5. Selecteer de gewenste printernaam in de lijst met printernamen
rechtsboven in de Kiezer. Als de naam van de printer niet in de
lijst wordt weergegeven, controleert u of:
de printer aan staat en on line is;
de printserver op de printer en op het netwerk is aangesloten;
de printerkabel goed is aangesloten.
Als de printer over een bedieningspaneel beschikt, moet het
bericht
KLAAR
Opmerking
6. Klik op Setup of Maak in de Kiezer en selecteer vervolgens,
als u daarom wordt gevraagd, het gewenste PPD-bestand
(PostScript Printer Description) voor de printer. Zie de on line
documentatie voor meer informatie.
7. Stel Afdrukken in achtergrond in op AAN of UIT.
Als Afdrukken in achtergrond UIT staat wanneer u een
afdruktaak naar de printer stuurt, worden er op het scherm
statusberichten weergegeven en moet u wachten tot de
berichten zijn verdwenen tot u verder kunt werken.
Als Afdrukken in achtergrond AAN staat, worden de berichten
naar de PrintMonitor doorgestuurd, zodat u kunt doorwerken
terwijl de printer bezig is met het afdrukken van de taak.
8. Sluit de Kiezer.
Wanneer u uw gebruikersnaam op het netwerk wilt weergeven
tijdens het afdrukken van documenten, gaat u naar het
bedieningspaneel van uw Mac OS-computer en selecteert u
Samengebruik-configuratie. Typ vervolgens uw naam
(als eigenaar).
NLWW
verschijnen. Zie
Als uw printer de enige naam is die in het
dialoogvenster wordt weergegeven, moet
deze toch worden geselecteerd. De printer blijft
geselecteerd tot u met de Kiezer een andere printer
selecteert.
Overzicht van softwareoplossingen van HP 42
Hoofdstuk 8
voor meer informatie.