Download Print deze pagina

Advertenties

175x
310x
380x
en3700
200m
250m
280m
610n
615n
620n
680n
hp jetdirect
Handleiding
voor beheerders

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor HP jetdirect 175x

  • Pagina 1 175x 310x 380x en3700 200m Handleiding 250m voor beheerders 280m 610n 615n 620n 680n...
  • Pagina 2 Handleiding voor beheerders HP Jetdirect-printservers Modellen: 175x 200m 610n 310x 250m 615n 380x 280m 620n en3700 680n...
  • Pagina 3 De informatie in dit document kan zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd. De garanties voor HP producten en services staan in de garantiebeschrijvingen bij de desbetreffende producten en services. Geen enkel onderdeel van dit document mag als extra garantie worden gezien. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie.
  • Pagina 4 Inleiding ................. 20 Wizard HP Jetdirect Wireless Setup ........23 Wizard HP Install Network Printer (Windows)....24 HP Jetdirect Printer Installer for UNIX ......26 HP Web Jetadmin..............27 Internet Printer Connection-software ........30 HP IP/IPX Printer Gateway for NDPS......... 34 HP WPS Assistant (Mac OS X) ..........
  • Pagina 5 Afdrukken via FTP .............. 200 Voorbeeld van een FTP-sessie..........204 7. Beveiligingsfuncties Inleiding ................205 Beveiligingsfuncties gebruiken ........... 210 8. Problemen met de HP Jetdirect-printserver oplossen Inleiding ................212 Fabriekswaarden herstellen ..........213 Algemene probleemoplossing ..........215 Problemen met draadloze printservers oplossen ....223 Problemen met de LPD-configuratie voor UNIX oplossen 229 9.
  • Pagina 6 B. Draadloze HP Jetdirect 802.11b-printservers Inleiding................280 Basisconcepten draadloze HP Jetdirect ......281 Overzicht van installatie............292 C. Het menu van het HP Jetdirect- bedieningspaneel Inleiding................306 Traditioneel bedieningspaneel..........307 Grafisch bedieningspaneel...........314 D. OpenSSL-instructies Index NLWW...
  • Pagina 7 Interne HP Jetdirect-printservers worden geïnstalleerd in printers van HP die voorzien zijn van een compatibele I/O-sleuf (Input/Output). Externe HP Jetdirect-printservers dienen voor het verbinden van printers met het netwerk door de USB-poort van de printer als netwerkpoort te gebruiken.
  • Pagina 8 Ondersteunde printservers De functies die in deze handleiding worden beschreven, worden ondersteund door de volgende HP Jetdirect-printservers, waarvan de firmware-versies zijn vermeld: Tabel 1.1 Ondersteunde producten Model Product Printer- Netwerk- Ondersteund Firmware nummer aansluiting aansluiting netwerk- Version protocol 175x J6035C USB 1.1...
  • Pagina 9 De geïnstalleerde firmware-versie kan op verschillende manieren worden bepaald, onder andere met behulp van een HP Jetdirect- configuratiepagina (zie Hoofdstuk 9), Telnet (zie Hoofdstuk de geïntegreerde webserver (zie Hoofdstuk 4) en toepassingen voor netwerkbeheer. Zie Firmware-upgrades voor firmware-updates. Wanneer u een ondersteunde printserver...
  • Pagina 10 J7934A (620n) FTP (File Transfer Protocol) J6058A (680n) * Raadpleeg het huidige gegevensblad voor het HP Jetdirect-product voor aanvullende netwerksystemen en versies. Voor werking met andere netwerkomgevingen neemt u contact op met de fabrikant van uw systeem of een erkend verkooppunt van HP-producten.
  • Pagina 11 J6057A (615n) J7934A (620n) J6058A (680n) * Raadpleeg het huidige gegevensblad voor het HP Jetdirect-product voor aanvullende netwerksystemen en versies. Voor werking met andere netwerkomgevingen neemt u contact op met de fabrikant van uw systeem of een erkend verkooppunt van HP-producten.
  • Pagina 12 Indien niet bij dit product geleverd, is HP-software voor netwerkinstallatie en -beheer voor ondersteunde systemen verkrijgbaar bij HP-ondersteuning op: http://www.hp.com/support/net_printing Voor software voor het instellen van het afdrukken over een netwerk voor andere systemen raadpleegt u de fabrikant van het systeem.
  • Pagina 13 HP Jetdirect-printservers ondersteunen SNMP en standaard MIB-II-objecten (Management Information Base) in IP- en in IPX-netwerken. HP Jetdirect 175x- en 200m-printservers ondersteunen alleen een SNMP v1/v2c-agent. HP Jetdirect-printservers met alle functies ondersteunen een SNMP v1/v2c-agent en een SNMP v3-agent voor verbeterde beveiliging.
  • Pagina 14 Extensible Authentication Protocol met een vooraf gedeelde sleutel (EAP/PSK). Op basis van een door de gebruiker ingevoerde wachtzin wordt een vooraf gedeelde sleutel gegenereerd die voor netwerktoegang en -communicatie wordt gebruikt. Kennismaking met de HP Jetdirect-printserver 14 NLWW...
  • Pagina 15 WEP Wi-Fi Protected Access (WPA) Als EAP/PSK-verificatie met zware codering niet Opmerking door de draadloze HP Jetdirect-printserver wordt ondersteund, wordt dit niet als selecteerbare configuratieoptie weergegeven. Wanneer gebruik wordt gemaakt van dynamische codering, worden de coderingssleutels periodiek gewijzigd. Dit biedt extra beveiliging, omdat de coderingssleutels waarschijnlijk zullen zijn veranderd voordat iemand de sleutels heeft kunnen decoderen.
  • Pagina 16 HP Jetdirect Setup Guide (alleen voor 615n/620n-printservers), op cd-rom geleverd bij standaard printservers). De HP Jetdirect Wireless Print Server Setup Guides (alleen voor 680n- en 380x-printservers, op cd-rom geleverd bij standaard printservers). De HP Jetdirect Print Server User's Guides (voor 175x/310x/en3700- en 200m/250m/280m-printservers, op cd-rom geleverd bij standaard printservers).
  • Pagina 17 HP-ondersteuning On line HP-ondersteuning Gebruik de muis om snel oplossingen te vinden! De website van HP http://www.hp.com/support/net_printing is de aangewezen plek om antwoord te vinden op al uw vragen over de HP Jetdirect-printserver. De website is 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaar.
  • Pagina 18 HP-ondersteuning via de telefoon Goed opgeleide deskundigen staan klaar om u te helpen. Bezoek voor actuele telefoonnummers voor ondersteuning en wereldwijd beschikbare services van HP de volgende website: http://www.hp.com/support/support_assistance Bel voor gratis ondersteuning in de VS en Canada Opmerking 1-800-HPINVENT of 1-800-474-6836.
  • Pagina 19 Productregistratie Voor het registreren van uw HP Jetdirect-printserver kunt u gebruikmaken van de volgende HP-webpagina: http://www.hp.com/go/jetdirect_register Kennismaking met de HP Jetdirect-printserver 19 NLWW...
  • Pagina 20 Overzicht van softwareoplossingen van HP Inleiding HP biedt een verscheidenheid aan softwareoplossingen voor het instellen en beheren van netwerkapparatuur die met behulp van HP Jetdirect is aangesloten. Zie Tabel 2.1 om te bepalen welke software u het best kunt gebruiken.
  • Pagina 21 Tabel 2.1 Softwareoplossingen (2 van 3) Besturingssysteem Functie Opmerkingen Wizard HP Install Network Printer (Windows) Windows 98, Me, NT 4.0, Eén netwerkprinter op het Eenvoudige 2000, XP* (directe systeem installeren voor printerinstallatie, modus IP en IPX), peer-to-peer-afdrukken normaal geïntegreerd Server 2003...
  • Pagina 22 IPP wordt niet ondersteund op op waarden gebaseerde producten, zoals de 175x en 200m. HP IP/IPX Printer Gateway for NDPS NetWare 5.x, 6.0 Vereenvoudigde installatie, Maakt gebruikers- afdrukken en bidirectioneel licenties vrij. (alleen IPX) beheer van via HP Jetdirect...
  • Pagina 23 De wizard HP Wireless Setup staat op cd-rom die bij elke draadloze HP Jetdirect-printserver wordt geleverd. De wizard moet worden uitgevoerd op een ondersteunde draadloze computer die vooraf is geconfigureerd om met de HP Jetdirect-printserver te communiceren.
  • Pagina 24 Daarnaast omvat de printerinstallatiesoftware een versie van deze wizard, die wordt uitgevoerd vanaf een cd-rom die wordt geleverd bij HP-printers die klaar zijn voor gebruik in een netwerk. Het is echter mogelijk dat die versie geen ondersteuning biedt voor installatie in een Novell NetWare-netwerk.
  • Pagina 25 Windows 98/Me of Server 2003 TCP/IP- of IPX/SPX-netwerkprotocol Novell NetWare 4.x, 5.x of 6.0 Novell Client-software voor Microsoft Windows 98/NT 4.0/2000/XP Wachtrijserver-modus IPX/SPX-netwerkprotocol Het juiste printerstuurprogramma Printerverbinding met het netwerk via een HP Jetdirect- printserver Overzicht van softwareoplossingen van HP 25 NLWW...
  • Pagina 26 Op de HP Jetdirect-cd-rom die bij zelfstandige HP Jetdirect- printservers wordt geleverd Op de anonieme FTP-site op: ftp.hp.com (directory: /pub/networking/software) Op de website van de on line ondersteuning van HP op: http://www.hp.com/support/net_printing Raadpleeg de bij de software geleverde documentatie voor systeemvereisten en installatie-instructies.
  • Pagina 27 HP Web Jetadmin HP Web Jetadmin is een programma waarmee in een onderneming uiteenlopende, al dan niet door HP geleverde netwerkafdrukapparaten op afstand kunnen worden geïnstalleerd, geconfigureerd en beheerd via een standaardbrowser. HP Web Jetadmin kan worden gebruikt om zowel afzonderlijke apparaten als groepen apparaten proactief te beheren.
  • Pagina 28 1. Download de installatiebestanden vanaf de website van de on line ondersteuning van HP op http://www.hp.com/go/webjetadmin. 2. Volg de aanwijzingen op het scherm om de HP Web Jetadmin- software te installeren. U kunt de installatie-instructies ook vinden in het Opmerking installatiebestand van HP Web Jetadmin.
  • Pagina 29 Een apparaat configureren en wijzigen Ga met de browser naar de URL van HP Web Jetadmin. Bijvoorbeeld: http://systeemnaam.domein:poort/ Volg de aanwijzingen op de desbetreffende pagina voor het configureren of wijzigen van uw printer. U kunt systeemnaam.domein ook vervangen door Opmerking het TCP/IP-adres.
  • Pagina 30 Internet Printer Connection- software HP Jetdirect-printservers met alle functies (firmware- versie x.20.00 of hoger) ondersteunen het Internet Printing Protocol (IPP). Op waarden gebaseerde printservers, zoals de 175x en 200m, worden niet ondersteund. Met de juiste software op uw systeem kunt u via het Internet een IPP-afdrukpad maken van uw systeem naar een ondersteunde, via HP Jetdirect aangesloten printer.
  • Pagina 31 Windows NT 4.0 of Windows 2000 wordt uitgevoerd. 1. De software is als volgt verkrijgbaar: Download HP Internet Printer Connection vanaf de website van de on line ondersteuning van HP op: http://www.hp.com/support/net_printing 2. Volg de bij de software geleverde instructies voor het installeren en instellen van het afdrukpad naar de printer.
  • Pagina 32 Windows 2000/XP is geïntegreerd. De IPP-functie van de HP Jetdirect-printserver is compatibel met de IPP-clientsoftware van Windows 2000/XP. Voor het instellen van een afdrukpad naar een via HP Jetdirect aangesloten Internet-printer met behulp van de IPP-clientsoftware van Windows 2000/XP gaat u als volgt te werk: 1.
  • Pagina 33 6. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie van het afdrukpad te voltooien. IPP-client van Windows ME De IPP-functie van de HP Jetdirect-printserver is compatibel met de IPP-clientsoftware van Windows ME. De IPP-client wordt geïnstalleerd vanuit de map Add-Ons van de cd-rom van Windows ME.
  • Pagina 34 Beheerders kunnen NDPS gebruiken voor het beheer van netwerkprinters in ondersteunde NetWare-omgevingen. De HP IP/IPX Printer Gateway is een NLM (NetWare Loadable Module) die voor HP Jetdirect-printservers met alle functies door HP is ontwikkeld voor gebruik en compatibiliteit met NDPS van Novell.
  • Pagina 35 De software verkrijgen De HP IP/IPX Printer Gateway wordt geleverd bij alle actuele versies van NDPS. NDPS is inbegrepen bij Novell NetWare 5.x en 6.0. Ga als volgt te werk om de meest recente softwareversie of de bijbehorende documentatie te verkrijgen: Ga naar http://www.hp.com/go/hpgate_sw...
  • Pagina 36 3. Lees de release-info voor bijgewerkte informatie als deze beschikbaar is. 4. Open de map HP WPS Assistant. 5. Start het hulpprogramma HP WPS Assistant en volg de aanwijzingen op het scherm. Opmerking Op Mac OS 9.x- of X-systemen kunt u ook de geïntegreerde webserver gebruiken om een...
  • Pagina 37 HP LaserJet-hulpprogramma's voor Mac OS Met de HP LaserJet Utilities for Mac OS kunt u de op HP Jetdirect aangesloten printers beheren in AppleTalk-netwerken. In dit gedeelte worden de software-installatie en het gebruik van de HP LaserJet Utilities beschreven. Tevens wordt in dit gedeelte...
  • Pagina 38 CD-ROM. De printer configureren Met HP LaserJet Utility kunt u printerinstellingen, zoals de naam van de printer en de gewenste zone, via de Mac OS-computer configureren. Het wordt door Hewlett-Packard aangeraden de configuratie van de printer met dit hulpprogramma uitsluitend door een netwerkbeheerder te laten uitvoeren.
  • Pagina 39 De naam kan maximaal 32 tekens bevatten. Als u Opmerking een pieptoon hoort, is er een teken gebruikt dat niet geldig is. Raadpleeg het Help-systeem van de software voor informatie over ongeldige tekens. Overzicht van softwareoplossingen van HP 39 NLWW...
  • Pagina 40 U kunt de printer elke gewenste naam geven, bijvoorbeeld 'LaserJet 4000 van Bert'. Met HP LaserJet Utility beschikt u over de mogelijkheid om apparaten in verschillende zones en in de lokale zone een nieuwe naam te geven (er hoeven geen zones te zijn om HP LaserJet Utility te gebruiken).
  • Pagina 41 De knop Actief wordt ingeschakeld. Als uw netwerk op andere netwerken is aangesloten, wordt de keuzelijst AppleTalk-zones weergegeven in de Kiezer. 4. Selecteer, indien nodig, de zone waarin de printer zich bevindt in de lijst AppleTalk-zones. Overzicht van softwareoplossingen van HP 41 NLWW...
  • Pagina 42 Wanneer u uw gebruikersnaam op het netwerk wilt weergeven tijdens het afdrukken van documenten, gaat u naar het bedieningspaneel van uw Mac OS-computer en selecteert u Samengebruik-configuratie. Typ vervolgens uw naam (als eigenaar). Overzicht van softwareoplossingen van HP 42 NLWW...
