 of later (al dan niet nodig voor afdrukken over een intranet). Overzicht van softwareoplossingen van HP 13...
Pagina 20
NetWare 4.11, NetWare 4.2, intraNetWare en NetWare 5. De HP IP/IPX Printer Gateway is een NLM die door HP ontwikkeld is voor functionaliteit en compatibiliteit met NDPS van Novell. De gateway zorgt voor een naadloze integratie van de printers die op HP JetDirect aangesloten zijn in de NDPS-omgeving.
Pagina 21
Ondersteunde clients De volgende clients worden door de HP IP/IPX printer-gateway ondersteund: NetWare 5 met NDPS Novell Client 3.0 (of hoger) voor Windows 95/98 Novell Client 4.5 (of hoger) voor Windows NT NetWare 4.11, 4.2 met NDPS Novell Client 2.2 (of hoger) voor Windows 95 Novell Client 2.2 (of hoger) voor DOS en Windows (ter...
Pagina 22
Mac OS gebruiken. Tevens wordt uitgelegd hoe het HP LaserJet-hulpprogramma gebruikt wordt voor het configureren van HP printers die via een HP JetDirect-printserver op een AppleTalk-netwerk zijn aangesloten. Tenslotte wordt uitgelegd hoe u de Kiezer gebruikt voor het selecteren en instellen van een computer met de Mac OS zodat u naar uw HP printer kunt afdrukken.
Pagina 23
1. Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station. 2. In het venster HP Installeerder dubbelklikt u op het installatiepictogram voor de software in de gewenste taal. 3. Volg de instructies op het scherm op. Zie voor meer informatie over het configureren van de printerdriver de online documentatie op de bij de printer geleverde CD-ROM.
Pagina 24
U kunt de printer een willekeurige naam toewijzen, bijv. “LaserJet 5M van Bert”. Met het HP LaserJet-hulpprogramma beschikt u over de mogelijkheid om apparaten in verschillende zones en in de lokale zone een nieuwe naam te geven (er hoeven geen zones te zijn om het HP LaserJet-hulpprogramma te gebruiken).
Pagina 25
7. U beëindigt de procedure door Stop te kiezen in het menu Archief. Laat de andere gebruikers op het netwerk weten wat de naam van de nieuwe printer is, zodat ze de printer in de “Kiezer” kunnen selecteren. Overzicht van softwareoplossingen van HP 19...
Pagina 26
Een zone selecteren Met het HP Laserjet-hulpprogramma kunt u een voorkeurzone voor de printer instellen op een Phase 2 EtherTalk-netwerk. Met dit hulpprogramma kunt u de zone waarin uw printer verschijnt, selecteren en zo de standaardzone die door de router wordt ingesteld, ongedaan maken.
Pagina 27
De printerkabel is goed aangesloten. Als de printer over een bedieningspaneel beschikt, moet het bericht verschijnen. Zie voor meer informatie het KLAAR hoofdstuk “Problemen met de HP JetDirect-printserver oplossen”. N.B. Als uw printer de enige naam is die in het dialoogvenster wordt weergegeven, moet hij toch geselecteerd worden.
Pagina 28
6. Klik op Setup of Maken in de Kiezer en selecteer vervolgens, als u daarom gevraagd wordt, het gewenste PPD-bestand (PostScript Printer Description) voor de printer. Zie voor meer informatie de online documentatie (HP LaserJet Printing Guide). 7. Stel Afdrukken op de achtergrond in op AAN of UIT.
Pagina 29
TCP/IP-netwerkconfiguratieparameters, zoals bijv. een IP-adres. Afhankelijk van uw printer en uw systeem kan dat op de volgende manieren gedaan worden: Na levering van de fabriek is de HP JetDirect- N.B. printserver niet van een IP-adres voorzien. Als de HP JetDirect-printserver niet binnen twee...
Pagina 30
Aangezien HP-UX momenteel geen DDNS (Dynamic Domain Name Services) voor de eigen DHCP-implementaties biedt, wordt door HP aanbevolen dat u de duur van alle leases instelt op Onbeperkt. Op deze manier wordt verzekerd dat de IP-adressen van de printserver hetzelfde blijven tot Dynamic Domain Name Services beschikbaar worden gesteld.
Pagina 31
BOOTP- (Bootstrap Protocol) en de TFTP-service (Trivial File Transfer Protocol) op UNIX-servers. BOOTP en TFTP worden gebruikt om netwerkconfiguratiegegevens te downloaden van een server naar de HP JetDirect-printserver via het netwerk. Gebruik op Windows NT/2000-serversystemen de N.B. voorzieningen van Microsoft DHCP om de HP JetDirect- configuratie in te stellen via BOOTP.
Pagina 32
Eenvoudige configuratie van de HP JetDirect-printserver. De complete netwerkconfiguratie kan steeds automatisch worden gedownload wanneer de printserver wordt ingeschakeld. Volgens de standaard fabrieksinstellingen van de HP JetDirect- printserver wordt met BOOTP/TFTP gewerkt. Systemen die Netwerk Informatie Services (NIS) gebruiken...
Pagina 33
“TFTP- configuratiebestandsvermeldingen”. Configuratieparameters die via TFTP opgehaald worden, zijn optioneel. N.B. HP beveelt aan om de BOOTP-server in hetzelfde subnet te plaatsen als de bijbehorende printers. BOOTP broadcast-pakketten mogen alleen door routers doorgestuurd worden als de routers hiervoor geconfigureerd zijn.
Pagina 34
JetDirect-configuratiepagina of geretourneerd bij een SNMP-sysName-verzoek van een netwerktoepassing. Het label van het hardwaretype. Voor de HP JetDirect- printserver stelt u dit in op ether (voor Ethernet) of token (voor Token Ring). Dit label moet voorafgaan aan het ha- label.
Pagina 35
Labels in het “bootptab”-bestand (2 van 2) Het label van het hardwareadres. Het hardware-adres (MAC) is het koppelingsniveau- of stationadres van de HP JetDirect-printserver. U vindt het op de HP JetDirect- configuratiepagina als het LAN HW ADDRESS. Op externe HP JetDirect-printservers, staat het op een kaartje dat aan de printserver is bevestigd.
