Tabel 3.3
TFTP-configuratiebestandsparameters (7 van 11)
default-IP-dhcp:
Geeft aan of periodiek DHCP-verzoeken worden verzonden wanneer het legacy
standaard-IP-adres 192.0.0.192 of het link-local IP-adres 169.254.x.x automatisch
is toegewezen.
0: DHCP-verzoeken zijn uitgeschakeld.
1 (standaardinstelling): DHCP-verzoeken zijn ingeschakeld.
web-refresh:
Bepaalt de tijd (1-99999 seconden) voor het bijwerken van pagina's met
diagnostische gegevens van de geïntegreerde webserver. Als de instelling 0 is,
is de vernieuwingsfrequentie uitgeschakeld.
SNMP
snmp-config:
Activeert of deactiveert werking van SNMP op de printserver. 0 deactiveert,
1 (standaardinstelling) activeert SNMP.
LET OP: als SNMP wordt gedeactiveerd, worden alle SNMP-agents
(SNMP v1, v2, v3) en de communicatie met HP Web Jetadmin gedeactiveerd.
Tevens worden firmware-upgrades via de huidige HP-downloadhulpprogramma's
gedeactiveerd.
get-cmnty-name:
Geeft een wachtwoord aan dat bepaalt op welke SNMP GetRequests de
HP Jetdirect-printserver reageert. Dit is optioneel. Als er een door de gebruiker
bepaalde gebruiksgroepnaam is ingesteld, zal de printserver reageren op deze
naam of op de fabrieksinstelling. De gebruikersgroepnaam moet uit ASCII-tekens
bestaan. De maximumlengte is 255 tekens.
set-cmnty-name:
Geeft een wachtwoord dat bepaalt op welke SNMP SetRequests (beheerfuncties)
de HP Jetdirect-printserver reageert. De gebruikersgroepnaam van
een binnenkomend SNMP SetRequest moet overeenkomen met de
Set-gebruikersgroepnaam van de printserver; anders reageert de printserver niet.
(Voor extra beveiliging kunt u configuratietoegang beperken via de
hosttoegangslijst van de printserver.) Gebruikersgroepnamen moeten in
ASCII-tekens worden weergegeven. De maximumlengte is 255 tekens.
auth-trap:
Configureert de printserver om wel (aan) of geen (uit) SNMP-verificatie-traps
te versturen. Verificatie-traps geven aan dat een SNMP-verzoek is ontvangen,
maar de controle van de gebruikersgroepnaam mislukt is. De standaardinstelling
is "aan".
NLWW
TCP/IP-configuratie 68