  • Pagina 43 Het dialoogvenster Print wordt weergegeven. 2. Klik op Print. Als de afdruktaak door de printer wordt uitgevoerd, hebt u de printer juist op het netwerk aangesloten. Als de printer niets afdrukt, raadpleegt u Hoofdstuk Overzicht van softwareoplossingen van HP 43 NLWW...
  • Pagina 44 TCP/IP-netwerken. Op server gebaseerde en handmatige TCP/IP-configuratie Wanneer de HP Jetdirect-printserver met de fabrieksinstellingen wordt ingeschakeld, wordt automatisch geprobeerd de TCP/IP-configuratie voor de printserver in te stellen aan de hand van een op de server gebaseerde methode, zoals BOOTP/TFTP, DHCP/TFTP of RARP.
  • Pagina 45 Standaard-IP-adres Wanneer de fabrieksinstellingen van de HP Jetdirect-printserver actief zijn (bijvoorbeeld bij levering of na een 'cold reset' van de printserver), heeft de printserver geen IP-adres. Afhankelijk van de netwerkomgeving kan een standaard-IP-adres zijn toegewezen. Geen toewijzing van standaard-IP-adres Er wordt geen standaard-IP-adres toegewezen als de servermethode (zoals BOOTP of DHCP) heeft gewerkt.
  • Pagina 46 Het standaard-gateway-adres is hetzelfde als het link- local adres. Als er een dubbel adres wordt gedetecteerd, wordt het adres van de HP Jetdirect-printserver indien nodig automatisch opnieuw toegewezen overeenkomstig de standaardtoewijzingsmethoden voor link-local adressen. Op omvangrijke netwerken of bedrijfsnetwerken wordt het tijdelijke adres 192.0.0.192 toegewezen totdat met behulp van...
  • Pagina 47 Deze parameter kan echter worden uitgeschakeld met ondersteunde configuratieprogramma's, zoals Telnet, met een webbrowser of met een SNMP-beheertoepassing. Draadloze HP Jetdirect-printserver. Wanneer een draadloze printserver voor de eerste keer met de fabrieksinstellingen wordt ingeschakeld terwijl de printserver niet is verbonden met een netwerk, wordt waarschijnlijk automatisch een link-local IP-adres aan de printserver toegewezen.
  • Pagina 48 Als u een draadloze printserver wilt configureren met een geldig IP-adres voordat een draadloze verbinding tot stand is gebracht, gebruikt u de wizard HP Jetdirect Wireless Setup (Windows) of de geïntegreerde webserver. Printerinstallatiesoftware kan alleen worden gebruikt voor de IP-configuratie van printers die met het netwerk zijn verbonden.
  • Pagina 49 Aangezien HP-UX momenteel geen DDNS (Dynamic Domain Name Services) voor de eigen DHCP-implementaties biedt, wordt door HP aanbevolen dat u de duur van alle leases instelt op Onbeperkt. Op deze manier wordt verzekerd dat de IP-adressen van de printserver hetzelfde blijven tot Dynamic Domain Name Services beschikbaar worden gesteld.
  • Pagina 50 Telnet gebruiken voor meer informatie. Geïntegreerde webserver. U kunt naar de geïntegreerde webserver op de HP Jetdirect-printserver bladeren en de configuratieparameters instellen. Raadpleeg Hoofdstuk 4 voor meer informatie. Bedieningspaneel van de printer. (Alleen interne Jetdirect- printservers) U kunt de configuratiegegevens handmatig invoeren met de toetsen op het bedieningspaneel van de printer.
  • Pagina 51 Het BOOTP-protocol (Bootstrap Protocol) en het TFTP-protocol (Trivial File Transfer Protocol) bieden een gemakkelijke methode voor het automatisch configureren van de HP Jetdirect-printserver voor werking over een TCP/IP-netwerk. Tijdens het opstarten wordt door de HP Jetdirect-printserver een BOOTP-verzoek over het netwerk uitgezonden.
  • Pagina 52 Bij DHCP zijn de parameters voor de IP-configuratie geleast en kunnen ze na verloop van tijd wijzigen. In de fabrieksinstelling en indien ingeschakeld zal de HP Jetdirect- printserver proberen om zichzelf automatisch te configureren volgens diverse dynamische methoden, waarvan BOOTP er één is.
  • Pagina 53 BOOTP configuratiestappen uitvoert. Raadpleeg de documentatie van uw systeem. De BOOTP-server configureren Als de HP Jetdirect-printserver de configuratiedata via het netwerk op wil halen, moeten de BOOTP/TFTP-servers zijn geïnstalleerd met de juiste configuratiebestanden. BOOTP wordt gebruikt door de printserver voor het ophalen van gegevens uit het bestand...
  • Pagina 54 :gw=192.168.40.1:\ :lg=192.168.40.3:\ :T144="hpnp/picasso.cfg": Merk op dat de configuratie-informatie "labels" bevat waarmee de verschillende HP Jetdirect-parameters en de instellingen worden aangeduid. Vermeldingen en labels die door de HP Jetdirect- printserver (firmware-versie x.24.00 of hoger) worden ondersteund, staan genoemd in Tabel 3.1.
  • Pagina 55 Het label van het hardwareadres. Het hardwareadres (MAC) is het koppelingsniveau- of stationadres van de HP Jetdirect-printserver. U vindt het op de HP Jetdirect- configuratiepagina als het HARDWARE ADDRESS. Op externe HP Jetdirect-printservers, staat het op een kaartje dat aan de printserver is bevestigd.
  • Pagina 56 SMTP-server (Simple Mail Transport Protocol) voor uitgaande e-mail voor gebruik met ondersteunde scanapparaten. T144 Een eigen label van HP dat de relatieve padnaam aanduidt van het TFTP-configuratiebestand. Langere padnamen kunnen worden ingekort. De padnaam moet tussen dubbele aanhalingstekens staan (bijvoorbeeld "padnaam"). Raadpleeg voor...
  • Pagina 57 Beschrijving 2132 optie T145 Optie voor inactieve time-out. Een eigen label van HP voor het instellen van de inactieve time-out (in seconden) wat duidt op de tijd dat een verbinding voor afdrukgegevens inactief mag blijven alvorens te worden gesloten. Het bereik varieert van 1 tot 3600 seconden.
  • Pagina 58 Voorbeeld: 2 1 duidt op <poort 2> met de <interlock ingeschakeld>. T150 De optie IP-adres van de TFTP-server. Een propriëtair label van HP voor het opgeven van het IP-adres van de TFTP-server waar het TFTP-configuratiebestand is opgeslagen. T151 De optie voor netwerkconfiguratie. Een eigen label van HP voor het opgeven dat ofwel "BOOTP-ONLY"- of...
  • Pagina 59 /etc/bootptab (of het standaard-BOOTP-label "ef"). Hieronder ziet u een voorbeeld van een TFTP-configuratiebestand. Het hekje (#) geeft een opmerking aan en maakt geen deel uit van het bestand. # Example of an HP Jetdirect TFTP Configuration File 192.168.10 # Allow only Subnet access to peripheral.
  • Pagina 60 Tabel 3.2 biedt een overzicht van de ondersteunde TFTP- parameters (HP Jetdirect-firmware-versie x.25.00 of hoger). Tabel 3.3 beschrijft de TFTP-parameters. Tabel 3.2 Lijst van ondersteunde TFTP-parameters (1 van 2) Algemeen passwd ssl-state: sys-location: tftp-parameter-attribute: sys-contact: Basisparameters voor TCP/IP host-name: pri-wins-svr:...
  • Pagina 61 Tabel 3.2 Lijst van ondersteunde TFTP-parameters (2 van 2) SNMP snmp-config: auth-trap: get-cmnty-name: trap-dest: set-cmnty-name: IPX/SPX ipx-config: ipx-nds-context: ipx-unit-name: ipx-job-poll: ipx-frametype: ipx-banner: ipx-sapinterval: ipx-eoj: ipx-nds-tree: ipx-toner-low: AppleTalk appletalk: name-override: DLC/LLC dlc/llc: Overige instellingen link-type: MFP-config: webscan-config: usb-mode: scan-idle-timeout: status-page-lang: scan-email-config: Ondersteuning support-name: support-url:...
  • Pagina 62 Een wachtwoord (van maximaal zestien alfanumerieke tekens) waarmee beheerders wijzigingen van de configuratieparameters van de HP Jetdirect- printserver via Telnet, HP Web Jetadmin of de geïntegreerde webserver kunnen regelen. U kunt het wachtwoord wissen door de fabriekswaarden te herstellen. sys-location: Identificeert de fysieke locatie van de printer (SNMP sysLocation-object).
  • Pagina 63 Tabel 3.3 TFTP-configuratiebestandsparameters (2 van 11) dns-svr: Het IP-adres van de DNS-server (Domain Name System). pri-wins-svr: Het IP-adres van de primaire WINS-server (Windows Internet Name Service). pri-wins-svr: Het IP-adres van de secundaire WINS-server (Windows Internet Name Service). smtp-svr: Het IP-adres van de SMTP-server (Simple Mail Transport Protocol) voor uitgaande e-mail voor gebruik met ondersteunde scanapparaten.
  • Pagina 64 [mask] Maakt een vermelding in de hosttoegangslijst die is opgeslagen op de HP Jetdirect-printserver. Elke vermelding duidt een host of netwerk met hosts aan die verbinding mogen maken met de printer. De opmaak is "allow: netnum [mask]" waarbij "netnum" een netwerknummer of het IP-adres van een host is en "mask"...
  • Pagina 65 Duidt op het maximale aantal syslog-berichten dat per minuut door de HP Jetdirect-printserver kan worden verzonden. Met deze instelling kan de beheerder de grootte van het logbestand regelen. De standaardinstelling is 10 per minuut. Als dit op nul wordt ingesteld, is het aantal syslog-berichten niet beperkt.
  • Pagina 66 Tabel 3.3 TFTP-configuratiebestandsparameters (5 van 11) mdns-service-name: Een alfanumerieke tekenreeks van maximaal 64 ASCII-tekens die aan dit apparaat of deze service wordt toegewezen. Dit is een vaste naam en wordt gebruikt om de naam van een bepaald apparaat of een bepaalde service om te zetten als de socketgegevens (zoals het IP-adres) per sessie veranderen.
  • Pagina 67 0 deactiveert, 1 (standaardinstelling) activeert. tcp-mss: Hiermee wordt de maximale segmentgrootte (MSS) aangeduid die de HP Jetdirect-printserver bij voorkeur gebruikt wanneer er wordt gecommuniceerd met lokale subnetten (Ethernet MSS=1460 bytes of meer) of externe subnetten (MSS=536 bytes): 0 (standaardinstelling): alle netwerken worden verondersteld lokaal te zijn (Ethernet MSS=1460 bytes of meer).
  • Pagina 68 Activeert of deactiveert werking van SNMP op de printserver. 0 deactiveert, 1 (standaardinstelling) activeert SNMP. LET OP: als SNMP wordt gedeactiveerd, worden alle SNMP-agents (SNMP v1, v2, v3) en de communicatie met HP Web Jetadmin gedeactiveerd. Tevens worden firmware-upgrades via de huidige HP-downloadhulpprogramma's gedeactiveerd.
  • Pagina 69 EN_II, TR_8022, TR_SNAP. ipx-sapinterval: Duidt op de tijd (van 1 tot 3600 seconden) dat de HP Jetdirect-printserver wacht tussen broadcasts van het SAP-protocol (Service Advertising Protocol) op het netwerk. De standaardinstelling is 60 seconden. 0 dient voor het uitschakelen van SAP-broadcasts.
  • Pagina 70 Tabel 3.3 TFTP-configuratiebestandsparameters (9 van 11) ipx-job-poll: Bepaalt de tijd (in seconden) dat de HP Jetdirect-printserver wacht alvorens de afdrukwachtrij te controleren op afdruktaken. ipx-banner: Dient voor het in- of uitschakelen van een IPX-voorblad. 0 schakelt voorbladen uit. 1 (standaardinstelling) schakelt voorbladen in.
  • Pagina 71 1: schakelt de ondersteuning voor de clientsoftware in (maakt afdrukken en scannen mogelijk). usb-mode: Bepaalt de communicatiemodus via de USB-poort van de HP Jetdirect-printserver. Auto (standaardinstelling): Dient voor het automatisch onderhandelen en instellen van de hoogst mogelijke communicatiemodus voor de aangesloten printer of het aangesloten apparaat.
  • Pagina 72 Tabel 3.3 TFTP-configuratiebestandsparameters (11 van 11) Ondersteuning support-name: Wordt over het algemeen gebruikt voor het opgeven van de contactpersoon voor ondersteuning voor dit apparaat. support-number: Wordt over het algemeen gebruikt voor het opgeven van een telefoon- of toestelnummer dat kan worden gebeld voor ondersteuning voor dit apparaat. support-url: Een webadres (URL) voor productinformatie voor dit apparaat via het Internet of een intranet.
  • Pagina 73 Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP, RFC 2131/2132) is een van verscheidene automatische configuratiemechanismen die door HP Jetdirect-printserver worden gebruikt. Als u een DHCP-server op uw netwerk hebt, haalt de HP Jetdirect- printserver automatisch het IP-adres vanuit die server op en...
  • Pagina 74 Voor meer informatie over het instellen van DHCP op UNIX-systemen raadpleegt u de pagina bootpd man. Op HP-UX-systemen is het mogelijk dat zich een voorbeeld van een DHCP-configuratiebestand (dhcptab) in de directory /etc bevindt. Aangezien HP-UX momenteel geen DDNS (Dynamic Domain Name Services) voor de eigen DHCP-implementaties biedt, wordt u aangeraden de duur van alle leases in te stellen op Onbeperkt.
  • Pagina 75 7. Selecteer in de sectie Duur lease de optie Onbeperkt en selecteer vervolgens OK. HP raadt aan om aan alle printers leases voor onbepaalde tijd toe te kennen om problemen die voortkomen uit gewijzigde IP-adressen te voorkomen. Denk er wel aan dat het toekennen van een lease voor onbepaalde tijd ertoe leidt dat alle clients in dat bereik leases voor onbepaalde tijd hebben.
  • Pagina 76 8. Sla deze stap over als u bij de vorige stap leases voor onbepaalde tijd hebt toegekend. Selecteer anders Bereik en selecteer Reserveringen toevoegen om uw printers te installeren als gereserveerde clients. Voer voor elke printer de volgende stappen uit in het venster Gereserveerde clients toevoegen om een reservering voor die printer in te stellen: a.
  • Pagina 77 U moet nu het IP-adres van de WINS-server opgeven; dit gaat als volgt: Selecteer eerst Waarde en vervolgens Matrix bewerken. Selecteer vanuit de Matrixeditor voor IP-adres Verwijderen om alle ongewenste adressen die eerder zijn ingesteld, te verwijderen. Typ dan het IP-adres van de WINS-server in en selecteer Toevoegen.
  • Pagina 78 Volgende. 8. Stel de duur in van de IP-adreslease voor uw DHCP-clients. Klik vervolgens op Volgende. HP raadt aan dat aan alle printers gereserveerde IP-adressen worden toegewezen. Dit kunt u bewerkstelligen nadat u het bereik hebt ingesteld (zie stap 11).
  • Pagina 79 Klik in het menu Actie en selecteer Nieuwe reservering. Voer in de velden de correcte gegevens in, met inbegrip van het gereserveerde IP-adres voor uw printer. (Opmerking: het MAC-adres voor uw op HP Jetdirect aangesloten printer is beschikbaar op de HP Jetdirect- configuratiepagina.) d.