Pagina 36
TFTP-configuratiebestandsvermeldingen Als u extra configuratieparameters wilt gebruiken voor uw HP JetDirect-printserver, zoals SNMP (Simple Network Management Protocol) of niet-standaard instellingen, kunt u een aanvullend configuratiebestand dowloaden via TFTP. De relatieve padnaam van dit TFTP-configuratiebestand kunt u opgeven in het BOOTP-antwoord met behulp van de vermelding van het leverancierspecifieke T144-label van het /etc/bootptab - bestand.
Pagina 37
# Voorbeeld HP JetDirect TFTP-configuratiebestand # Alleen Subnet 13.10.10 toegang verlenen tot randapparaat. # Maximaal vier ‘allow’-vermeldingen kunnen worden geschreven via TFTP. # Maximaal 10 ‘allow’-vermeldingen kunnen worden geschreven via SNMP. # ‘allow’ kan enkele IP-adressen bevatten. allow: 13.10.10.0 255.255.255.0...
Pagina 38
255.255.255.255; dit is dan niet verplicht. tcp-mss: Hiermee wordt de maximale segmentgrootte (MSS) aangeduid die de HP JetDirect-printserver bij voorkeur gebruikt wanneer er wordt gecommuniceerd met lokale subnetten (MSS=1460 bytes of meer) of externe subnetten (MSS=536 bytes): 0 (standaard) Alle netwerken worden verondersteld lokaal te zijn (MSS=1460 bytes of meer).
Pagina 39
Hiermee wordt het IP-adres van een host ingevoerd in de lijst met SNMP-trapbestemmingen van de HP JetDirect-printserver. Als de lijst leeg is, verstuurt de printserver geen SNMP-traps. De lijst kan maximaal vier items bevatten. De standaard SNMP-trap- bestemmingslijst is leeg. Voor ontvangst van SNMP-...
Pagina 40
SNMP-verificatie-traps te versturen. Verificatie-traps geven aan dat een SNMP-verzoek is ontvangen, maar de controle van de groepsnaam mislukt is. De standaard instelling is “uit”. Nieuwere HP JetDirect EIO-kaarten ondersteunen de aparte instellingen voor de SNMP verificatie-traps niet. (Alle SNMP verificatie-traps worden in de lijst met SNMP-trapbestemmingen ingesteld.)
Pagina 41
Aangezien HP-UX momenteel geen DDNS (Dynamic Domain Name Services) voor de eigen DHCP-implementaties biedt, wordt door HP aanbevolen dat u de duur van alle leases instelt op Onbeperkt. Op deze manier wordt verzekerd dat de IP-adressen van de printserver hetzelfde blijven tot Dynamic Domain Name Services beschikbaar worden gesteld.
Pagina 42
Windows NT DHCP-server. Dit gedeelte beschrijft hoe een pool met IP-adressen (een zogenaamde “scope” (bereik)) moet worden ingesteld die de Windows NT-server aan elke verzoeker kan toekennen of leasen. Wanneer de HP JetDirect-printserver is geconfigureerd voor het gebruik van BOOTP/DHCP (standaard instelling), wordt de DHCP-server om de IP-configuratie verzocht zodra de printserver wordt ingeschakeld.
Pagina 43
7. Selecteer in de sectie Duur lease Onbeperkt en selecteer vervolgens OK. HP raadt aan om aan alle printers leases voor onbepaalde tijd toe te kennen om problemen die voortkomen uit veranderde IP-adressen te voorkomen. Denk er wel aan dat het toekennen van een lease voor onbepaalde tijd ertoe leidt dat alle clients in dat bereik leases voor onbepaalde tijd hebben.
Pagina 44
10. Sla deze stap over als u niet van plan bent gebruik te maken van WINS (Windows Internet Naming Service). Voer anders de volgende stappen uit voor het configureren van uw DHCP- server: a. Selecteer vanuit het venster DHCP-beheer DHCP-opties en selecteer een van de volgende opties: Bereik —...
Pagina 45
Volgende. 8. Stel de duur in van de IP-adreslease voor uw DHCP-clients. Klik vervolgens op Volgende. HP raadt aan dat aan alle printers gereserveerde IP-adressen worden toegewezen. Dit kunt u bewerkstelligen nadat u het bereik hebt ingesteld (zie stap 11).
Pagina 46
Klik in het menu Actie en selecteer Nieuwe reservering. Voer in de velden de correcte gegevens in, met inbegrip van het gereserveerde IP-adres voor uw printer. (Opmerking: het MAC-adres voor uw op HP JetDirect aangesloten printer is beschikbaar op de HP JetDirect- configuratiepagina.) d.
Pagina 47
BOOTP- en RARP-verzoeken te verzenden om nieuwe (niet- DHCP) configuratie-informatie te verkrijgen. 3. U kunt de parameters voor TCP/IP d.m.v. HP Web JetAdmin instellen. Als u handmatig een IP-adres toekent als u DHCP uitschakelt...
Pagina 48
RARP-daemon. 6. Voeg het toegekende IP-adres en knooppuntnaam voor de HP JetDirect-printserver toe door het bestand /etc/hosts te bewerken. Bijvoorbeeld: 13.32.11.24 laserjet1 7. Bewerk het bestand /etc/ethers (bestand /etc/rarpd.conf voor HP-UX 10.20) om het...
Pagina 49
HP JetDirect-printserver. Voor gebruik van het arp- of ping-commando met HP JetDirect- printservers is het volgende nodig: Windows NT/2000- of UNIX-systeem geconfigureerd voor werking met TCP/IP;...
Pagina 50
Nadat een IP-adres is toegewezen d.m.v. het commando arp of ping, worden andere hulpmiddelen gebruikt (zoals bijv. Telnet, ingesloten webserver of de software HP Web JetAdmin) voor het configureren van overige IP-parameters. Voor het configureren van een HP JetDirect-printserver gebruikt u de volgende commando’s.
Pagina 51
Wanneer het IP-adres eenmaal op de printserver is N.B. ingesteld, worden verdere arp- en ping- commando’s genegeerd. Wanneer het IP-adres geconfigureerd is, kunnen arp en ping alleen gebruikt worden nadat de printserver op de fabriekswaarden zijn teruggesteld. Op UNIX-systemen is het mogelijk dat het commando arp -s van systeem tot systeem varieert.
Pagina 52
Dit wil zeggen dat de netwerkidentificatie van uw systeem moet overeenkomen met die van de HP JetDirect- printserver. Op systemen met Windows 95/98 en Windows NT/ 2000 kunt u bij de DOS-prompt het volgende route-...
