Nadat er een IP-adres is ingesteld op de printserver, voert u de
volgende stappen uit:
1. Start een ondersteunde webbrowser.
2. Voer het IP-adres van de printserver in als de URL.
Afbeelding 4.3
3. Als er beveiligingswaarschuwingen verschijnen, klikt u op Ja
om door te gaan.
Voor vaste printservers met alle functies wordt voor de eerste
toegangsessie standaard-HTTP gebruikt. Deze printservers
kunnen echter als beveiligde locatie worden geconfigureerd
met een geïnstalleerd certificaat dat voldoet aan X.509 voor
apparaatverificatie. Bij een correcte configuratie kan beveiligde
toegang tot stand worden gebracht met gecodeerde
browsercommunicatie via HTTPS (beveiligd HTTP).
Voor draadloze printservers met alle functies wordt de
geïntegreerde webserver voor de eerste toegangssessie
weergegeven als beveiligde locatie. Standaard is in eerste
instantie gecodeerde browsercommunicatie via HTTPS vereist.
Een vooraf geïnstalleerd, zelf-ondertekend certificaat
(dat voldoet aan X.509) wordt gebruikt voor de identificatie
van apparaten.
Hoewel deze werkwijze niet wordt aangeraden, kunt u de
browser via het menu Internet-opties zodanig instellen
dat beveiligingswaarschuwingen worden genegeerd als
de printserver is ingesteld om via HTTPS te werken.
Zie
Mgmt.
Een beveiligde geïntegreerde webserver wordt niet ondersteund
door op waarden gebaseerde HP Jetdirect-printservers
zonder upgrademogelijkheden (bijvoorbeeld HP Jetdirect 175x
en 200m).
NLWW
Het IP-adres invoeren
Protocols.
De geïntegreerde webserver gebruiken 121