  • Pagina 80 Als u niet wilt dat de HP Jetdirect-printserver wordt geconfigureerd via DHCP, dient u voor de printserver een andere configuratiemethode in te stellen. 1. (Voor interne printservers) Als u het bedieningspaneel van de printer gebruikt voor het instellen van handmatige of BOOTP-configuratie, wordt DHCP niet gebruikt.
  • Pagina 81 UNIX- en Linux-systemen. Door deze installatieprocedure kan de RARP-daemon die op uw systeem wordt uitgevoerd, reageren op een RARP-verzoek vanuit de HP Jetdirect-printserver en het IP-adres doorgeven aan de printserver. 1. Zet de printer uit. 2. U dient zich als "superuser" aan te melden bij het UNIX- of Linux-systeem.
  • Pagina 82 7. Bewerk het bestand /etc/ethers (bestand /etc/rarpd.conf voor HP-UX 10.20) om het LAN-hardwareadres/stationadres voor de LAN (van de configuratiepagina) en de knooppuntnaam voor de HP Jetdirect-printserver toe te voegen. Bijvoorbeeld: 00:01:E6:a8:b0:00 laserjet1 Als uw systeem gebruik maakt van Netwerk Opmerking Informatie Services (NIS), moet u wijzigingen aanbrengen in de NIS-host en ethers-databases.
  • Pagina 83 Het protocol kan niet worden gerouteerd, dat wil zeggen het werkstation vanwaar de configuratie wordt uitgevoerd, moet op hetzelfde netwerksegment zijn als de HP Jetdirect-printserver. Voor gebruik van de arp- of ping-opdracht met HP Jetdirect- printservers is het volgende nodig: Windows NT/2000/XP- of UNIX-systeem geconfigureerd voor werking met TCP/IP;...
  • Pagina 84 Voor het configureren van een HP Jetdirect-printserver gebruikt u de volgende opdrachten: arp -s <IP address> <LAN hardware address> ping <IP address> waarbij <IP address> het gewenste IP-adres is dat aan de printserver moet worden toegewezen. De arp-opdracht schrijft de informatie naar de arp-cache op het werkstation en de ping- opdracht configureert het IP-adres op de printserver.
  • Pagina 85 Hoewel een Telnet-verbinding beschermd kan zijn met een beheerderswachtwoord, zijn Telnet-verbindingen niet veilig. Voor netwerken met hoge beveiligingsniveaus kunnen Telnet- verbindingen op de printserver worden uitgeschakeld met andere hulpmiddelen (zoals TFTP, geïntegreerde webserver of HP Web Jetadmin-software). Telnet-verbinding maken Voor gebruik van Telnet-opdrachten met de HP Jetdirect- printserver moet een route beschikbaar zijn van het werkstation naar de printserver.
  • Pagina 86 <Jetdirect IP Address> <system IP Address> waarbij <Jetdirect IP address> het IP-adres is dat op de HP Jetdirect-printserver geconfigureerd is, en waarbij <system IP address> het IP-adres van de netwerkkaart is, die op hetzelfde fysieke LAN is aangesloten als de printserver.
  • Pagina 87 Een gebruikelijke Telnet-sessie Hieronder ziet u een afbeelding van de gebruikelijke manier om een Telnet-sessie te starten. TCP/IP-configuratie 87 NLWW...
  • Pagina 88 Voor het instellen van configuratieparameters moet een Telnet- sessie worden ingesteld van uw systeem naar de HP Jetdirect- printserver. 1. Typ het volgende achter de systeemprompt: telnet <IP address> waar <IP address> het IP-adres is dat wordt weergegeven op de Jetdirect-configuratiepagina. Zie Hoofdstuk 2.
  • Pagina 89 Opdrachtregel-interface (standaardinstelling) Met behulp van de opdrachtregel-interface voor Telnet kunt u de configuratieparameters met behulp van de volgende procedures instellen: Typ tijdens een Telnet-sessie? om de beschikbare Opmerking configuratieparameters, de juiste opmaak voor opdrachten en een lijst van opdrachten te bekijken. Als u verdere (of geavanceerde) opdrachten wilt weergeven, typt u de opdracht advanced voordat u ? typt.
  • Pagina 90 Telnet-opdrachten en parameters. Tabel 3.4 biedt een overzicht van de beschikbare Telnet-opdrachten en parameters. Opmerking Als een parameter dynamisch wordt geleverd (bijvoorbeeld door middel van een BOOTP- of DHCP-server), kan de waarde niet worden gewijzigd met Telnet zonder eerst de handmatige configuratie in te stellen.
  • Pagina 91 Beschrijving passwd Stelt het beheerderswachtwoord in (wordt gedeeld met de geïntegreerde webserver en HP Web Jetadmin). passwd jd1234 jd1234 stelt het wachtwoord bijvoorbeeld in op jd1234. jd1234 wordt tweemaal ingevoerd ter bevestiging. Er mogen maximaal 16 alfanumerieke tekens worden gebruikt.
  • Pagina 92 Tabel 3.4 Telnet-opdrachten en parameters (3 van 20) Hoofdinstellingen draadloos 802.11 Opdracht Beschrijving network-type De topologie van het draadloze 802.11-netwerk opgeven: Infrastructure: de printserver communiceert via een toegangspunt met andere vaste of draadloze netwerkapparaten in het netwerk. Ad hoc: (standaardinstelling) de printserver communiceert rechtstreeks met andere draadloze apparaten, zonder gebruik van een toegangspunt.
  • Pagina 93 Tabel 3.4 Telnet-opdrachten en parameters (4 van 20) wep-key Hiermee geeft u een statische WEP-coderingssleutel (Wired Equivalent Privacy) op. De printserver kan maximaal vier WEP-sleutels opslaan met vier sleutelposities (sleutel 1, 2, 3, 4). Als u een WEP-sleutel wilt invoeren, geeft u de sleutelpositie op, gevolgd door de coderingssleutelwaarde.
  • Pagina 94 Tabel 3.4 Telnet-opdrachten en parameters (5 van 20) server-auth Bij deze opdracht moet u een optie voor dynamische codering (de opdracht dynamic-encrypt) en EAP 802.1x-verificatie (de opdracht wpa-auth-type) opgeven. Gebruik deze opdracht om verificatiemethoden op serverbasis op te geven die op het netwerk worden gebruikt.
  • Pagina 95 Tabel 3.4 Telnet-opdrachten en parameters (6 van 20) svr-auth-user Een gebruikersnaam voor verificatie op serverbasis. Er mogen maximaal 128 alfanumerieke tekens worden gebruikt. svr-auth-pass Een wachtwoord voor verificatie op serverbasis. Er mogen maximaal 128 alfanumerieke tekens worden gebruikt. svr-auth-id De tekenreeks van het CA-certificaat die zal worden gebruikt om de verificatieserver te identificeren en te valideren.
  • Pagina 96 Tabel 3.4 Telnet-opdrachten en parameters (7 van 20) dynamic- Selecteer een ondersteunde optie voor dynamische codering: encrypt Basic: dynamische WEP-codering wordt ondersteund. Robust: dynamische WPA- (Wi-Fi Protected Access) en WEP-coderingsprotocollen worden ondersteund. Gebruik de opdracht wpa-auth-type om een compatibel EAP-verificatietype te selecteren: Voor EAP/PSK-verificatie moet de printserver gebruikmaken van Robust Encryption (WPA-coderingsprotocollen).
  • Pagina 97 Op deze manier wordt het door DHCP toegewezen adres opnieuw aan de DHCP-pool met IP-adressen toegewezen. Config Server (Alleen-lezen-parameter) Het IP-adres van de server (bijvoorbeeld een BOOTP- of DHCP-server) waardoor de vorige keer het IP-adres van de HP Jetdirect-printserver is geconfigureerd. TCP/IP-configuratie 97 NLWW...
  • Pagina 98 TFTP-server. Bijvoorbeeld: hpnp/printer1.cfg domain-name De domeinnaam voor het apparaat. Bijvoorbeeld: domain-name support.hp.com wijst support.hp.com toe als de naam van het domein. De domeinnaam bevat niet de naam van de host; dit is niet een zogenaamde volledig correcte domeinnaam, zoals printer1.support.hp.com. dns-svr IP-adres van de DNS-server (Domain Name System).
  • Pagina 99 Tabel 3.4 Telnet-opdrachten en parameters (10 van 20) mult-tcp-conn (Restrict Mult Prt) Dient voor het in- en uitschakelen van meerdere TCP-verbindingen. 0 (standaardinstelling): staat meerdere verbindingen toe. 1: dient voor het uitschakelen van meerdere verbindingen. buffer-packing Dient voor het in- of uitschakelen van "buffer packing" voor TCP/IP-pakketten.
  • Pagina 100 (UDP-poort 514) syslog-svr Het label van het IP-adres van de syslog-server, in gestippelde tekst. Dit label duidt de server aan waarheen de HP Jetdirect- printserver syslog-berichten stuurt. Bijvoorbeeld: syslog-svr: 192.168.40.1 wijst 192.168.40.1 toe als het IP-adres van de betreffende server.
  • Pagina 101 (bijvoorbeeld voor het bepalen van de bron van bepaalde berichten tijdens het oplossen van problemen). Als standaardinstelling wordt door de HP Jetdirect- printserver LPR als de bronfaciliteitcode gebruikt, maar plaatselijke gebruikerswaarden van local0 tot en met local7 kunnen worden gebruikt om aparte printservers of groepen van printservers te identificeren.
  • Pagina 102 Tabel 3.4 Telnet-opdrachten en parameters (13 van 20) mdns-pri-svc De mDNS-service met de hoogste prioriteit die moet worden gebruikt voor afdrukken. Als u deze parameter wilt instellen, kiest u een van de volgende afdrukopties: 1: afdrukken naar poort 9100 2: afdrukken naar IPP-poort 3: de standaard-LPD-wachtrij van het type 'raw' 4: de standaard-LPD-wachtrij van het type 'text' 5: de standaard-LPD-wachtrij van het type 'auto'...
  • Pagina 103 Hiermee wordt de maximale segmentgrootte (MSS) aangeduid die de HP Jetdirect-printserver bij voorkeur gebruikt wanneer er wordt gecommuniceerd met lokale subnetten (Ethernet MSS=1460 bytes of meer) of externe subnetten (MSS=536 bytes): 0: (standaard) Alle netwerken worden verondersteld lokaal te zijn (Ethernet MSS=1460 bytes of meer).
  • Pagina 104 Activeert of deactiveert werking van SNMP op de printserver. 0 deactiveert, 1 (standaardinstelling) activeert SNMP. LET OP: als SNMP wordt gedeactiveerd, worden alle SNMP-agents (SNMP v1, v2 en v3) en de communicatie met beheertoepassingen, zoals HP Web Jetadmin, gedeactiveerd. Tevens worden firmware-upgrades via de huidige HP-downloadhulpprogramma's gedeactiveerd. get-cmnty-...
  • Pagina 105 Hoofdstuk 9 voor meer informatie. ipx-sapinterval Duidt op de tijd (van 1 tot 3600 seconden) dat de HP Jetdirect- printserver wacht tussen broadcasts van het SAP-protocol (Service Advertising Protocol) op het netwerk. De standaardinstelling is 60 seconden. 0 dient voor het uitschakelen van SAP-broadcasts.
  • Pagina 106 Een alfanumerieke reeks van maximaal 256 tekens voor het context aanduiden van de NDS-context van de HP Jetdirect-printserver. ipx-job-poll Bepaalt de tijd (1 tot 255 seconden) dat de HP Jetdirect- printserver wacht alvorens de afdrukwachtrij te controleren op afdruktaken. De standaardinstelling is 2 seconden. ipx-banner Dient voor het in- of uitschakelen van een IPX-voorblad via PJL (Printer Job Language).
  • Pagina 107 (P2) is vooraf geconfigureerd op de HP Jetdirect-printserver. Status (Alleen-lezen-parameter) Duidt op de huidige status van de AppleTalk-configuratie. KLAAR: duidt erop dat de HP Jetdirect-printserver wacht op gegevens. UITGESCHAKELD: duidt erop dat AppleTalk handmatig is uitgeschakeld. INITIALISATIE: duidt erop dat de printserver bezig is met het registreren van het knooppuntadres of de naam.
  • Pagina 108 MLC: (Multiple Logical Channels) Een eigen communicatiemodus van HP waarmee meerdere kanalen voor gelijktijdige afdruk-, scan- en statuscommunicatie mogelijk zijn. BIDIR: Een standaardverbinding voor ondersteuning van bidirectionele communicatie tussen de printer en de printserver.
  • Pagina 109 HP Web Jetadmin weergegeven. Web JetAdmin (Alleen-lezen-parameter) Wanneer dit apparaat door HP Web Name Jetadmin wordt gevonden, wordt de naam van de HP Web Jetadmin weergegeven (als deze bekend is). support-name Wordt over het algemeen gebruikt voor het opgeven van de contactpersoon voor ondersteuning voor dit apparaat.
  • Pagina 110 Backspace. Als er een niet-herkende waarde wordt ingevoerd, worden de beschikbare opties weergegeven. Opmerking De wijzigingen worden op de HP Jetdirect- printserver opgeslagen wanneer u het menu verlaat en u, wanneer daar om wordt gevraagd, de wijzigingen opslaat.
  • Pagina 111 Afbeelding 3.1 Voorbeeld: De menu-interface gebruiken Main Menu ------------------------------- 1. General Menu 2. TCP/IP Menu... 3. SNMP Menu... 4. IPX/SPX Menu 5. AppleTalk Menu 6. DLC/LLC Menu 7. Other Settings 8. Support Settings 9. Wireless Settings ?. Help e. Exit Menu Kies 2 voor het TCP/IP Menu.
  • Pagina 112 Telnet gebruiken voor het verwijderen van de bestaande IP-instellingen Als u tijdens een Telnet-sessie het IP-adres wilt verwijderen, gebruikt u de volgende opdrachten op de opdrachtregel: 1. Typ cold-reset en druk vervolgens op Enter. 2. Typ quit en druk vervolgens op Enter om Telnet af te sluiten. 3.
  • Pagina 113 De geïntegreerde webserver gebruiken U kunt de IP-parameters instellen op HP Jetdirect-printservers die de geïntegreerde webserver ondersteunen. Zie voor meer informatie Hoofdstuk TCP/IP-configuratie 113 NLWW...
  • Pagina 114 Het bedieningspaneel van de printer gebruiken Indien ondersteund door de printer, biedt de interne HP Jetdirect- printserver een configuratiemenu dat toegankelijk is via het bedieningspaneel van de printer. Met behulp van dit menu kunt u netwerkprotocollen in- en uitschakelen en eenvoudige netwerkparameters instellen.
  • Pagina 115 Bij het verplaatsen van een met een IP-adres geconfigureerde HP Jetdirect-printserver naar een nieuw netwerk moet u ervoor zorgen dat het IP-adres niet in conflict is met adressen in het nieuwe netwerk. U kunt het IP-adres van de printserver wijzigen in een...
  • Pagina 116 De geïntegreerde webserver gebruiken Inleiding Elke HP Jetdirect-printserver bevat een geïntegreerde webserver die door middel van een compatibele webbrowser via een intranet kan worden aangeroepen. De geïntegreerde webserver biedt toegang tot configuratie- en beheerpagina's voor de HP Jetdirect-printserver en het aangesloten netwerkapparaat (zoals een printer of een alles-in-één-apparaat).