Pagina 53
Voor het instellen van configuratieparameters moet een Telnet- verbinding worden ingesteld van uw systeem naar de HP JetDirect- printserver. 1. Typ het volgende achter de systeemprompt: telnet <IP-adres> waarbij het <IP-adres> een adres kan zijn dat toegekend is vanuit BOOTP, RARP, DHCP, het bedieningspaneel van de printer of het standaard IP-adres.
Pagina 54
/ en drukt u vervolgens op [Enter]. N.B. Het veld Present Config in het menu Telnet Configuration beschrijft hoe de HP JetDirect- printserver geconfigureerd wordt. Bijvoorbeeld, als de HP JetDirect-printserver wordt geconfigureerd door uw BOOTP-server, bevat het menu de regel “present config=BOOTP”.
Pagina 55
4. Typ achter de Telnet-prompt “>”: parameter: waarde en druk dan op [Enter]. Hierbij verwijst parameter naar de configuratieparameter die u definieert, en waarde naar de definities die u aan die parameter toekent. Elk parameter-item wordt gevolgd door een return. Zie Tabel 3.3 voor voorbeelden van het toewijzen van configuratieparameters.
Pagina 56
13.32.11.85 gateway: 13.32.11.85 het IP-adres van de gateway specificeert. N.B.: Als de HP JetDirect- printserver met DHCP geconfigureerd is en u het subnetmasker of het standaard gateway-adres verandert (d.m.v. het bedieningspaneel, Telnet of een ander hulpmiddel), moet u het...
Pagina 57
Tabel 3.3 Voorbeelden van Telnet-configuratieparameters (2 van 2) Voorbeeld van (1 schakelt in, 0 schakelt uit) banner: 1 een voorblad- parameter Voorbeeld van Voor JetDirect-printservers met port:2 poort en meerdere poorten geeft ‘port’ de banner:0 voorbladpagina poort aan waarvoor u een voorbladpagina wilt in- of uitschakelen.
Pagina 58
Parameters voor andere subsystemen, zoals IPX/SPX (Novell NetWare) of AppleTalk, worden niet veranderd. De ingebedde webserver gebruiken U kunt de IP-parameters instellen op HP JetDirect-printservers die de ingebedde webserver ondersteunen. Zie bijlage B voor meer informatie. 52 TCP/IP-configuratie...
Pagina 59
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken Deze sectie beschrijft hoe de interne HP JetDirect-printserver met het bedieningspaneel van de printer geconfigureerd kan worden. Als de configuratie van de HP JetDirect-printserver wordt ondersteund vanaf het bedieningspaneel van uw printer, kunt u de hieronder genoemde netwerkconfiguratieparameters instellen.
Pagina 60
Tabel 3.4 Printserverparameters (1 van 2) Menu-item voor Omschrijving interne JetDirect- printserver CFG NETWORK=NO* Selecteert of u al dan niet toegang wilt tot de menu- items van JetDirect. NO* (standaard instelling) geeft aan dat u geen toegang tot het menu nodig hebt.
Pagina 61
Tabel 3.4 Printserverparameters (2 van 2) Menu-item voor Omschrijving interne JetDirect- printserver CFG TCP/IP=NO* Selecteert of u toegang wilt tot het TCP/IP-menu en de parameters voor het TCP/IP-protocol wilt instellen. In het TCP/IP-menu kunt u BOOTP=YES* aangeven zodat TCP/IP-parameters automatisch door een BootP- of een DHCP-server geconfigureerd kunnen worden wanneer de printer is ingeschakeld.
Pagina 62
Verplaatsen naar een ander netwerk Bij het verplaatsen van een HP JetDirect-printserver die met een IP-adres geconfigureerd is naar een nieuw netwerk moet u zorgen dat het IP-adres niet in conflict is met adressen op het nieuwe netwerk. U kunt het IP-adres van de printserver veranderen in een...
Pagina 63
Configuratie voor het afdrukken met LPD Inleiding De HP JetDirect-printserver bevat een LPD-servermodule (Line Printer Daemon) ter ondersteuning van LPD-afdrukken. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de HP JetDirect-printserver geconfigureerd wordt voor gebruik met de diverse systemen die LPD-afdrukken ondersteunen. Deze instructies bestaan uit de...
Pagina 64
Line Printer Daemon (LPD) verwijst naar het protocol en de programma’s voor spooling-services voor de line-printer die op verschillende TCP/IP systemen geïnstalleerd kunnen worden. Veel gebruikte systemen die de functionaliteit van de HP JetDirect- printserver ondersteunen, zijn: op Berkeley gebaseerde (BSD) UNIX-systemen...
Pagina 65
Vereisten voor de configuratie van LPD Vóór u LPD-afdrukken kunt gebruiken moet de printer correct via de HP JetDirect-printserver op het netwerk zijn aangesloten en moet u over statusinformatie voor de printserver beschikken. Deze informatie wordt weergegeven op de HP JetDirect- printerconfiguratiepagina.
Pagina 66
De volgende paragrafen geven uitgebreide beschrijvingen voor elke stap. Stap 1. IP-parameters instellen Voor het instellen van IP-parameters op de HP JetDirect- printserver raadpleegt u hoofdstuk 3. Voor meer informatie over TCP/IP-netwerken raadpleegt u bijlage A. 60 Configuratie voor het afdrukken met LPD...
Pagina 67
“raw” verwerkt. Als de naam van de wachtrij niet een van de hierboven aangegeven namen is, gaat de HP JetDirect-printserver ervan uit dat het raw1 is. Stap 3. Een testbestand afdrukken Met de LPD-commando’s kunt u een testbestand afdrukken. Zie voor instructies de documentatie bij uw systeem.
Pagina 68
(suggestie voor de naam van een ASCII- of tekstprinter): lj1_text|text1:\ :lp=:\ :rm=laserjet1:\ :rp=text:\ :lf=/usr/spool/lpd/lj1_text.log:\ :sd=/usr/spool/lpd/lj1_text: Voorbeeld 2 (suggestie voor de naam van PostScript, PCL of HP-GL/2 printers): lj1_raw|raw1:\ :lp=:\ :rm=laserjet1:\ :rp=raw:\ :lf=/usr/spool/lpd/lj1_raw.log:\ :sd=/usr/spool/lpd/lj1_raw: 62 Configuratie voor het afdrukken met LPD...
