6. Ga als volgt te werk in het venster LPR-compatibele printer
toevoegen:
a. Voer de DNS-naam of het IP-adres in van de HP Jetdirect-
printserver.
b. Voor de naam van de printer of afdrukwachtrij op de
HP Jetdirect-printserver voert u (in kleine letters) raw,
text, auto, binps of de naam van een door de gebruiker
gedefinieerde wachtrij in (door de gebruiker gedefinieerde
afdrukwachtrijen kunnen worden ingesteld via de
geïntegreerde webserver, zie
c.
Klik vervolgens op OK.
Opmerking
7. Selecteer de fabrikant en het printermodel. (Klik indien nodig
op Diskette en volg de aanwijzingen om het
printerstuurprogramma te installeren.) Klik op Volgende.
8. Geef wanneer u hierom wordt gevraagd aan dat u het bestaande
stuurprogramma wilt behouden. Klik op Volgende.
9. Voer de printernaam in en geef aan of u deze printer wilt
instellen als standaardprinter. Klik op Volgende.
10. Geef op of u deze printer beschikbaar wilt maken voor andere
computers. Indien u deze printer wil delen, moet u een
sharenaam opgeven waaraan andere gebruikers deze printer
kunnen herkennen. Klik op Volgende.
NLWW
De HP Jetdirect-printserver beschouwt bestanden
van het type 'text' als ongeformatteerde tekst of
ASCII-bestanden. Bestanden van het type 'raw' zijn
geformatteerde bestanden in de PCL-, PostScript-
of HP-GL/2-printertaal.
Als het wachtrijtype binps is, wordt aan de
PostScript-interpreter doorgegeven dat de
afdruktaak moet worden geïnterpreteerd als
binaire PostScript-gegevens.
Voor een externe HP Jetdirect-printserver met drie
poorten koppelt u een poortnummer aan de
wachtrijnaam (bijvoorbeeld raw1, raw2 of raw3).
Configuratie voor afdrukken via LPD 190
Hoofdstuk
4).