  • Pagina 117 Het tabblad Home van HP Jetdirect Afbeelding 4.1 Het tabblad Home van HP Jetdirect Het tabblad Networking Menu-items in de linkermarge Afbeelding 4.2 Het tabblad Networking van HP Jetdirect Raadpleeg Het tabblad Networking voor beschrijvingen van de netwerkparameters. De geïntegreerde webserver gebruiken 117...
  • Pagina 118 HP Web Jetadmin versie 7.0 of hoger aanbevolen voor gebruik met de geïntegreerde HP Jetdirect-webserver. Met HP Web Jetadmin 7.0 kunt u de SNMP v3-agent inschakelen en de SNMP v3-account probleemloos creëren op de printserver. De geïntegreerde webserver gebruiken 118...
  • Pagina 119 Jetadmin weergegeven als dit apparaat in HP Web Jetadmin via een integratie-URL is ontdekt. Op dit moment kan de ondersteuning van browsers tussen HP Web Jetadmin en de geïntegreerde webserver verschillen. Bezoek voor browsers die worden ondersteund door HP Web Jetadmin http://www.hp.com/go/webjetadmin.
  • Pagina 120 U kunt IP-parameters ook handmatig configureren via het bedieningspaneel van de printer (voor bepaalde printers met interne printservers), of met Telnet, de opdrachten arp en ping, HP Web Jetadmin of andere beheersoftware. Zie voor meer informatie over opties voor het configureren van TCP/IP...
  • Pagina 121 HTTPS te werken. Mgmt. Protocols. Een beveiligde geïntegreerde webserver wordt niet ondersteund door op waarden gebaseerde HP Jetdirect-printservers zonder upgrademogelijkheden (bijvoorbeeld HP Jetdirect 175x en 200m). De geïntegreerde webserver gebruiken 121 NLWW...
  • Pagina 122 Als het IP-adres wordt gewijzigd, wordt de verbinding met de geïntegreerde webserver verbroken. Gebruik het nieuwe IP-adres om de verbinding opnieuw tot stand te brengen. Het wijzigen van het IP-adres van de HP Jetdirect- LET OP printserver kan resulteren in afdrukfouten voor...
  • Pagina 123 Functies en configuratieparameters die niet worden ondersteund door op waarden gebaseerde printservers, zoals de HP 175x en 200m, worden niet weergegeven. Novell NetWare-netwerken: gebruik het tabblad IPX/SPX op de pagina Network Settings om de parameters van de wachtrijserver-modus van Novell Directory Services (NDS) te configureren.
  • Pagina 124 Het tabblad Home van HP Jetdirect Op het tabblad Home wordt de introductiepagina van HP Jetdirect weergegeven als geen toegang kan worden verkregen tot een webserver in het aangesloten apparaat of als die webserver niet bestaat. De introductiepagina van HP Jetdirect bevat een afbeelding van een algemene printer waarmee het aangesloten apparaat wordt aangeduid.
  • Pagina 125 Tabel 4.1 Items op de introductiepagina van HP Jetdirect (2 van 3) Item Beschrijving Select Language Wordt weergegeven als de webpagina's van de HP Jetdirect ondersteuning bieden voor meerdere talen. De ondersteunde talen kunnen ook worden geselecteerd via de instellingen voor de voorkeurstaal in uw browser.
  • Pagina 126 Tabel 4.1 Items op de introductiepagina van HP Jetdirect (3 van 3) Item Beschrijving Hardware Address Het LAN-hardwareadres of MAC-adres (Media Access Control) van de HP Jetdirect-printserver. Dit unieke adres wordt door Hewlett-Packard toegewezen, maar kan lokaal worden beheerd. Een Locally Administered Address (LAA) dat het LAN-hardwareadres (MAC-adres) vervangt.
  • Pagina 127 Internet productinformatie mag worden verzonden naar HP. Identificatie- en gebruiksgegevens die door HP over het product worden verzameld, worden gebruikt om de functies en services van het product te verbeteren. Overeenkomstig het privacybeleid van HP worden geen persoonlijke gegevens verzameld.
  • Pagina 128 Raadpleeg Bijlage B voor meer informatie over het instellen van de draadloze HP Jetdirect-printserver. Het tabblad 802.11b bevat één statische pagina met alle draadloze- configuratieparameters die nodig zijn om een draadloze verbinding met het netwerk tot stand te brengen. Klik op Apply om de instellingen toe te passen of op Cancel om de configuratie- instellingen te annuleren.
  • Pagina 129 Andere namen die voor de Ad-hocmodus worden gebruikt, zijn IBSS (Independent Basic Service Set) en 'computer-to- computer-modus'. De fabriekswaarde die op de HP Jetdirect-printserver is geconfigureerd, is ad hoc. Voor de eerste communicatie met de printserver dient uw draadloze computer te zijn ingesteld op Ad- hocmodus.
  • Pagina 130 Configuratieparameters voor 802.11B (2 van 8) Item Beschrijving Network Name De naam van het draadloze netwerk waarmee de HP Jetdirect- printserver wordt verbonden. Netwerknaam wordt ook SSID (Service Set Identifier) genoemd en geeft de ESS (Extended Service Set) aan die normaal gesproken met grotere Infrastructuur-modusnetwerken is verbonden.
  • Pagina 131 Tabel 4.3 Configuratieparameters voor 802.11B (3 van 8) Item Beschrijving Enable Protocols Schakel de EAP-protocollen in of uit die door de printserver worden ondersteund. LEAP: (Lightweight Extensible Authentication Protocol). LEAP is een eigen protocol van Cisco Systems, Inc. Voor LEAP is een EAP-gebruikersnaam en een EAP-wachtwoord vereist.
  • Pagina 132 Tabel 4.3 Configuratieparameters voor 802.11B (4 van 8) Item Beschrijving User Name Geef een EAP/802.1.x-gebruikersnaam (maximaal 128 tekens) voor dit apparaat op. De standaardgebruikersnaam is de standaardhostnaam van de printserver, NPIxxxxxx, waarbij xxxxxx de laatste zes cijfers van het LAN-hardwareadres (MAC) is.
  • Pagina 133 Tabel 4.3 Configuratieparameters voor 802.11B (5 van 8) Item Beschrijving Jetdirect (Alleen EAP-TLS) Er moet een digitaal certificaat dat voldoet aan Certificate X.509 voor validatie van de identiteit van de Jetdirect-printserver zijn geïnstalleerd. Over het algemeen kan een Jetdirect-certificaat zelf-ondertekend zijn of zijn geleverd door een onafhankelijke vertrouwde bron, zoals een certificeringsinstantie.
  • Pagina 134 Tabel 4.3 Configuratieparameters voor 802.11B (6 van 8) Item Beschrijving EAP/PSK Selecteer EAP/PSK (Extensible Authentication Protocol Pre-Shared Key) voor geavanceerde verificatie. EAP/PSK wordt doorgaans gebruikt voor kleine netwerken waarin geen verificatieservers worden gebruikt. Als EAP/PSK-verificatie is geselecteerd, moet u een netwerkwachtzin invoeren waarmee de vooraf gedeelde sleutel voor het netwerk wordt gegenereerd.
  • Pagina 135 Encrypt transmit data using (Verzendgegevens coderen): selecteer de huidige actieve sleutel. De HP Jetdirect-printserver kan maximaal vier WEP-sleutels opslaan met vier sleutelposities (sleutel 1, 2, 3, 4). Er kan echter slechts één actieve sleutel voor een bepaald netwerk (of SSID) tegelijk zijn.
  • Pagina 136 Tabel 4.3 Configuratieparameters voor 802.11B (8 van 8) Item Beschrijving Dynamic Voor dynamische codering kunt u een van de volgende opties selecteren: Basic Encryption: dynamische WEP-codering wordt ondersteund. Robust Encryption: dynamische WPA- (Wi-Fi Protected Access) en WEP-coderingsprotocollen worden ondersteund. Wanneer de printserver is geconfigureerd voor EAP/PSK- verificatie, wordt gebruik gemaakt van Robust Encryption (WPA-coderingsprotocollen).
  • Pagina 137 Tabel 4.4 TCP/IP-instellingen (1 van 4) Item Beschrijving IP Configuration De methode die de HP Jetdirect-printserver gebruikt voor de Method IP-configuratieparameters: BOOTP (standaardinstelling), DHCP, Manual of Auto IP. Voor BOOTP en DHCP worden de IP-parameters automatisch door een BOOTP- of DHCP-server geconfigureerd elke keer dat de printserver wordt aangezet.
  • Pagina 138 Beschrijving Domain Name De naam van het DNS-domein (Domain Name System) waarin de HP Jetdirect-printserver zich bevindt (bijvoorbeeld support.hp.com). De hostnaam maakt hiervan geen deel uit; het is niet de zogenaamde volledig correcte domeinnaam, zoals printer1.support.hp.com. Primary WINS Het IP-adres van de primaire WINS-server (Windows Internet Server Naming Service).
  • Pagina 139 HP Jetdirect-printserver. Banner Page Bepaalt of er een LPD-voorblad voor afdruktaken moet worden afgedrukt. Voor externe HP Jetdirect-printservers met meerdere poorten kunnen alle poorten worden geconfigureerd. Voor interne printservers is er slechts één poort beschikbaar (Poort 1).
  • Pagina 140 DHCP-verzoeken in te schakelen. IPX/SPX Het tabblad IPX/SPX dient voor de configuratie van de IPX/SPX- parameters (Internet Packet Exchange/Sequenced Packet Exchange) van de HP Jetdirect-printserver voor gebruik in een Novell NetWare-netwerk of een IPX/SPX-compatibel netwerk (zoals een Microsoft-netwerk). Zie Tabel 4.5 voor een beschrijving van de items op deze pagina.
  • Pagina 141 IPX/SPX-instellingen (1 van 2) Item Beschrijving IPX/SPX Enable Activeert of deactiveert de werking van het IPX/SPX-protocol op de HP Jetdirect-printserver. Als het vakje niet is aangekruist, is IPX/SPX uitgeschakeld. IPX/SPX Frame Geef het IPX/SPX-frametype op dat door de HP Jetdirect- Type printserver in uw netwerk moet worden gebruikt.
  • Pagina 142 Opmerking: NDS-objecten kunnen niet worden gemaakt door de geïntegreerde webserver. Job Poll Interval Bepaalt de tijd (in seconden) dat de HP Jetdirect-printserver wacht alvorens de afdrukwachtrij te controleren op afdruktaken. PJL Configuration Activeer of deactiveer voor PJL-taken (Printer Job Language)
  • Pagina 143 Klik op Refresh selected zone Info om de lijst met beschikbare zones te vernieuwen. DLC/LLC Met behulp van dit selectievakje kunt u op de HP Jetdirect- printserver het DLC/LLC-protocol (Data Link Control/Logical Link Control) in- of uitschakelen. Als het vakje niet is aangekruist, is het DLC/LLC-protocol uitgeschakeld.
  • Pagina 144 De standaard SNMP-parameters (Simple Network Management Protocol) kunnen door de gebruiker worden gewijzigd. Zie Tabel 4.7. Als u HP Web Jetadmin gebruikt om apparaten LET OP te beheren, gebruikt u HP Web Jetadmin om SNMP v3 en andere beveiligingsinstellingen op de printer naadloos te configureren.
  • Pagina 145 De volgende tabbladen worden weergegeven: Misc. Settings: voor het instellen van diverse geavanceerde protocollen en functies Firmware Upgrade: (voor printservers die firmware-upgrades ondersteunen) voor het opwaarderen van de HP Jetdirect- printserver met nieuwe functies en verbeteringen. De geïntegreerde webserver gebruiken 145 NLWW...
  • Pagina 146 Dient voor het in- en uitschakelen van SLP (Service Location Protocol), wat door sommige clienttoepassingen wordt gebruikt voor het automatisch detecteren en identificeren van de HP Jetdirect-printserver. Telnet Config Dient voor het in- en uitschakelen van toegang tot HP Jetdirect- configuratieparameters via Telnet. Zie Hoofdstuk 3 voor meer informatie.
  • Pagina 147 Hoofdstuk 6 voor meer informatie. LPD Printing Dient voor het in- en uitschakelen van de LPD-services (Line Printer Daemon) op de HP Jetdirect-printserver. LPD op de HP Jetdirect-printserver biedt services voor lineprinter-spooling voor TCP/IP-systemen. Zie Hoofdstuk 5 voor meer informatie.
  • Pagina 148 Geef de gecodeerde bronfaciliteit van een bericht op (bijvoorbeeld voor het bepalen van de bron van bepaalde berichten tijdens het oplossen van problemen). Als standaardinstelling wordt door de HP Jetdirect- printserver LPR als de bronfaciliteitcode gebruikt, maar plaatselijke gebruikerswaarden van local0 tot en met local7 kunnen worden gebruikt om aparte printservers of groepen van printservers te identificeren.
  • Pagina 149 Deze pagina's bevatten de gedetailleerde status van de printserver op het moment dat de fout werd ontdekt. Het kan nodig zijn ondersteunend personeel van HP in te schakelen om deze pagina's te interpreteren. None: er wordt geen pagina met diagnostische gegevens afgedrukt.
  • Pagina 150 één-apparaat van HP wordt geleverd. Als deze optie is uitgeschakeld, is op de printserver geen andere apparaatfunctie met clientsoftware toegestaan dan afdrukken via het netwerk.
  • Pagina 151 Het bestand voor de firmware-upgrade van de printserver moet beschikbaar zijn op het systeem. Om het juiste upgrade-bestand te vinden en op te halen, bezoekt u de on line ondersteuning van HP: http://www.hp.com/go/webjetadmin_firmware Op deze pagina gaat u als volgt te werk: 1.
  • Pagina 152 Ga als volgt te werk om de printserver op te waarderen via de geïntegreerde webserver: 1. Voer het pad van het upgrade-bestand in of klik op Browse om het op te zoeken. 2. Klik vervolgens op Upgrade Firmware. Opmerking Als u een eerdere versie dan de X.24.00-serie opwaardeert, dient u de upgrade opnieuw uit te voeren als ondersteunde niet-Engelse talen gewenst zijn.
  • Pagina 153 Tabel 4.9 LPD-wachtrijparameters (1 van 3) Item Beschrijving Queue Name De naam van de door de gebruiker gedefinieerde wachtrij. Deze naam kan maximaal 32 tekens lang zijn en mag uit alle ASCII-tekens bestaan die kunnen worden weergegeven. U kunt maximaal zes wachtrijen definiëren. Prepend String Voer de naam in van een of meer tekenreeksen die vóór de Name...
  • Pagina 154 RAW - geen verwerking. De LDP (Line Printer Daemon) behandelt gegevens in een raw-wachtrij als een afdruktaak die al is opgemaakt in de PCL-, PostScript- of HP GL/2- printertaal en stuurt de gegevens zonder wijziging naar de printer. (Een door de gebruiker gedefinieerde prepend- of append-tekenreeks wordt op de juiste plaats aan de afdruktaak toegevoegd.)
  • Pagina 155 Tabel 4.9 LPD-wachtrijparameters (3 van 3) Item Beschrijving Value De inhoud van de tekenreeks. Met de parameter String Name wordt de naam van de tekenreeks bepaald, met de parameter Value wordt de inhoud gedefinieerd. Wanneer er een tekenreeksnaam voor een prepend- of append-tekenreeks wordt opgegeven (in de tabel boven aan het browservenster), stuurt de LPD (Line Printer Daemon) de waarde van die tekenreeks vóór of na de afdrukgegevens naar de printer.