Pagina 69
Als uw printer geen ondersteuning biedt voor automatisch verspringen tussen de PostScript-, PCL- en HP-GL/2-printertaal, gebruikt u het bedieningspaneel van de printer (indien aanwezig) om een printertaal te selecteren of laat u selectie van de printertaal over aan de applicatie via in de afdrukgegevens ingebedde commando’s.
Pagina 70
“text” (ASCII) bestanden of “raw” (PCL, PostScript, of andere printertaal) bestanden. Selecteer, voordat u het SAM-programma uitvoert, een IP-adres voor de HP JetDirect-printserver en voeg dit toe aan het bestand /etc/hosts op uw systeem waarop HP-UX draait. 1. Start het SAM-hulpprogramma als superuser.
Pagina 71
-Ptekst1 lpq -Praw1 Vervang voor HP-UX systemen lpq -P door lpstat om de afdrukstatus te verkrijgen. Dit voltooit het proces voor de configuratie van de HP JetDirect- printserver voor het gebruik van LPD. Configuratie voor het afdrukken met LPD 65...
Pagina 72
LPD op Windows NT/2000-systemen In dit gedeelte wordt beschreven hoe Windows NT/2000-netwerken geconfigureerd worden voor gebruik van HP JetDirect LPD- services (Line Printer Daemon). Het proces bestaat uit twee delen: de installatie van TCP/IP-software (indien nog niet geïnstalleerd) de configuratie van een LPD-netwerkprinter...
Pagina 73
NT 4.0—Klik op Start, Instellingen, Configuratiescherm. Dubbelklik vervolgens op Netwerk om het dialoogvenster Netwerk weer te geven. Als het TCP/IP-protocol vermeld staat op het tabblad Protocollen en Microsoft TCP/IP-afdrukken vermeld staat op het tabblad Services, hebt u de noodzakelijke software reeds geïnstalleerd.
Pagina 74
Als u een client aan het configureren bent, vraag dan uw netwerkbeheerder of u de automatische TCP/IP-configuratie moet inschakelen en of u een statisch IP-adres, standaard gateway-adres en subnetmask in de daarvoor bestemde ruimten moet opgeven. 4. Klik op OK om af te sluiten. 5.
Pagina 75
6. Ga als volgt te werk in het venster LPR-compatibele printer toevoegen: Voer de DNS-naam of het IP-adres in van de HP JetDirect- printserver. Typ (in kleine letters) raw, text of auto voor de naam van de printer of afdrukwachtrij op de HP JetDirect-printserver.
Pagina 76
5. Selecteer LPR-poort en klik op Nieuwe poort. 6. In het vak Naam of adres van server die lpd levert typt u het IP-adres of de naam van de HP JetDirect printserver in. N.B. NT-clients kunnen het IP-adres of de naam opgeven van de NT-server die voor LPD-afdrukken is geconfigureerd.
Pagina 77
Als het bestand juist wordt afgedrukt, was de configuratie succesvol. Als het bestand niet of niet goed wordt afgedrukt, zie dan het hoofdstuk “Problemen met de HP JetDirect-printserver oplossen”. Afdrukken vanuit Windows-clients Als de LPD-printer op de NT/2000-server gedeeld wordt,...
Pagina 78
Gebruik het HP LaserJet-hulpprogramma om het IP-adres als volgt te configureren: 1. Dubbelklik op HP LaserJet Utility in de map HP LaserJet. 2. Klik op Settings (Instellingen). 3. Selecteer TCP/IP in de keuzelijst en klik op Edit (Bewerken).
Pagina 79
Bureaublad. 11. Sluit het programma af. Voor de meest recente informatie over gebruik van de HP JetDirect LPD-services op systemen met Mac OS zoekt u naar “LPR printing” op de web-site van de Tech Info Library van Apple Computer op http://til.info.apple.com.
Pagina 80
74 Configuratie voor het afdrukken met LPD...
Pagina 81
HP JetDirect is aangesloten. Tijdens een FTP-afdruksessie maakt de client verbinding met de HP JetDirect FTP-server en stuurt hij een af te drukken bestand naar de server, die dit bestand vervolgens naar de printer stuurt.
Pagina 82
Afdrukbestanden De HP JetDirect FTP-server stuurt af te drukken bestanden door naar de printer, maar interpreteert deze niet. Om bestanden correct af te drukken moeten deze in een taal gesteld zijn die door de printer herkend kan worden (zoals PostScript, PCL of niet-opgemaakte tekst).
Pagina 83
HP JetDirect FTP-server slechts één gegevensverbinding tegelijk voor het afdrukken van bestanden. De overdrachtsmodus voor een FTP-gegevensverbinding met de HP JetDirect-printserver is altijd de stromingsmodus, waarbij de detectie van het einde van het bestand tot het sluiten van de gegevensverbinding leidt.
Pagina 84
Tevens worden de HP JetDirect-poorten weergegeven die voor het afdrukken beschikbaar zijn. Voor externe HP JetDirect-printservers met meerdere poorten worden alle beschikbare poorten weergegeven met Poort1 als standaard poort. Om een andere poort te kiezen gebruikt u de FTP-opdracht cd (wijzig directory).
Pagina 85
Voor HP JetDirect-printservers met één enkele poort is alleen port1 beschikbaar. Voor printservers met meerdere poorten kunt u port1 (de standaardwaarde), port2 of port3 opgeven. / geeft de hoofddirectory aan van de HP JetDirect FTP-server. quit of bye beëindigt de FTP-sessie met quit de HP JetDirect-printserver.
Pagina 86
Password: 230- Hewlett-Packard J3265A FTP Server Version 1.0 Directory: Description: --------------------------- PORT1 (default) Print to port 1 (HP LaserJet 4000) PORT2 Print to port 2 (HP Color LaserJet 4500) PORT3 Print to port 3 (unknown device) To print a file use the command: put <filename> [portx] or 'cd' to desired port and use: put <filename>...
Pagina 87
Problemen met de HP JetDirect- printserver oplossen Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft hoe problemen met de HP JetDirect- printserver opgespoord en gecorrigeerd kunnen worden. Een stroomdiagram geeft u een overzicht van de procedures die u moet volgen voor het oplossen van de volgende problemen:...