  • Pagina 156 USB-instellingen Als de HP Jetdirect-printserver over een USB-aansluiting voor een netwerkapparaat beschikt (bijvoorbeeld voor een USB-printer), wordt er een koppeling naar de USB-configuratieparameters weergegeven.
  • Pagina 157 MLC: (Multiple Logical Channels) Het volgende niveau is MLC, een eigen protocol van HP waarbij meerdere kanalen voor gelijktijdige afdruk-, scan- en statuscommunicatie mogelijk zijn. Bidirectioneel: dit niveau biedt basisprintercommunicatie in twee richtingen.
  • Pagina 158 HP mogen worden verzonden (toegang tot het Internet is vereist). HP kan mede aan de hand van gegevens over productgebruik de productfuncties en services verbeteren. Deze functie is standaard uitgeschakeld.
  • Pagina 159 Via de pagina Wizard kunt u de wizard HP Jetdirect Security Configuration uitvoeren. Deze wizard leidt u door de beveiligingsconfiguratie van de printserver die nodig is voor het netwerk.
  • Pagina 160 Opmerking Als u de wizard niet op de juiste wijze afsluit (bijvoorbeeld zonder de knop Cancel te gebruiken), kan het venster Operation Failed verschijnen. Wanneer dit gebeurt, dient u twee minuten te wachten voordat u de wizard opnieuw start. Restore Defaults Deze pagina gebruikt u om de beveiligingsconfiguratie-instellingen weer in te stellen op de fabriekswaarden.
  • Pagina 161 Enable SNMPv3: (alleen printservers met alle functies) Schakel SNMP v3 in en maak SNMP v3-account. Het verdient geen aanbeveling een SNMP v3-account te maken als u apparaten beheert met HP Web Jetadmin. Zie SNMP. Enable SNMPv1/v2 read-only access: schakel deze...
  • Pagina 162 Enable SNMPv3: (alleen printservers met alle functies) schakel deze optie in om een SNMP v3-account te maken. Het verdient geen aanbeveling een SNMP v3- account te maken als u apparaten beheert met HP Web Jetadmin. Zie SNMP. U gebruikt de pagina Authorization om, indien gewenst, een toegangscontrolelijst te maken om de hosttoegang tot het apparaat te bepalen.
  • Pagina 163 Opmerking 'cold reset' van de printserver uit te voeren. Hierdoor worden de fabriekswaarden hersteld. Door het selectievakje in te schakelen, kunt u HP Web Jetadmin synchroniseren met de SNMP v1/v2c SET-gebruikersgroepnaam. Als u deze functie inschakelt (het selectievakje inschakelt), wordt het beheerderswachtwoord ook gebruikt als de SNMP SET- gebruikersgroepnaam voor SNMP v1/v2c-beheertoepassingen.
  • Pagina 164 Security van de printer en de pagina Admin. Account met de netwerkconfiguratie. Certificates (Alleen HP Jetdirect-printservers met alle functies) Dit tabblad biedt toegang tot installatie-, configuratie- en beheerservices voor digitale X.509-certificaten. Een digitaal certificaat is een elektronisch bericht dat meestal onder meer een sleutel (een korte tekenreeks die wordt gebruikt voor codering en decodering) en een digitale handtekening bevat.
  • Pagina 165 Certificaten configureren. Een CA-certificaat wordt niet opgeslagen wanneer de fabriekswaarden van de printserver worden hersteld. De maximumgrootte van een certificaat dat op de HP Jetdirect- printserver kan worden opgeslagen, is 3072 bytes. De geïntegreerde webserver gebruiken 165 NLWW...
  • Pagina 166 Certificaten configureren Wanneer u op Configure klikt, biedt een wizard voor certificaatbeheer hulp bij het bijwerken of installeren van een certificaat. De vensters die worden weergegeven, zijn afhankelijk van het type certificaat (Jetdirect of CA) en uw keuzen. Tabel 4.12 bevat een beschrijving van de vensters en configuratieparameters die kunnen worden weergegeven.
  • Pagina 167 Tabel 4.12 Vensters voor het configureren van certificaten (2 van 5) Create Certificate Request. Met deze optie wordt u op het volgende scherm gevraagd specifieke informatie over het apparaat en de organisatie op te geven: Certificate Information Deze optie kan worden gebruikt wanneer bijvoorbeeld voor een draadloos verificatieprotocol vereist is dat er een Jetdirect-certificaat is geïnstalleerd dat uitgegeven door een vertrouwde instelling of certificeringsinstantie.
  • Pagina 168 Certificate Information Gebruik deze pagina om informatie in te voeren voor het aanvragen van een certificaat bij een certificeringsinstantie. Common Name. (Vereist) Voor HP Jetdirect-printservers dient u de volledige correcte domeinnaam of een geldig IP-adres op te geven. Voorbeelden: Domeinnaam: mijnprinter.mijnafdeling.mijnbedrijf.nl IP-adres: 192.168.2.116...
  • Pagina 169 Tabel 4.12 Vensters voor het configureren van certificaten (4 van 5) State/Province. (Vereist voor alle landen/regio's) Moet ten minste uit drie tekens bestaan. (vereist) Country/Region. Uit twee tekens bestaande ISO 3166-land-/regiocode. Gebruik bijvoorbeeld 'gb' voor Groot-Brittannië of 'us' voor Verenigde Staten (vereist). Install Certificate of Install CA Certificate Gebruik het scherm "Install Certificate"...
  • Pagina 170 Wees voorzichtig bij het gebruik van deze functie. Als het systeem niet goed is opgegeven in de lijst of als toegang via HTTP is uitgeschakeld, is het mogelijk dat u niet meer met de HP Jetdirect- printserver kunt communiceren. Raadpleeg voor gebruik van de hosttoegangslijst als...
  • Pagina 171 Hostsystemen worden opgegeven door middel van het IP-adres of het netwerknummer. Als het netwerk over subnetten beschikt, kan een adresmasker worden gebruikt om aan te geven of een IP-adres een individueel hostsysteem of een groep hostsystemen aanduidt. Voorbeelden. Raadpleeg de onderstaande tabel met voorbeeldinformatie: IP-adres Masker...
  • Pagina 172 HTTPS. Mogelijk is het omleiden van uw browser naar HTTPS een transparante procedure. Dit is afhankelijk van de mogelijkheden van uw browser. Draadloze printservers van HP zijn standaard geconfigureerd om HTTPS-communicatie te eisen. Vaste printservers van HP zijn standaard geconfigureerd om HTTPS en HTTP toe te staan.
  • Pagina 173 Tabel 4.7 voor een beschrijving van SNMP-keuzen. SNMP v3. De HP Jetdirect-printserver bevat een SNMP v3-agent (Simple Network Management Protocol, versie 3) voor uitgebreide SNMP-beveiliging. De SNMPv3-agent maakt gebruik van een op de gebruiker gebaseerd beveiligingsmodel voor SNMP v3 (RFC 2574) dat zorgt voor gebruikersverificatie en gegevensprivacy door codering.
  • Pagina 174 LET OP U dient Telnet uit te schakelen en beveiligde geïntegreerde webcommunicatie via HTTPS in te schakelen voordat u de eerste SNMP v3-account maakt. Hiermee voorkomt u toegang tot of onderschepping van accountgegevens via een onveilige verbinding. SNMP v1- en v2c-agents kunnen naast de SNMP v3-agent bestaan.
  • Pagina 175 Discovery worden ondersteund, in- of uitschakelen: SLP (Service Location Protocol). Indien deze optie is ingeschakeld, verzendt de HP Jetdirect-printserver SLP-pakketten, die door systeemtoepassingen voor automatische detectie en installatie worden gebruikt. Als deze optie is uitgeschakeld, worden er geen SLP-pakketten verzonden.
  • Pagina 176 Gebruik deze lijsten voor het bevestigen van de door u gewenste instellingen. Configuration Page Deze pagina biedt een weergave van de HP Jetdirect- configuratiepagina met een samenvatting van de status en de configuratie-informatie van de HP Jetdirect-printserver. De inhoud van deze pagina wordt beschreven in Hoofdstuk De geïntegreerde webserver gebruiken 176...
  • Pagina 177 De standaardwebkoppelingen zijn onder andere de webpagina's voor de on line klantenondersteuning van HP en productinformatie (toegang tot het Internet is vereist om deze pagina's te kunnen bekijken). HP Web Jetadmin HP Web Jetadmin is het belangrijkste hulpprogramma voor beheer van netwerkrandapparatuur van HP.
  • Pagina 178 De HP Jetdirect-printserver bevat een LPD-servermodule (Line Printer Daemon) voor de ondersteuning van afdrukken via LPD. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de HP Jetdirect- printserver moet configureren voor gebruik met de diverse systemen die afdrukken via LPD ondersteunen. Deze instructies...
  • Pagina 179 Veelgebruikte systemen die de LPD-functionaliteit van de HP Jetdirect-printserver ondersteunen, zijn onder andere: Op Berkeley gebaseerde (BSD) UNIX-systemen HP-UX Solaris IBM AIX Linux Windows NT/2000 Mac OS De configuratievoorbeelden voor UNIX in deze sectie tonen de syntaxis voor op BSD gebaseerde UNIX-systemen. De syntaxis voor uw besturingssysteem kan variëren.
  • Pagina 180 Vereisten voor de configuratie van LPD Vóór u afdrukken via LPD kunt gebruiken, moet de printer correct via de HP Jetdirect-printserver op het netwerk zijn aangesloten en moet u over statusinformatie over de printserver beschikken. Deze informatie wordt weergegeven op de HP Jetdirect- configuratiepagina.
  • Pagina 181 Overzicht van LPD-setup De volgende stappen zijn noodzakelijk voor het configureren van de HP Jetdirect-printserver voor het afdrukken via LPD: 1. IP-parameters instellen. 2. Afdrukwachtrijen opzetten. 3. Een testbestand afdrukken. De volgende secties bevatten uitgebreide beschrijvingen voor elke stap. Stap 1. IP-parameters instellen...
  • Pagina 182 De LPD (Line Printer Daemon) op de HP Jetdirect-printserver behandelt gegevens in de wachtrij text als ongeformatteerde tekst of ASCII en voegt een return toe aan elke regel voordat deze naar de printer wordt verstuurd. (Het werkelijk waargenomen gedrag is dat een PCL-regelbeëindigingsopdracht (met waarde 2) wordt...
  • Pagina 183 Zie de pagina printcap voor meer informatie over printcap. Voorbeeld: printcap-gegevens voor ASCII- of tekstprinters lj1_text|text1:\ :lp=:\ :rm=laserjet1:\ :rp=text:\ :lf=/usr/spool/lpd/lj1_text.log:\ :sd=/usr/spool/lpd/lj1_text: Voorbeeld: printcap-gegevens voor PostScript-, PCL- of HP-GL/2-printers lj1_raw|raw1:\ :lp=:\ :rm=laserjet1:\ :rp=raw:\ :lf=/usr/spool/lpd/lj1_raw.log:\ :sd=/usr/spool/lpd/lj1_raw: Configuratie voor afdrukken via LPD 183 NLWW...
  • Pagina 184 Als uw printer geen ondersteuning biedt voor automatisch schakelen tussen de PostScript-, PCL- en HP-GL/2-printertaal, gebruikt u het bedieningspaneel van de printer (indien aanwezig) om een printertaal te selecteren of laat u selectie van de printertaal over aan de toepassing via in de afdrukgegevens ingesloten opdrachten.
  • Pagina 185 Selecteer, voordat u het SAM-hulpprogramma uitvoert, een IP-adres voor de HP Jetdirect-printserver en voeg dit toe aan het bestand /etc/hosts op het systeem waarop HP-UX wordt uitgevoerd. 1. Start het SAM-hulpprogramma als supergebruiker. 2. Kies Randapparatuur in het hoofdmenu. 3. Kies Printers/plotters in het menu Randapparatuur.
  • Pagina 186 Voorbeelden (voor op BSD gebaseerde systemen): lpq -Ptext1 lpq -Praw1 Vervang voor HP-UX-systemen lpq -P door lpstat om de afdrukstatus weer te geven. Het proces voor de configuratie van de HP Jetdirect-printserver voor het gebruik van LPD is nu voltooid.
  • Pagina 187 LPD op Windows NT/2000-systemen In deze sectie wordt beschreven hoe Windows NT/2000-netwerken geconfigureerd worden voor gebruik van HP Jetdirect LPD-services (Line Printer Daemon). Het proces bestaat uit twee delen: De installatie van TCP/IP-software (indien nog niet geïnstalleerd) De configuratie van een LPD-netwerkprinter...
  • Pagina 188 NT 4.0 — Klik op Start, Instellingen, Configuratiescherm. Dubbelklik vervolgens op Netwerk om het dialoogvenster Netwerk weer te geven. Als het TCP/IP-protocol vermeld staat op het tabblad Protocollen en Microsoft TCP/IP-afdrukken vermeld staat op het tabblad Services, is de noodzakelijke software reeds geïnstalleerd.
  • Pagina 189 Als u een client configureert, vraagt u uw netwerkbeheerder of de automatische TCP/IP-configuratie moet worden ingeschakeld en of u een statisch IP-adres, standaard- gateway-adres en subnetmasker moet opgeven in de daarvoor bestemde vakken. 4. Klik op OK om af te sluiten. 5.
  • Pagina 190 6. Ga als volgt te werk in het venster LPR-compatibele printer toevoegen: a. Voer de DNS-naam of het IP-adres in van de HP Jetdirect- printserver. b. Voor de naam van de printer of afdrukwachtrij op de HP Jetdirect-printserver voert u (in kleine letters) raw,...
  • Pagina 191 4. Klik op Poort toevoegen. 5. Selecteer LPR-poort en klik op Nieuwe poort. 6. Typ in het vak Naam of adres van server die lpd levert het IP-adres of de naam van de HP Jetdirect-printserver. Opmerking NT-clients kunnen het IP-adres of de naam opgeven van de NT-server die voor afdrukken via LPD is geconfigureerd.
  • Pagina 192 Opmerking Voor een externe HP Jetdirect-printserver met drie poorten koppelt u een poortnummer aan de wachtrijnaam (bijvoorbeeld raw1, raw2 of raw3). 8. Controleer of de printer is geselecteerd onder Printer toevoegen in de lijst met beschikbare poorten. Klik vervolgens op Volgende.
  • Pagina 193 LPD op Windows XP-systemen In deze sectie wordt beschreven hoe Windows XP-netwerken moeten worden geconfigureerd voor HP Jetdirect LPD-services (Line Printer Daemon). Het proces bestaat uit twee delen: Optionele Windows-netwerkonderdelen toevoegen Het configureren van een LPD-netwerkprinter Optionele Windows-netwerkonderdelen toevoegen 1. Klik op Start.
  • Pagina 194 5. Ga als volgt te werk in het venster LPR-compatibele printer toevoegen: a. Type de DNS-naam (Domain Name System of het IP-adres (Internet Protocol) van de HP Jetdirect-printserver. b. Typ (in kleine letters) de naam van de afdrukwachtrij voor de HP Jetdirect-printserver (bijvoorbeeld: raw, text, auto of binps.)
  • Pagina 195 Nieuwe poort. 5. Typ in het vak Naam of adres van server die lpd levert de DNS-naam of het IP-adres van de HP Jetdirect-printserver. 6. Typ in het dialoogvenster Naam van printer of afdrukwachtrij op die computer (in kleine letters) de naam van de...
  • Pagina 196 Voordat u een printer kunt instellen voor afdrukken via LPD, moet er een IP-adres worden toegewezen aan de printer of de printserver. Gebruik het HP LaserJet-hulpprogramma om het IP-adres als volgt te configureren: 1. Dubbelklik op het HP LaserJet-hulpprogramma in de map HP LaserJet.
  • Pagina 197 Bureaublad. 11. Sluit het programma af. Voor de recentste informatie over het gebruik van de HP Jetdirect LPD-services op Mac OS-systemen zoekt u naar LPR printing op de website van de Tech Info Library van Apple Computer op http://til.info.apple.com.
  • Pagina 198 Het FTP-protocol wordt gebruikt om af te drukken bestanden van een clientsysteem naar een printer te sturen die via HP Jetdirect is aangesloten. Tijdens een FTP-afdruksessie maakt de client verbinding met de HP Jetdirect FTP-server en stuurt de client een af te drukken bestand naar de server, die dit bestand vervolgens naar de printer stuurt.
  • Pagina 199 Afdrukbestanden De HP Jetdirect FTP-server stuurt af te drukken bestanden door naar de printer, maar interpreteert deze niet. Om bestanden correct af te drukken moeten deze in een taal zijn die door de printer herkend kan worden (zoals PostScript, PCL of niet-opgemaakte tekst).
  • Pagina 200 FTP-server op de HP Jetdirect-printserver. FTP-controleverbindingen worden gebruikt om opdrachten uit te wisselen tussen de client en de FTP-server. De HP Jetdirect-printserver kan tot vier controleverbindingen (of FTP-sessies) tegelijk ondersteunen. Als het aantal toegestane verbindingen wordt overschreden, verschijnt er een bericht om aan te geven dat de betreffende service niet beschikbaar is.
  • Pagina 201 De overdrachtsmodus voor een FTP-gegevensverbinding met de HP Jetdirect-printserver is altijd de stromingsmodus, waarbij de detectie van het einde van het bestand tot het sluiten van de gegevensverbinding leidt. Zodra er een gegevensverbinding tot stand is gebracht, kunt u het bestandsoverdrachtstype aangeven (ASCII of binair).
  • Pagina 202 De Jetdirect FTP-server accepteert echter elke willekeurige gebruikersnaam. Wachtwoorden worden genegeerd. Nadat de gebruiker zich heeft aangemeld, verschijnt het bericht "230" op de clientcomputer. Tevens worden de HP Jetdirect-poorten weergegeven die voor het afdrukken beschikbaar zijn. De interne HP Jetdirect-printservers bieden een enkele poort (Poort 1).
  • Pagina 203 Hiermee geeft u de huidige directory of de huidige Jetdirect-afdrukpoort weer. <bestandsnaam> duidt het bestand aan dat naar de geselecteerde poort van de HP Jetdirect-printserver zal <bestandsnaam> worden gestuurd. Voor printservers met meerdere poorten kunt u een andere poort opgeven met de opdracht: put <bestandsnaam>...
  • Pagina 204 HP Color LaserJet 4500" ftp> cd port1 250 Changed directory to "/PORT1" ftp> pwd 257 "/PORT1" is current directory. "HP Color LaserJet 4500" ftp> bin 200 Type set to I. Using binary mode to transfer files. ftp> put d:\atlas\temp\ftp_test.ps 200 PORT command successful.
  • Pagina 205 Beveiligingsfuncties Inleiding De beveiligingsfuncties worden geleverd om onbevoegde toegang tot de netwerkconfiguratieparameters en andere gegevens opgeslagen op HP Jetdirect-printservers zoveel mogelijk te beperken. De functies kunnen verschillen afhankelijk van de versie van de firmware op de printserver. LET OP Hoewel deze functies bijdragen aan het beperken...
  • Pagina 206 U kunt protocollen in- of uitschakelen met Telnet, de geïntegreerde webserver en HP Web Jetadmin. Beheerderswachtwoord voor IP Wordt door Telnet, HP Web Jetadmin en de geïntegreerde webserver gebruikt voor het regelen van toegang tot de configuratieparameters van HP Jetdirect- printservers.
  • Pagina 207 Samenvatting van de beveiligingsfuncties voor HP Jetdirect (2 van 4) IP-toegangscontrolelijst Bevat maximaal tien hostsystemen, of netwerken van hostsystemen, die toegang hebben tot de HP Jetdirect-printserver en het aangesloten netwerkapparaat. Toegang blijft over het algemeen beperkt tot de hostsystemen die in de lijst staan.
  • Pagina 208 De printserver ondersteunt het maken van een SNMP v3-account wanneer deze is ingeschakeld via de geïntegreerde webserver. De accountgegevens kunnen in SNMP v3-beheertoepassingen worden geïntegreerd. Het maken en beheren van de SNMP v3-account vanuit HP Web Jetadmin wordt probleemloos ondersteund door de printserver. Beveiligingsfuncties 208...
  • Pagina 209 HP Jetdirect en de printer. Raadpleeg voor meer informatie de on line Help van HP Web Jetadmin. (Alleen voor printservers met alle functies) Met HP Web Jetadmin kan de SNMP v3-agent probleemloos op de printserver worden ingeschakeld en kan een SNMP v3-account worden gemaakt voor veilig, gecodeerd beheer.
  • Pagina 210 Instellingen Niveau van toegangsregeling Toegankelijk via HTTP (geïntegreerde webserver), Meest geschikt voor vertrouwde omgevingen. SNMP v1/v2c-toepassingen Elk systeem heeft toegang tot de HP Jetdirect- of Telnet. configuratieparameters via de geïntegreerde Beheerderswachtwoord webserver, Telnet of SNMP-beheersoftware. niet ingesteld Wachtwoorden zijn niet vereist.
  • Pagina 211 Tabel 7.2 Instellingen voor de toegangsregeling Instellingen Niveau van toegangsregeling Niet-gebruikte protocollen High uitgeschakeld Hoge beveiliging voor niet-vertrouwde, professioneel beheerde omgevingen. HTTPS-toegang ingeschakeld met gebruik van certificaten Toegang is beperkt tot geverifieerde hosts die in uitgegeven door vertrouwde de toegangscontrolelijst zijn vermeld. Codering instanties zorgt voor gegevensprivacy.
  • Pagina 212 Problemen met de printer Problemen met het installeren en aansluiten van de HP Jetdirect-hardware Problemen die met het netwerk te maken hebben Om problemen met de HP Jetdirect-printserver op te kunnen lossen, hebt u mogelijk de volgende items nodig: Een Jetdirect-configuratiepagina (zie Hoofdstuk...
  • Pagina 213 Fabriekswaarden herstellen U kunt de parameters op de HP Jetdirect-printserver (bijvoorbeeld het IP-adres) terugzetten op de fabriekswaarden met behulp van de volgende procedures: Wanneer u bij draadloze HP Jetdirect-printservers LET OP de fabriekswaarden hersteld, kan de printserver de draadloze verbinding met het netwerk verliezen.
  • Pagina 214 LIO-printserver afkomstig is van de printer, dient de printer ingeschakeld te zijn. Externe HP Jetdirect-printservers U kunt de fabriekswaarden van de externe HP Jetdirect- printserver herstellen door de knop Test op de printserver ingedrukt te houden terwijl u de voedingskabel aansluit.
  • Pagina 215 "I/O-kaart klaar" op de Zie hoofdstuk 9 configuratiepagina weergegeven? Is er communicatie tussen de printer Zie procedure 4 en het netwerk? Als het probleem aanhoudt, raadpleegt u de netwerkdocumentatie. Afbeelding 8.1 Het probleem bepalen Problemen met de HP Jetdirect-printserver oplossen 215 NLWW...
  • Pagina 216 3. Is het display van het bedieningspaneel van de printer leeg (op printers met een display)? Controleer of de printer aan staat. Controleer of de HP Jetdirect-printserver juist is geïnstalleerd. 4. Is het doorvoerlichtje aan (indien van toepassing)? Als het doorvoerlichtje aan is, kan dat betekenen dat er geen...
  • Pagina 217 De HP Jetdirect-configuratiepagina is een belangrijk hulpmiddel bij het oplossen van problemen. De informatie op deze pagina geeft aan wat de status is van het netwerk en de HP Jetdirect- printserver. De mogelijkheid om een configuratiepagina af te drukken geeft aan dat de printer goed functioneert. Zie Hoofdstuk 9 voor informatie over de HP Jetdirect-configuratiepagina.
  • Pagina 218 Als de printer over meerdere EIO-sleuven beschikt, kunt u proberen om een andere sleuf te gebruiken. Zet de printer uit, verwijder de HP Jetdirect-printserver en zet de printer weer aan. Als het foutbericht verdwijnt wanneer de printserver is verwijderd, wordt de fout waarschijnlijk door de printserver veroorzaakt.
  • Pagina 219 2. Verschijnt het bericht EIOX-INITIALISATIE/NIET UITZETTEN op het display? Wacht tien minuten om te zien of dit bericht verdwijnt. Als dit niet gebeurt, kan het zijn dat u de HP Jetdirect-printserver moet vervangen. 3. Verschijnt het bericht 40 FOUT op het display van de printer? De HP Jetdirect-printserver heeft een onderbreking in de gegevenscommunicatie ontdekt.
  • Pagina 220 Controleer of de instellingen van het draadloze netwerk correct zijn geconfigureerd. 2. Zijn de netwerkkabels goed aangesloten? Controleer of de printer met de juiste HP Jetdirect- printserverpoort en kabel is aangesloten op het netwerk. Controleer of alle kabelverbindingen goed vastzitten en op de juiste plaats zitten.
  • Pagina 221 Gebruik de volgende Telnet-opdracht: telnet <IP address> <port> waarbij <IP address> het IP-adres is dat aan de HP Jetdirect- printserver is toegewezen en <port> 9100 is. (Voor een externe Jetdirect-printserver met meerdere poorten kan eveneens HP Jetdirect-gegevenspoort 9101 of 9102 worden gebruikt voor respectievelijk poort 2 of 3.)
  • Pagina 222 (wellicht is een handmatige opdracht voor papierdoorvoer nodig). 12. Wordt de printer weergegeven in HP Web Jetadmin of een ander beheerprogramma? Controleer de netwerk- en HP Jetdirect-instellingen op de Jetdirect-configuratiepagina. Zie...
  • Pagina 223 Zorg ervoor dat u hpsetup opgeeft in kleine letters. De HP Jetdirect-printserver is ingeschakeld en werkt correct (druk een Jetdirect-configuratiepagina af). U bevindt zich binnen het bereik van de HP Jetdirect- printserver. Er zijn in totaal minder dan zes apparaten in het ad-hocnetwerk (met SSID hpsetup).
  • Pagina 224 Mijn geconfigureerde kanaal komt niet overeen met de configuratiepagina (Alleen Ad-hocmodus) Met de HP-configuratieprogramma's kunt u kanaal 10 (standaardinstelling) of 11 op de draadloze HP Jetdirect- printserver kiezen. Dit kanaal wordt alleen door de printserver gebruikt om de netwerknaam (SSID) te verzenden als de printserver geen bestaand draadloos netwerk heeft kunnen vinden om zich op aan te sluiten.
  • Pagina 225 Kan wizard HP Jetdirect Wireless Setup Wizard niet gebruiken De wizard HP Jetdirect Wireless Setup Wizard wordt gebruikt om de draadloze HP Jetdirect-printserver te configureren met draadloze netwerkinstellingen voor toegang tot het netwerk. Als u deze wizard niet kunt gebruiken, raadpleegt u andere opties die worden beschreven in HP Jetdirect-printserver - Handleiding voor beheerders voor dit printservermodel.
  • Pagina 226 Voeg een externe antenne toe aan de draadloze HP Jetdirect- printserver (als deze een externe antenne ondersteunt). In de meeste kantoren zal het verhogen van de externe antenne van de printserver het bereik en de prestaties van de printserver verbeteren.
  • Pagina 227 Downloaden van firmware is mislukt Draadloze HP Jetdirect-printservers ondersteunen de netwerkinstallatie, of het downloaden, van firmware-upgrades voor nieuwe of verbeterde functies. Net als bij andere HP Jetdirect- printservers, kunnen firmware-upgrades worden gedownload met hulpmiddelen zoals HP Download Manager (Windows), HP Web Jetadmin of FTP (File Transfer Protocol).
  • Pagina 228 Als de printserver is uit- en weer ingeschakeld en de draadloze netwerkverbinding is verbroken, voert u de volgende stappen uit: 1. Installeer een downloadhulpmiddel (zoals HP Download Manager of HP Web Jetadmin) op een ondersteunde draadloze computer. 2. Kopieer de firmware-upgradebestanden naar de draadloze computer.
  • Pagina 229 HP Jetdirect-printserver kunt oplossen. 1. Druk een Jetdirect-configuratiepagina af. 2. Controleer of de IP-configuratiewaarden correct zijn. Als dit niet het geval is, moet u de HP Jetdirect-printserver opnieuw configureren. 3. Meld u aan bij het hostsysteem en typ: ping <IP address>...
  • Pagina 230 De uitgeschakelde wachtrij kan opnieuw worden gestart met de volgende opdracht: HP-UX: enable qname Problemen met de HP Jetdirect-printserver oplossen 230 NLWW...
  • Pagina 231 HP Jetdirect-printservers en het oplossen van problemen. Deze pagina biedt identificatie-informatie (zoals het HP Jetdirect-model, de versie van de firmware en het LAN-hardwareadres) en status- en configuratieparameters van ondersteunde netwerkprotocollen. Tevens vindt u op deze pagina statistische gegevens over het netwerk die zijn verzameld door de printserver.
  • Pagina 232 Voorbeeld van een Jetdirect-configuratiepagina De Jetdirect-configuratiepagina is onderverdeeld in gedeelten, zoals aangegeven in de volgende tabel. De rest van dit hoofdstuk bevat de gedetailleerde beschrijvingen en instellingen van de parameters, met inbegrip van foutberichten, voor elk gedeelte. HP Jetdirect-configuratiepagina 232 NLWW...
  • Pagina 233 Naam van Beschrijving gedeelte HP Jetdirect- Geeft de HP Jetdirect-printserver aan en bevat de algemene configuratie of status. Zie Tabel 9.1 voor informatie over items in dit gedeelte. algemene (Raadpleeg voor foutberichten Tabel 9.12.) informatie Informatie over (Alleen externe HP Jetdirect-printservers) Bevat de huidige status USB-printer van de USB-verbinding met de printer.
  • Pagina 234 Berichten op de configuratiepagina HP Jetdirect-configuratie/algemene informatie De informatie in dit gedeelte bevat de algemene HP Jetdirect- printserverconfiguratie zoals beschreven in Tabel 9.1. Raadpleeg voor foutberichten Tabel 9.12. Tabel 9.1 Configuratie HP Jetdirect (1 van 2) Bericht Beschrijving STATUS: Huidige status van de HP Jetdirect-printserver.
  • Pagina 235 FABRICAGE-ID: De fabricage-identificatiecode voor gebruik door de medewerkers van de on line ondersteuning van HP. VERVAARDIGD OP: De datum waarop de HP Jetdirect-printserver is gemaakt. Totaal verzonden (Draadloze HP Jetdirect 802.11b-printservers) Totaal...
  • Pagina 236 Instellingen voor een USB-printer Dit gedeelte heeft alleen betrekking op externe HP Jetdirect- printservers met USB-printeraansluitingen. USB-informatie op de HP Jetdirect-configuratiepagina wordt beschreven in Tabel 9.2. Voor niet-HP-apparaten is mogelijk niet alle informatie beschikbaar. Tabel 9.2 USB-instellingen Bericht Beschrijving Apparaatnaam Naam van het aangesloten USB-afdrukapparaat, opgegeven door de fabrikant.