Pagina 88
HP JetDirect externe printservers Zet de HP JetDirect externe printserver terug op de [Test] fabrieksinstellingen door de knop op de printserver ingedrukt te houden, terwijl u de voedingskabel aansluit.
Pagina 89
Algemene probleemoplossing Overzicht probleemoplossing - Het probleem bepalen Afbeelding 6.1 Het probleem bepalen Problemen met de HP JetDirect-printserver oplossen 83...
Pagina 90
3. Is het uitleesvenster van het bedieningspaneel van de printer leeg (op printers met een uitleesvenster)? Controleer of de printer aan staat. Controleer of de HP JetDirect-printserver juist geïnstalleerd is. 4. Is het doorvoerlichtje aan (indien van toepassing)? Als het doorvoerlichtje aan is, kan dat aangeven dat geen...
Pagina 91
De configuratiepagina voor HP JetDirect is een belangrijk hulpmiddel bij het oplossen van problemen. De informatie op deze pagina geeft aan wat de status van uw netwerk en de HP JetDirect- printserver is. De mogelijkheid om een configuratiepagina af te drukken geeft aan dat de printer goed functioneert.
Pagina 92
3. Verschijnt EIO# INITIALISATIE/NIET UITZETTEN in het venster? Wacht tien minuten om te zien of dit bericht verdwijnt. Als dit niet gebeurt is het mogelijk dat u de HP JetDirect-printserver moet vervangen. 86 Problemen met de HP JetDirect-printserver oplossen...
Pagina 93
4. Verschijnt een 40 FOUT in het uitleesvenster? De HP JetDirect-printserver ontdekte een onderbreking in de datacommunicatie. Als deze fout optreedt, gaat de printer offline. Een onderbreking in de communicatie kan het gevolg zijn van het verstoren van een fysieke netwerkverbinding of van een server die niet meer werkt.
Pagina 94
Zie de printerhandleiding voor meer informatie. Als het bericht verdwijnt en er sprake was van een 80 SERVICE bericht, ligt het probleem bij de HP JetDirect- printserver en kan het zijn dat u deze moet vervangen. Zie de aanwijzingen voor vervanging in uw garantie.
Pagina 95
Deze informatie gaat ervan uit dat u al een configuratiepagina hebt afgedrukt. 1. Zijn er fysieke verbindingsproblemen tussen het werkstation of de bestandsserver en de HP JetDirect-printserver? Controleer netwerkbekabeling, aansluitingen en routerconfiguraties. 2. Zijn uw netwerkkabels goed aangesloten? Controleer of de printer is aangesloten op het netwerk, met de juiste HP JetDirect-printserverpoort en kabel.
Pagina 96
10. Als u Novell NetWare gebruikt: wordt de printer (knooppuntadres) weergegeven in HP Web JetAdmin? Controleer de netwerk- en HP JetDirect-instellingen op de configuratiepagina. Zie het einde van dit hoofdstuk voor een beschrijving van de gegevens op de configuratiepagina.
Pagina 97
Gebruik het volgende Telnet-commando: telnet <IP adres> <port> waarbij <IP adres> het IP-adres is dat aan de HP JetDirect- printserver is toegewezen en <port> 9100 is. (Voor een externe JetDirect-printserver met meerdere poorten kan eveneens HP JetDirect-gegevenspoort 9101 of 9102 gebruikt worden voor poort 2 of 3, respectievelijk.)
Pagina 98
Zie het gedeelte over het oplossen van problemen in de online Help van HP Web JetAdmin voor uw netwerkbesturingssysteem. 15. Als u gebruik maakt van HP-UX, Solaris of Linux reageert de printer op HP Web JetAdmin? Controleer de netwerk- en HP JetDirect-instellingen op de configuratiepagina.
Pagina 99
(ASCII, PCL, PostScript, HP-GL/2 of tekst) voor de printer is, gedefinieerd in de :rp tag in het printcap-bestand. 6. Ga als volgt te werk als het testbestand niet wordt afgedrukt: Controleer printcap-entries.
Pagina 100
Gebruik de HP-UX-opdracht lpstat-Pqnaam om te onderzoeken of de wachtrij is uitgeschakeld nadat de printer weer is aangezet of dat de verbinding is hersteld. De uitgeschakelde wachtrij kan opnieuw worden opgestart met de volgende opdracht: HP-UX: enable qname 94 Problemen met de HP JetDirect-printserver oplossen...
Pagina 101
Dit geeft een overzicht van de statusinformatie informatie, waaronder de ontvangen (tabel 7.1) netwerk-frametypen. Deze instelling kan aangeven dat de HP JetDirect- printserver het verkeerde frametype zoekt, dat meerdere frames hetzelfde netwerknummer gebruiken enz. Problemen met de HP JetDirect-printserver oplossen 95...
Pagina 102
IP-adres is van de router aan de printerzijde van de router. N.B.: Alleen de eerste 18 tekens van de hostnaam worden op de configuratiepagina afgedrukt. DLC/LLC- Geeft het serveradres nadat het statusinformatie geconfigureerd is. (tabel 7.4) 96 Problemen met de HP JetDirect-printserver oplossen...
Pagina 103
Afbeelding 6.2 Ethernet configuratiepagina (interne MIO-printservers) Afbeelding 6.3 Ethernet configuratiepagina (interne EIO-printservers) Problemen met de HP JetDirect-printserver oplossen 97...
Pagina 104
Dit geeft een overzicht van statusinformatie (tabel 7.1) de informatie, waaronder de ontvangen netwerk-frametypen. Deze instelling kan aangeven dat de HP JetDirect-printserver het verkeerde frametype zoekt, dat meerdere frames hetzelfde netwerknummer gebruiken enz. 98 Problemen met de HP JetDirect-printserver oplossen...
Pagina 105
IP-adres is van de router aan de printerzijde van de router. N.B.: Alleen de eerste 18 tekens van de hostnaam worden op de configuratiepagina afgedrukt. DLC/LLC-statusinformatie Geeft het serveradres nadat het (tabel 7.4) geconfigureerd is. Problemen met de HP JetDirect-printserver oplossen 99...
Pagina 106
Afbeelding 6.4 Token Ring-configuratiepagina (interne MIO-printservers) Afbeelding 6.5 Token Ring-configuratiepagina (interne EIO-printservers) 100 Problemen met de HP JetDirect-printserver oplossen...