  • Pagina 237 BEZIG MET SCANNEN NAAR SSID: de printer scant op alle kanalen naar apparaten op de opgegeven SSID. Controleer de opgegeven SSID of controleer de status van het toegangspunt (Infrastructuur-modus) of andere draadloze apparaten. De printer gaat door met scannen naar de opgegeven SSID. HP Jetdirect-configuratiepagina 237 NLWW...
  • Pagina 238 Controleer de verificatiemethode in het veld Verificatietype. CODERING VEREIST: codering is vereist op dit netwerk, maar is niet ingeschakeld op de HP Jetdirect- printserver. Controleer de configuratie van de codering. Communicatiemodus Bepaalt de topologie van het draadloze netwerk die op de Jetdirect-printserver wordt geconfigureerd.
  • Pagina 239 (wanneer er meerdere sleutels op de printserver zijn geconfigureerd en opgeslagen). EAP: (Alleen Infrastructuur-modus) IEEE 802.1x EAP (Extensible Authentication Protocol) maakt gebruik van netwerkverificatieservers voor clienttoegang. HP Jetdirect EAP ondersteunt LEAP-, PEAP-, EAP-MD5-, EAP-TLS-en EAP-TTLS-verificatieprotocollen. Een verificatiefout kan erop duiden dat de EAP-verificatieserver het verificatieverzoek van de printserver heeft afgewezen.
  • Pagina 240 128-bit WEP: een door de gebruiker opgegeven statische 104/128-bit WEP-coderingssleutel is geconfigureerd op basis van 13 alfanumerieke ASCII-tekens of 26 hexadecimale cijfers. Dynamisch (WEP/WPA): er wordt dynamische codering gebruikt met WEP, WPA of beide. None: er zijn geen coderingssleutels geconfigureerd. HP Jetdirect-configuratiepagina 240 NLWW...
  • Pagina 241 Geeft aan of er een IP-beheerderswachtwoord is geconfigureerd op de printserver. Dit wachtwoord wordt ook gebruikt voor Telnet, de geïntegreerde webserver en HP Web Jetadmin om toegang tot configuratieparameters van de printserver te bepalen. Er mogen maximaal 16 alfanumerieke tekens worden gebruikt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
  • Pagina 242 Opgegeven: er is een door de gebruiker opgegeven SNMP-gebruikersgroepnaam ingesteld. Toegangslijst: Geeft aan of er op de HP Jetdirect-printserver een controlelijst voor hosttoegang is geconfigureerd. De controlelijst voor hosttoegang geeft het IP-adres van aparte systemen of een IP-netwerk van systemen aan die toestemming hebben voor toegang tot de printserver en het apparaat.
  • Pagina 243 Hierbij zijn niet inbegrepen de pakketten die specifiek voor andere knooppunten zijn bestemd. ONTV UNICAST: Aantal frames dat speciaal is gericht aan deze HP Jetdirect- printserver. Broadcast- of multicast-pakketten vallen hier niet onder. ONTV FOUTIEF: Totaal aantal frames (pakketten) dat met fouten door de HP Jetdirect-printserver is ontvangen.
  • Pagina 244 ONTV BURST- Aantal keer dat de HP Jetdirect Token Ring-printserver FOUTEN: geen overgangen gedurende een periode van vijf half-bits heeft gedetecteerd tussen de SD (Start Delimiter) en de ED (End Delimiter).
  • Pagina 245 TCP/IP-configuratie-informatie (1 van 4) Bericht Beschrijving STATUS: Huidige TCP-status. KLAAR: duidt erop dat de HP Jetdirect-printserver op gegevens wacht via TCP/IP. UITGESCHAKELD: duidt erop dat TCP/IP handmatig is uitgeschakeld. INITIALISATIE: duidt erop dat de printserver naar de BOOTP-server zoekt of het configuratiebestand probeert op te halen via TFTP.
  • Pagina 246 RARP: automatische configuratie via het RARP (Reverse Address Resolution Protocol). DOOR GEBRUIKER: handmatige configuratie via Telnet, het bedieningspaneel van de printer, HP Web Jetadmin, de geïntegreerde webserver of een andere methode. STANDAARD-IP: het standaard-IP-adres is toegewezen. Dit adres is mogelijk geen geldig adres voor uw netwerk.
  • Pagina 247 Wordt weergegeven als BOOTP, DHCP of RARP wordt gebruikt voor de TCP/IP-configuratie. Dit geeft het IP-adres aan van het systeem dat reageert op de aanvraag DHCP-SERVER: van de HP Jetdirect-printserver voor automatische TCP/IP-configuratie over het netwerk. RARP-SERVER: NIET OPGEGEVEN: geeft aan dat het IP-adres van de configuratieserver niet kan worden bepaald of op nul is ingesteld in het antwoordpakket.
  • Pagina 248 HP Web Jetadmin wordt gevonden, wordt de URL weergegeven van het hostsysteem dat voor de services van HP Web Jetadmin wordt gebruikt. De URL is beperkt tot twee regels en kan worden afgekort. NIET OPGEGEVEN: duidt erop dat de URL van de hostcomputer voor Web Jetadmin niet kon worden vastgesteld of niet is geconfigureerd.
  • Pagina 249 Bericht Beschrijving STATUS: Geeft de huidige status van het IPX/SPX-protocol aan. KLAAR: duidt erop dat de HP Jetdirect-printserver op gegevens wacht via IPX/SPX. UITGESCHAKELD: duidt erop dat IPX/SPX handmatig is uitgeschakeld. INITIALISATIE: duidt erop dat de printserver bezig is met het registreren van het knooppuntadres of de naam.
  • Pagina 250 NETWERK De eerste kolom (Netwerk) duidt op het netwerknummer dat is gekoppeld aan een protocol-frametype voor de XXXXXX XXXXXX communicatie tussen de printer en de HP Jetdirect- XXXXXX printserver. XXXXXX ONBEKEND: duidt erop dat de HP Jetdirect-printserver nog steeds probeert te bepalen welk netwerknummer moet worden gebruikt.
  • Pagina 251 Bericht Beschrijving STATUS: Geeft de huidige status van de Novell NetWare- configuratie aan. KLAAR: duidt erop dat de HP Jetdirect-printserver wacht op gegevens. UITGESCHAKELD: duidt erop dat IPX/SPX handmatig is uitgeschakeld. INITIALISATIE: duidt erop dat de printserver bezig is met het registreren van het knooppuntadres of de naam.
  • Pagina 252 De standaardinstelling is 2 seconden. SAP-INTERVAL: Duidt op de tijd (in seconden) dat de HP Jetdirect- printserver wacht tussen uitzendingen van het SAP-protocol (Service Advertising Protocol) op het netwerk. De standaardinstelling is 60 seconden.
  • Pagina 253 AppleTalk-configuratie-informatie Bericht Beschrijving STATUS: Geeft de huidige status van de AppleTalk-configuratie aan. KLAAR: duidt erop dat de HP Jetdirect-printserver wacht op gegevens. UITGESCHAKELD: duidt erop dat AppleTalk handmatig is uitgeschakeld. INITIALISATIE: duidt erop dat de printserver bezig is met het registreren van het knooppuntadres of de naam. Het is mogelijk dat tevens een verder statusbericht wordt weergegeven.
  • Pagina 254 DLC/LLC-configuratie-informatie Bericht Beschrijving STATUS: Geeft de huidige status van het DLC/LLC-protocol aan. KLAAR: duidt erop dat de HP Jetdirect-printserver wacht op gegevens. UITGESCHAKELD: duidt erop dat DLC/LLC handmatig is uitgeschakeld. INITIALISATIE: duidt erop dat de printserver bezig is met het registreren van het knooppuntadres of de naam. Het is mogelijk dat tevens een verder statusbericht wordt weergegeven.
  • Pagina 255 Code: Voor de Openen-opdracht kunnen de volgende foutcodes worden gedetecteerd: Functiefout: de HP Jetdirect-printserver is niet in staat om naar zichzelf uit te zenden terwijl de printserver door zijn lus is gestoken in de draad-concentrator van Token Ring. Dit bericht kan tevens aangeven dat er gegevensframes zijn ontvangen vóór daadwerkelijke installatie.
  • Pagina 256 Mogelijk worden de claim-token-frames door de HP Jetdirect-printserver verzonden. Eén station: de HP Jetdirect-printserver heeft bemerkt dat hij het enige station in de ring is. Verwijdering ontv: de HP Jetdirect-printserver heeft een gegevensframe voor adapterverwijdering ontvangen tijdens...
  • Pagina 257 03 LAN-FOUT - EXT. De HP Jetdirect-printserver is verkeerd op het netwerk RONDKOPPEL TEST aangesloten of is defect. Zorg ervoor dat de HP Jetdirect- printserver naar behoren op het netwerk is aangesloten. Controleer verder de bekabeling en de aansluitingen. 05 GEEN SIGNAAL (Draadloze 802.11b, alleen Infrastructuur-modus)
  • Pagina 258 Als de fout aanhoudt, vervangt u de HP Jetdirect-printserver. Zie voor informatie over het vervangen de Print Server Hardware Installation Guide. 09 BEZIG MET (Draadloze 802.11b) De printer scant op alle kanalen...
  • Pagina 259 GEEN LINKBEAT weergegeven als LinkBeat niet wordt gevonden. Controleer de netwerkkabel en controleer of de concentrator/hub LinkBeat geeft. 13 HERCONFIG. Zet de HP Jetdirect-printserver uit en weer aan of gebruik NETWERK - de reset-functie om de nieuwe configuratiewaarden te HERSTART activeren.
  • Pagina 260 19 GEEN WACHTRIJ De HP Jetdirect-printserver heeft ontdekt dat er voor het TOEGEWEZEN printserverobject geen wachtrijen zijn toegewezen. Wijs wachtrijen toe aan het printserverobject met het hulpprogramma voor printerinstallatie of voor NetWare.
  • Pagina 261 NetWare-hulpprogramma (zoals PCONSOLE) of een ander hulpprogramma om het printserverobject aan te maken. Als de HP Jetdirect-printserver is geconfigureerd voor meerdere bestandsservers, wordt de fout alleen op de configuratiepagina weergegeven als geen van de bestandsservers de verbinding heeft gemaakt.
  • Pagina 262 Foutberichten (6 van 12) Foutcode en bericht Beschrijving 20 AANMELDEN Er is een fout ontdekt toen de HP Jetdirect-printserver zich MISLUKT probeerde aan te melden bij de bestandsserver. Dit kan worden veroorzaakt doordat het printserverobject niet op de bestandsserver bestaat of vanwege een veiligheidscontrole die voorkomt dat de printserver zich kan aanmelden.
  • Pagina 263 Beschrijving 24 VERBINDING De NetWare-printserver heeft verzocht om beëindiging van PSERVER de verbinding met de HP Jetdirect-printserver. Er is geen VERBROKEN fout en er is ook geen fout aangegeven. Controleer of de NetWare-printserver actief is en start deze indien nodig opnieuw.
  • Pagina 264 ONOPGELOST communicatieprobleem bestaat. 30 NDS PRINT Het HP Jetdirect-printserverobject is onvindbaar in de SERVERNAAM FOUT opgegeven NDS-context. 31 NDS PS Kan een lijst van printerobjecten niet vinden die moeten zijn PRINTERLIJST-FOUT toegewezen aan het printserverobject.
  • Pagina 265 40 ARP DUBBEL De ARP-laag heeft een ander knooppunt op het netwerk IP-ADRES ontdekt dat hetzelfde IP-adres gebruikt als de HP Jetdirect- printserver. Uitgebreide foutinformatie onder dit bericht toont het hardwareadres van het andere knooppunt. 41 NOVRAM-FOUT De HP Jetdirect-printserver kan de inhoud van zijn NOVRAM niet lezen.
  • Pagina 266 4F TFTP-FOUT: OP De TFTP-overdracht van het configuratiebestand vanuit de AFSTAND host naar de HP Jetdirect-printserver is mislukt en de remote host heeft een TFTP-FOUT-pakket naar de printserver verstuurd. 50 TFTP-FOUT: De TFTP-overdracht van het configuratiebestand vanuit de LOKAAL host naar de HP Jetdirect-printserver is mislukt;...
  • Pagina 267 De HP Jetdirect-printserver is momenteel bezig met het IN UITVOERING ophalen van zijn basis-IP-configuratie-informatie via BOOTP/RARP. 55 BOOTP/DHCP De HP Jetdirect-printserver is bezig met het ophalen van IN UITVOERING zijn basis-IP-configuratie-informatie via BOOTP/DHCP en heeft geen fouten gevonden. 56 DHCP NAK...
  • Pagina 268 (bijvoorbeeld de geïntegreerde webserver) ondersteunt waarbij wordt gebruikgemaakt van andere talen dan Engels. F1 POGING De HP Jetdirect-printserver probeert een verbinding tot VERBINDING MET stand te brengen met de NetWare-server(s). Dit is een SERVER normaal bericht.
  • Pagina 269 Deze taak kan door protocollen en toepassingen op een hoger niveau worden uitgevoerd, waardoor IP-communicatie efficiënt kan zijn. Voor elk knooppunt of apparaat dat rechtstreeks in het netwerk communiceert, is een IP-adres nodig, met inbegrip van op HP Jetdirect aangesloten apparaten. NLWW...
  • Pagina 270 Transmission Control Protocol (TCP) Met TCP worden de gegevens in pakketten verdeeld en worden de pakketten bij ontvangst weer gecombineerd, hetgeen een op de verbinding gerichte, betrouwbare en gegarandeerde levering aan een ander knooppunt in het netwerk biedt. Wanneer gegevenspakketten op de bestemming zijn ontvangen, wordt met TCP een checksum voor elk pakket berekend om te controleren of de gegevens niet beschadigd zijn.
  • Pagina 271 IP-adres Elke host (werkstation of knooppunt) in een IP-netwerk heeft een uniek IP-adres nodig voor elke netwerkinterface. Dit adres is een softwareadres dat wordt gebruikt om het netwerk en de specifieke hosts in dat netwerk te identificeren. Elk IP-adres kan in twee afzonderlijke delen worden verdeeld: het netwerkgedeelte en het hostgedeelte.
  • Pagina 272 Structuur en klasse van IP-adressen Een IP-adres bestaat uit 32-bits met gegevens en is onderverdeeld in 4 gedeelten die elk 1 byte of in totaal 4 bytes bevatten. xxx.xxx.xxx.xxx Voor efficiënte routing werden netwerken onderverdeeld in drie klassen, zodat de routing eenvoudigweg kan beginnen met het identificeren van de eerste byte met informatie in het IP-adres.
  • Pagina 273 De waarden kunnen handmatig worden geconfigureerd (bijvoorbeeld via Telnet, de geïntegreerde webserver, de opdrachten 'arp' en 'ping' en beheersoftware van HP) of ze kunnen steeds automatisch worden gedownload met DHCP of BOOTP wanneer de printserver wordt ingeschakeld. Zie Hoofdstuk 3 voor configuratiemethoden.
  • Pagina 274 Om het apparaat te configureren, verzendt de client een boot- aanvraagpakket dat ten minste het hardwareadres van het apparaat bevat (hardwareadres van HP Jetdirect-printserver). De server antwoordt met een boot-antwoordpakket met de informatie die het apparaat nodig heeft voor de configuratie.