Pagina 107
Statusinformatie Novell Ontvangen Novell NetWare- NetWare (tabel 7.1) frametypen. Kan aangeven dat de printserver het verkeerde frametype zoekt, dat meerdere frames hetzelfde netwerknummer gebruiken enz. Problemen met de HP JetDirect-printserver oplossen 101...
Pagina 108
Gebruik ZONE om te controleren of u de juiste printer hebt geselecteerd. P2 (onder KLAAR) geeft aan dat u het fase 2 EtherTalk-protocol gebruikt, dat op uw printer hetzelfde moet zijn als op de Mac OS. 102 Problemen met de HP JetDirect-printserver oplossen...
Pagina 109
Afbeelding 6.6 Ethernet-configuratiepagina (externe printservers met een enkele poort) Problemen met de HP JetDirect-printserver oplossen 103...
Pagina 110
Afbeelding 6.7 Ethernet-configuratiepagina (externe printservers met drie poorten) 104 Problemen met de HP JetDirect-printserver oplossen...
Pagina 111
Afbeelding 6.8 Token Ring-configuratiepagina (externe printservers) Problemen met de HP JetDirect-printserver oplossen 105...
Pagina 112
106 Problemen met de HP JetDirect-printserver oplossen...
Pagina 113
Tabel 7.1— Novell NetWare-configuratieberichten Tabel 7.2— Apple EtherTalk/LocalTalk-configuratieberichten Tabel 7.3— TCP/IP-configuratieberichten Tabel 7.4— DLC/LLC-configuratieberichten Tabel 7.5— Algemene HP JetDirect berichten (status- en foutberichten afgebeeld in alfabetische volgorde) Zie het hoofdstuk “Problemen met de HP JetDirect- N.B. printserver oplossen” voor beschrijvingen en illustraties van Ethernet en Token Ring- configuratiepagina’s.
Pagina 114
Beschrijving IPX/SPX-STATUS: Geeft de huidige IPX/SPX-protocolstatus aan. UIT geeft aan dat IPX/SPX handmatig is uitgeschakeld. KLAAR geeft aan de HP JetDirect-printserver data verwacht. INITIALISATIE geeft aan dat de printserver bezig is met het registreren van het knooppuntadres of de knooppuntnaam.
Pagina 115
XXXX bepaald door te luisteren naar de NetWare-gegevens die over het netwerk worden overgedragen. Als ONBEKEND wordt aangegeven, is de HP JetDirect-printserver nog steeds bezig om te proberen te bepalen welk netwerknummer gebruikt moet worden. Als het netwerknummer UIT te zien geeft is een specifiek frametype handmatig geconfigureerd.
Pagina 116
Beschrijving APPLETALK- Huidige AppleTalk-status. STATUS: UIT duidt erop dat EtherTalk handmatig is uitgeschakeld. KLAAR geeft aan dat de HP JetDirect-printserver op data wacht. INITIALISATIE geeft aan dat de printserver bezig is met het registreren van het knooppuntadres of de knooppuntnaam.
Pagina 117
Beschrijving TCP-STATUS: Huidige TCP-status. UIT: duidt erop dat TCP/IP handmatig is uitgeschakeld. KLAAR: duidt erop dat de HP JetDirect-printserver op gegevens wacht. INITIALISATIE: duidt erop dat de printserver naar de BOOTP-server zoekt of het configuratiebestand probeert op te halen via TFTP.
Pagina 118
DHCP. CONFIG-BESTAND: De naam van het HP JetDirect-configuratiebestand. De padnaam van het bestand kan zo worden afgekort dat deze op twee regels past. Deze parameter wordt weggelaten als de printserver geconfigureerd wordt vanaf het bedieningspaneel van de printer.
Pagina 119
(indien beschikbaar). UIT: duidt erop dat LAN-server handmatig is uitgeschakeld via het bedieningspaneel van de printer (indien beschikbaar). KLAAR: duidt erop dat de HP JetDirect-printserver op gegevens wacht. NIET-ACTIEF: code is midden in een download-procedure. SERVERADRES: Stationsadres van het remote einde van de verbinding.
Pagina 120
Zie voor aanwijzingen voor vervanging de hardware-installatiehandleiding voor uw printserver. DUBBEL De HP JetDirect-printserver vond een ander station KNOOPPUNTADRES op de ring dat het adres al heeft dat de HP JetDirect- printserver wil gebruiken. Zorg dat alle adressen uniek zijn. 114 HP JetDirect-configuratiepaginaberichten...
Pagina 121
Tabel 7.5 Algemene HP JetDirect-berichten (3 van 17) Bericht Beschrijving ENIGE STATION De HP JetDirect-printserver heeft bemerkt dat het het enige station op de ring is. FIRMWARE-REVISIE: Het firmware-revisie-nummer van de HP JetDirect- X.XX.XX printserver die momenteel in de printer geïnstalleerd is.
Pagina 122
U moet controleren of uw HP JetDirect-printserver op de juiste wijze op uw netwerk is aangesloten. HP JETDIRECT JXXXXX Geeft het modelnummer aan van de HP JetDirect- printserver. I/O-KAART KLAAR De HP JetDirect-printserver is aangesloten en wacht op data.
Pagina 123
INLOGGEN MISLUKT Er werd een fout ontdekt toen de HP JetDirect- printserver probeerde in te loggen op de bestandsserver. Dit kan veroorzaakt worden doordat het printserver-object niet op de bestandsserver bestaat of omdat een veiligheidscontrole voorkomt dat de printserver kan inloggen.
Pagina 124
LAN-FOUT-INT. Controleer de overbrengsnelheidschakelaar op de RONDKOPPEL TEST HP JetDirect-printserver om er zeker van te zijn dat deze op de juiste wijze is ingesteld. Zie voor informatie over het instellen van de overbrengsnelheid- schakelaar de hardware- installatiehandleiding voor uw printserver.
Pagina 125
Als u geen probleem kunt vinden met uw netwerkbekabeling, draai dan de power-on zelftest: zet de printer uit en dan weer aan. Als de fout niet verdwijnt, is er een probleem met de HP JetDirect- printserver. LAN-FOUT: ONEINDIG Blokkering in het netwerk. Controleer voor netwerken...
Pagina 126
ONTV. dan weer aan. Als dit bericht opnieuw verschijnt op de configuratiepagina, kan het zijn dat u een probleem hebt met één van de HP JetDirect-printservers op uw netwerk. Controleer alle HP JetDirect-printservers op het netwerk op hun juiste werking.
Pagina 127
Tabel 7.5 Algemene HP JetDirect-berichten (9 van 17) Bericht Beschrijving NDS FOUT: ONGELD. SRVR De huidige versie van de NetWare-bestandsserver VERS wordt niet ondersteund. NDS FOUT: Q HOST De bestandsserver op het netwerk is onvindbaar. Het ONLEESBAAR kan zijn dat de server op dit moment niet draait of dat er een communicatieprobleem bestaat.
Pagina 128
NIET-VERZENDBAAR: Totaal aantal frames (packets) dat niet met succes is overgebracht vanwege fouten. NOVRAM-FOUT De HP JetDirect-printserver kan de inhoud van zijn NOVRAM niet lezen. ONBEKENDE NCP- De HP JetDirect-printserver is een onverwachte TERUGKEER- onherstelbare fout tegengekomen nadat hij met...
Pagina 129
HP JetDirect-printserver (via BOOTP of NOVRAM) is een ongeldig IP-adres voor het specificeren van een enkele knooppunt. ONGELDIG IP-ADRES Het IP-adres dat is opgegeven voor de HP JetDirect- printserver (via BOOTP of NOVRAM), is een ongeldig IP-adres voor het specificeren van een enkele knooppunt.
Pagina 130
(4 of 16 Mbps), afhankelijk van uw netwerkconfiguratie. Als het veld OVERBRENGSNELHEID de waarde JUMPER- FOUT te zien geeft, (oudere HP JetDirect- printservers), moet u de jumper switch-instelling op de HP JetDirect-printserver controleren. Zie voor informatie over het instellen van de jumper switch op de printserver de hardware-installatiehandleiding voor uw printserver.
Pagina 131
Wacht tot de printserver een verbinding heeft gemaakt met de printserver of de bestandsserver. PORT CONFIG Geeft aan of de RJ-45-poort op de HP JetDirect- printserver is geconfigureerd voor netwerkcommunicatie met gebruikmaking van een 10/100Base-TX full- of half-duplex-kanaal. Bij MIO- kaarten duidt het achtervoegsel “-M”...
Pagina 132
De HP JetDirect-printserver geeft een time-out als het probeert een ring purge te geven nadat het de actieve monitor geworden is; dat wil zeggen dat de HP JetDirect-printserver niet in staat is zijn eigen ring purge-dataframes te ontvangen. SELECTIE POORT Geeft de poort op de printserver aan die voor gebruik gevonden is: RJ-45, BNC (10Base2) of DB9.
Pagina 133
TFTP-FOUT- pakket naar de printserver verstuurd. TIMEOUT De HP JetDirect-printserver kan niet logisch in de ring komen voordat de insertie-timer verloopt. Iedere fase van het insertie-proces moet voltooid worden voordat de insertie-timer van 18 seconden afloopt.
Pagina 134
VERZONDEN: Totaal aantal frames (packets) dat zonder fout is verzonden. WACHTRIJVERBINDING Een fout werd ontdekt toen de HP JetDirect- MISLUKT printserver probeerde te verbinden met één van de wachtrijen die zijn toegewezen aan het printserver- object. Dit kan zijn omdat geen servers met die wachtrij mogen verbinden.
Pagina 135
Tabel 7.5 Algemene HP JetDirect-berichten (17 van 17) Bericht Beschrijving WACHTWOORD-FOUT De HP JetDirect-printserver heeft ontdekt dat het wachtwoord voor het NetWare printserver-object fout is. Gebruik het PCONSOLE-hulpprogramma om het wachtwoord voor het printserver-object te verwijderen. Als de HP JetDirect-printserver weer inlogt, stelt deze een nieuw wachtwoord in.
Pagina 136
130 HP JetDirect-configuratiepaginaberichten...
Pagina 137
IP bepaalt de route voor de gegevenspakketten op het netwerk en levert deze los van elkaar en zonder afleveringscontrole af. Aan elke knooppunt die op het netwerk is aangesloten wordt een IP-adres toegewezen, dus ook aan de aangesloten HP JetDirect-apparaten.
Pagina 138
Transmission Control Protocol (TCP) TCP zorgt voor de opsplitsing van de verstuurde gegevens in pakketten en voegt deze, bij aflevering op de knooppunt van bestemming, weer aaneen. Dit verbindingsgerichte protocol is bijzonder betrouwbaar, omdat het door verificatie zorg draagt voor de gegevensintegriteit.
Pagina 139
IP-adres: Netwerkdeel Netwerkadressen worden centraal beheerd door InterNIC, een organisatie die gevestigd is in Norfolk, Virginia (Verenigde Staten). InterNIC is hiertoe aangetrokken door de Amerikaanse National Science Foundation, die de organisatie contractueel heeft belast met het beheer van de internetadressen en -domeinen. Wanneer een organisatie een netwerkadres krijgt toegewezen, dient de organisatie er vervolgens zelf zorg voor te dragen dat alle apparaten of hosts die op het netwerk zijn aangesloten, een correct nummer...
Pagina 140
IP-adresstructuur en netwerkcategorieën Een IP-adres bestaat uit 32 gegevensbits en wordt onderverdeeld in 4 gedeelten van elk 1 byte, in totaal 4 bytes: xxx.xxx.xxx.xxx. Om de routering efficiënt te laten verlopen, zijn netwerken onderverdeeld in drie categorieën, zodat het routeringsprogramma direct kan beginnen door de eerste byte met informatie in het IP- adres te identificeren.
Pagina 141
HP JetDirect-printserver op diverse manieren geconfigureerd worden. Deze waarden kunnen handmatig geconfigureerd worden d.m.v. software van HP of kunnen automatisch d.m.v. DHCP of BOOTP gedownload worden iedere keer wanneer de server wordt ingeschakeld.
Pagina 142
Dit adres wijst de tweede byte van het IP-adres aan als het subnetadres. Door deze benaming krijgt elk apparaat een unieke identificatie op het eigen subnet, waarbij HP maximaal 254 subnetwerken kan herbergen zonder de toegewezen adresruimte te overschrijden.
Pagina 143
Gateways Gateways zijn “toegangspoorten” die fungeren als conversie- apparatuur. Zij maken de communicatie mogelijk tussen systemen die verschillende communicatieprotocollen, gegevensindelingen, structuren, talen, of architecturen gebruiken. Gateways voorzien de gegevenspakketten van een andere “verpakking” en wijzigen de syntaxis, om te zorgen dat de pakketten door het ontvangende systeem worden herkend.
Pagina 145
Gebruik van de ingebedde webserver Inleiding Elke HP JetDirect-printserver bevat een ingebedde webserver die door middel van een ondersteunde webbrowser op een intranet kan worden opgeroepen. De ingebedde webserver biedt toegang tot configuratie- en beheerpagina’s voor de HP JetDirect-printserver en het aangesloten randapparaat.
Pagina 146
HP Web JetAdmin is een toepassing voor printerinstallatie en -beheer voor intranetten en is verkrijgbaar via de online HP Klantendienst (http://www.hp.com/support/net_printing). HP Web JetAdmin, versie 5.0 (of later) wordt aanbevolen voor gebruik met de ingebedde webserver van HP JetDirect. 140 Gebruik van de ingebedde webserver...
Pagina 147
Protocol) of DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) wanneer de printer wordt aangezet. U kunt ook IP-parameters handmatig configureren met gebruik van het bedieningspaneel van de printer (voor bepaalde printers) met Telnet, HP Web JetAdmin of andere beheersoftware. Als de HP JetDirect-printserver binnen twee minuten geen IP- configuratie ontvangt, wordt een automatisch standaard IP-adres toegekend: 192.0.0.192.
Pagina 148
Klik voor meer informatie op het pictogram “?” op de pagina Scannen. Als uw printer via HP Web JetAdmin 5.0 (of later) is gedetecteerd, biedt de ingebedde webserver op de HP JetDirect- printserver een koppeling naar HP Web JetAdmin voor het beheer van deze en andere HP JetDirect-apparatuur op het netwerk.
Pagina 149
HP JetDirect-printservers. Om afdrukken via netwerken in te stellen d.m.v. DLC/LLC op systemen met Windows NT gebruikt u de software HP Network Port die samen met Windows NT geleverd wordt. Met deze software kunt u afdrukken naar printers die via HP JetDirect zijn aangesloten.
Pagina 150
DLC-protocol. De software voor DLC-transport en driver installeren Alle software die nodig is voor ondersteuning van de HP JetDirect- printserver, wordt geleverd als onderdeel van het besturings- systeem Windows NT. Volg de onderstaande stappen voor het installeren van de software voor de DLC-transport en driver voor de HP JetDirect-printserver.
Pagina 151
Externe printservers: de printserver staat aan en is aangesloten op de parallelle poort van de printer en op het netwerk. De printer staat aan, is online en u hebt voor HP JetDirect een configuratiepagina afgedrukt. Als u met uw printer nog geen configuratiepagina hebt afgedrukt, raadpleeg dan voor instructies de hardware-installatiehandleiding voor de printserver of de beknopte handleiding voor uw printer.
Pagina 152
Nu wordt de lijst van poorten weergegeven. De nieuwe poort is aangekruist. 9. Klik op Volgende. 10. Selecteer HP in de kolom Fabrikanten en selecteer vervolgens het gewenste printermodel in de kolom Printers. 11. Klik op Volgende. 12. Typ de naam van de printer. Deze naam zal vervolgens in uw map Printers verschijnen.
Pagina 153
Onder voorbehoud van alle voorwaarden en beperkingen van de HP Beperkte Garantieverklaring die bij dit product werd geleverd, garandeert HP dat dit HP-product in staat is om op correcte wijze datumgegevens te verwerken (met inbegrip van, maar niet beperkt tot het berekenen, vergelijken en sorteren van datums) die in de...
Pagina 154
148 HP JetDirect is millenniumbestendig...
Pagina 155
62 DLC/LLC-netwerken, Windows NT 143 DLC-transport en driver 144 CONF.FOUT documentatie 3 BEST. ONVOLLEDIG 113 door HP gemachtigde leverancier ONB. SLEUTELWOORD 114 ONGELDIGE PARAM 114 DRAADBREUKFOUT 114 PARAM ONTBREEKT 114 DRAAGGOLF VERLOREN 114 REGEL TE LANG 114 driver-upgrades 3 TOEG.
Pagina 156
KLAAR 116 FUNCTIE MISLUKT 115 NIET KLAAR 116 ID-CODE 116 ingebedde webserver gebruik 139, 141 garantie ondersteunde versie van HP jaar 2000 147 Web JetAdmin 140 gateways 14, 137 ondersteunde webbrowsers 140 GEEN SERVER GEVONDEN 115 INIT-bericht 87 GEEN VERBINDING MET...
Pagina 157
Index jaar 2000-garantie 147 NDPS, zie HP JetAdmin, zie HP Web JetAdmin IP/IPX-printergateway voor JetDirect-printserver, zie HP NDPS JetDirect-printserver AUTHENTISERINGSFOUT CONNECTIE-STATUSFOUT Kiezer, Apple 21, 91 KLAAR 117 PRINTSERVERNAAM FOUT PRNT OBJ WACHTRIJLST-FOUT 121 LAN HW-ADRES 117 PRNTR OBJ AANKOND. LAN-FOUT...
Pagina 158
SYSLOG-ADRES 123 HP JetDirect 1 TRAP-BEST.-ADRES 123 ondersteund 2 ONTV BURST-FOUTEN 123 parameters 54 ONTV FOUT LENGTE 123 problemen met de HP ONTV FOUTIEF 123 JetDirect-printserver oplossen ONTV FRAME-FOUTEN 123 81–105 ONTV FRAMEKOPIE 124 proxies, HP Internet Printer ONTV FS SET FOUTEN 124...
Pagina 159
(LPD) 61 IN UITVOERING 127 WACHTRIJVERBINDING TFTP (Trivial File Transfer MISLUKT 128 Protocol) 25 WACHTWOORDFOUT 129 TFTP-FOUT Web JetAdmin, zie HP Web LOKAAL 127 JetAdmin TIMEOUT 127 WEBJA SERVER 129 Token Ring Windows NT-netwerken configuratiepagina 98, 101 DLC/LLC 143...