  • Pagina 275 Subnetten Wanneer er een IP-netwerkadres voor een bepaalde netwerkklasse aan een organisatie wordt toegewezen, worden er geen voorbereidingen getroffen voor meer dan één netwerk op die locatie. Lokale netwerkbeheerders gebruiken subnetten om een netwerk onder te verdelen in een aantal verschillende subnetwerken. Wanneer een netwerk in subnetten wordt verdeeld, kan dit leiden tot betere prestaties en een beter gebruik van de beperkte netwerkadresruimte.
  • Pagina 276 Zoals weergegeven in Tabel A.3, is het klasse A-netwerkadres 15 toegewezen aan bedrijf ABC. Om extra netwerken mogelijk te maken op de locatie van bedrijf ABC, wordt het subnetmasker 255.255.0.0 gebruikt. Dit subnetmasker geeft aan dat de tweede byte van het IP-adres wordt gebruikt om tot 254 subnetten te identificeren.
  • Pagina 277 Als er meerdere gateways of routers zijn, is de standaardgateway meestal het adres van de eerste, of dichtstbijzijnde gateway of router. Als er geen gateways of routers zijn, krijgt de standaardgateway meestal het IP-adres van het netwerkknooppunt (zoals het werkstation of de HP Jetdirect-printserver). Overzicht van TCP/IP 277 NLWW...
  • Pagina 278 De berichten worden verwerkt op basis van hun prioriteit en de instellingen van syslogd. U kunt de HP Jetdirect-printserver configureren met het IP-adres van de syslog-server. Wanneer er een syslog-server is geconfigureerd, kunnen de HP Jetdirect-printserver en het aangesloten apparaat syslog-berichten verzenden met UDP.
  • Pagina 279 Een aantal syslog-parameters voor de HP Jetdirect-printserver zijn weergegeven in Tabel A.4. Tabel A.4 HP Jetdirect-syslog-parameters Item Beschrijving IP -adres van IP-adres van een syslog-server voor het verzenden van syslog- syslog-server berichten. Als dit nul (0.0.0.0) is of niet is opgegeven, zijn de syslog-berichten uitgeschakeld.
  • Pagina 280 (vergeleken met een netwerkverbinding met kabels) en bespaart u op kabelkosten. Wanneer het signaalpad geen belemmeringen en storing bevat, kunnen draadloze HP Jetdirect-printservers over het algemeen op een maximumafstand van 100 meter of meer worden gebruikt. WLAN-radiosignalen kunnen door veel interne constructies dringen en kunnen om obstakels heen reflecteren.
  • Pagina 281 Basisconcepten draadloze HP Jetdirect Om u behulpzaam te zijn bij het installeren van de HP Jetdirect- printservers op een draadloos IEEE 802.11b-LAN, bevat dit gedeelte een overzicht van enkele basisconcepten die nuttig kunnen zijn. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie bij de draadloze netwerkinterfacekaart van de computer of bij het toegangspunt, en de IEEE 802.11b-standaard en verwante...
  • Pagina 282 50 gebruikers die slechts af en toe behoefte aan netwerkcommunicatie hebben. Daarnaast heeft de afstand tussen en draadloos apparaat en het toegangspunt invloed op de prestaties; bij langere afstanden neemt de overdrachtsnelheid van gegevens af. Draadloze HP Jetdirect 802.11b-printservers 282 NLWW...
  • Pagina 283 U dient onderscheid te maken tussen de draadloze Opmerking peer-to-peer-modus en peer-to-peer-afdrukken van HP Jetdirect om het gebruik van vergelijkbare terminologie te begrijpen. Met draadloze peer-to- peer-modus wordt een topologie bedoeld waarbij draadloze apparaten rechtstreeks communiceren, zonder routing via een toegangspunt.
  • Pagina 284 Net als andere clients, past de HP Jetdirect-printserver het kanaal aan het vereiste kanaal aan. De kanalen die beschikbaar zijn op de draadloze HP Jetdirect- printserver, zijn afhankelijk van het model. Raadpleeg de documentatie bij de draadloze HP Jetdirect-printserver voor de ondersteunde kanalen.
  • Pagina 285 Codering biedt gegevensprivacy doordat gegevensframebits vóór verzending worden gewijzigd en bij ontvangst worden hersteld. De draadloze HP Jetdirect-printserver biedt verschillende verificatiemogelijkheden en codering. Netwerknaam (SSID) Draadloze apparaten zijn geconfigureerd met de naam van het netwerk waarmee ze worden verbonden.
  • Pagina 286 Als gevolg daarvan is de verificatiemethode nauw verbonden met de coderingsmethoden die ook in het netwerk worden gebruikt. De verificatiemethoden die door de draadloze HP Jetdirect- printservers worden ondersteund, zijn onder meer: Open...
  • Pagina 287 Protocol) wordt gebruikt in netwerken waar verificatieservers, zoals een RADIUS-server (Remote Authentication Dial In User Service, RFC 2138) worden gebruikt voor de verificatie van clients in een netwerk. Draadloze HP Jetdirect 802.11b-printservers ondersteunen veelgebruikte verificatiemethoden op basis van EAP, met inbegrip van: LEAP (Lightweight Extensible Authentication Protocol).
  • Pagina 288 Tevens kunnen certificaten zelf-ondertekend zijn, hetgeen vergelijkbaar is met het valideren van uw eigen identiteit. Om EAP/PSK-verificatiemethoden en bepaalde EAP/802.1x- verificatiemethoden te ondersteunen, dient een HP Jetdirect- printserver mogelijk een van de volgende certificaten of beide te bevatten: CA-certificaat. Een certificaat van een vertrouwde...
  • Pagina 289 Op de HP Jetdirect-printserver kunnen maximaal vier statische WEP-sleutels worden opgeslagen. Er is er echter slechts één tegelijk actief. Deze WEP-sleutels blijven hetzelfde (daarom worden ze statisch genoemd) tot de netwerkbeheerder ze wijzigt.
  • Pagina 290 ASCII-tekens. Neem contact op met de Wireless Ethernet Compatibility Alliance (WECA) voor meer informatie over WEP-beveiliging. Draadloze HP Jetdirect IEEE 802.11b-printservers zijn producten met het WECA Wi-Fi-certificaat. Wi-Fi, de standaard voor wireless fidelity is een handelsmerk van WECA.
  • Pagina 291 LEAP, PEAP, EAP-TLS en EAP-TTLS. Robust Encryption maakt dynamische WPA- en WEP-coderingsprotocollen mogelijk. Als dynamische WPA-codering niet door de draadloze HP Jetdirect- printserver wordt ondersteund, zijn de opties voor EAP/PSK- verificatie en Robust Encryption niet beschikbaar. Draadloze HP Jetdirect 802.11b-printservers 291...
  • Pagina 292 Overzicht van installatie Om een netwerkprinter aan te sluiten en te installeren met behulp van een draadloze HP Jetdirect-printserver dient u de volgende taken uit te voeren: De printserverhardware aansluiten op de printer. Een draadloze verbinding met het netwerk configureren De printer op de netwerksystemen installeren De printserverhardware aansluiten op de printer.
  • Pagina 293 Voordat u begint... Voordat u een draadloze verbinding configureert, dient u het volgende te doen: Controleer of de hardware voor de HP Jetdirect-printserver is geïnstalleerd en correct werkt. Controleer of de printer en de HP Jetdirect-printserver zijn ingeschakeld. Druk een Jetdirect-configuratiepagina af en controleer of de printer gereed is.
  • Pagina 294 Draadloze computer instellen voor Jetdirect-communicatie Voor de eerste communicatie met de nieuwe draadloze HP Jetdirect-printserver dient u mogelijk het volgende te doen: 1. Start het draadloze-clientbeheerprogramma of draadloze- NIC-configuratiehulpprogramma. 2. Wijzig de instellingen voor het draadloze netwerk op de computer als volgt, zodat deze overeenstemmen met de...
  • Pagina 295 Met behulp van de wizard HP Jetdirect Wireless Setup (Windows). Om de wizard HP Jetdirect Wireless Setup te kunnen gebruiken, moet een van de volgende besturingssystemen op de draadloze computer worden gebruikt: Microsoft Windows 98, Me, NT 4.0, 2000, XP of Server 2003.
  • Pagina 296 HP WPS Assistant (Mac OS X 10.1.5 of hoger). Met dit hulpprogramma kunt u een draadloze HP Jetdirect-printserver met een verbinding met uw Mac OS-netwerk configureren. Als u dit hulpprogramma wilt gebruiken, dient de draadloze HP Jetdirect-printserver te zijn ingesteld op de fabriekswaarden.
  • Pagina 297 (Dit wil zeggen dat de netwerkidentificatie van uw systeem moet overeenkomen met die van de HP Jetdirect-printserver. Als de printserver met het standaard-IP-adres, zoals 169.254/16 of 192.0.0.192, is geconfigureerd, is het mogelijk dat er geen route bestaat.)
  • Pagina 298 5. Open de webbrowser en voer het IP-adres dat op de HP Jetdirect-printserver is ingesteld in als de URL. De communicatie met de printserver is tot stand gebracht wanneer de geïntegreerde webpagina's van de Jetdirect- printserver worden weergegeven. Als de geïntegreerde Jetdirect-webpagina's niet...
  • Pagina 299 9. Wanneer de HP Jetdirect-printserver is geconfigureerd met de instellingen van het draadloze netwerk, klikt u op Apply. Nadat u de instellingen van de printserver hebt gewijzigd, is de communicatie met de printserver mogelijk verloren gegaan. 10. Controleer of de printer binnen het netwerk kan communiceren.
  • Pagina 300 HP Jetdirect-printserver hebt ingesteld. 3. Wijzig indien nodig het IP-adres van de computer zodat dit zich in hetzelfde IP-subnet bevindt als de HP Jetdirect-printserver. Als het standaard-IP-adres van de printserver bijvoorbeeld 192.0.0.192 is, zou u 192.0.0.193 op de computer kunnen gebruiken.
  • Pagina 301 Netwerkinstellingen. b. Gebruik de locatie-selector om Nieuwe locatie te selecteren. Voer een naam in voor de nieuwe locatie, bijvoorbeeld HP Setup. Klik vervolgens op OK. Selecteer AirPort als voorkeursnetwerk wanneer u daarom wordt gevraagd. Zorg ervoor dat AirPort het enige geselecteerde netwerk is.
  • Pagina 302 (SSID) van de Jetdirect-printserver. Klik vervolgens op Pas nu toe. 4. Open de webbrowser en voer het IP-adres van de HP Jetdirect- printserver in als de URL. De communicatie met de printserver is tot stand gebracht wanneer de geïntegreerde webpagina's van de Jetdirect-printserver worden weergegeven.
  • Pagina 303 Als u het IP-adres wijzigt en op Apply klikt, wordt mogelijk de communicatie met de printserver verbroken. Om de verbinding opnieuw tot stand te brengen, gebruikt u het nieuwe IP-adres. 8. Wanneer de HP Jetdirect-printserver is geconfigureerd met de instellingen van het draadloze netwerk, klikt u op Apply. Opmerking...
  • Pagina 304 Jetdirect-webpagina's worden weergegeven. Voer een installatieprogramma voor printers uit op uw systeem en installeer de printer. De wizard HP Netwerkprinter installeren (voor Windows-systemen) zal de printer bijvoorbeeld vinden wanneer deze wizard met de printer kan communiceren.
  • Pagina 305 De HP-hulpprogramma's zijn onder meer: de wizard HP Netwerkprinter installeren voor Microsoft Windows-systemen en het HP LaserJet Utility voor Mac OS voor Apple Macintosh- systemen. Deze hulpprogramma's vindt u op de HP Jetdirect cd-rom en opgenomen in afdruksysteemhulpprogramma's die bij veel HP-printers worden geleverd.
  • Pagina 306 Het menu van het HP Jetdirect- bedieningspaneel Inleiding Indien ondersteund door de printer, biedt de interne HP Jetdirect- printserver een configuratiemenu dat toegankelijk is via het bedieningspaneel van de printer. De toetscombinaties waarmee u via het bedieningspaneel toegang tot dit menu krijgt, zijn afhankelijk van de printer.
  • Pagina 307 Hiermee geeft u aan of u al dan niet toegang wenst tot het Jetdirect-menu. NEE (standaardinstelling): het HP Jetdirect-menu wordt overgeslagen. JA: biedt toegang tot het HP Jetdirect-menu. Wijzig deze optie in JA* elke keer dat u naar het menu wilt gaan. CFG 802.11B= (Alleen draadloze 802.11b-printservers) Hiermee geeft u aan of u al dan niet toegang wenst tot het 802.11b-configuratiemenu.
  • Pagina 308 0-9, a-z, A-Z en diverse speciale tekens, zoals !, @, #, $, %, ^, &, (, ), _, +, =, -, {, }, [, ], \, /, ”, <, >, ?, “, ‘, ~). Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel 308 NLWW...
  • Pagina 309 (alleen LEAP, PEAP, TLS en TTLS), kan de printserver, afhankelijk van het netwerk, worden ingesteld op Basic Encryption of Robust Encryption. Dynamische coderingsprotocollen vallen onder het toezicht van de verificatieserver en moeten ook worden ondersteund door het toegangspunt. Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel 309 NLWW...
  • Pagina 310 HERSTELLEN: de parameters worden weer ingesteld op de fabriekswaarden. Parameterwaarden voor andere netwerkprotocollen worden niet hersteld. Als u de herstelde waarden wilt bekijken, dient u het menu van het bedieningspaneel te sluiten en opnieuw te openen. Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel 310 NLWW...
  • Pagina 311 DNS-server opgeven (één byte tegelijk). Druk een Jetdirect-configuratiepagina af om uw instellingen te controleren. Houd er echter rekening mee dat de printserver bepaalde parameters door andere kan vervangen om juiste werking te verzekeren. Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel 311 NLWW...
  • Pagina 312 NetWare-bronrouting specificeren, zoals BRON RT=AUTO (standaardinstelling), UIT, ENKELE R of ALLE RT. CFG VERB.= (Alleen 10/100Base-TX-printservers) Hiermee geeft u aan of u de netwerkverbinding van de HP Jetdirect-printserver handmatig wilt configureren. NEE (standaardinstelling): het menu voor configuratie van de verbinding wordt overgeslagen.
  • Pagina 313 Hiermee geeft u aan of de huidige beveiligingsinstellingen op de printserver worden opgeslagen of dat de fabriekswaarden worden hersteld. BEHOUDEN (standaardinstelling): de huidige beveiligingstellingen blijven behouden. HERSTELLEN: de fabriekswaarden van de beveiligingsinstellingen worden hersteld. Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel 313 NLWW...
  • Pagina 314 SSID-netwerk met de beste signaalsterkte. <lijst met netwerknamen>: de beschikbare SSID's die door de printserver zijn gevonden. <AANGEPAST>: gebruik het menu AANGEPASTE NAAM om een aangepaste SSID in te voeren. Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel 314 NLWW...
  • Pagina 315 EAP/PSK: Vereist configuratie van een vooraf gedeelde sleutel wanneer EAP's (Extensible Authentication Protocols) zonder verificatieserver op het netwerk worden gebruikt. Gebruik het menu PSK CONFIGUR. om een vooraf gedeelde sleutel te genereren. Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel 315 NLWW...
  • Pagina 316 Voor elk verificatieprotocol zijn de volgende opties beschikbaar: UIT (standaardinstelling): uitgeschakeld: AAN: ingeschakeld Voor PEAP, EAP-TLS en EAP-TTLS kan CERT. VEREIST worden weergegeven. Dit geeft aan dat digitale certificaatinformatie vooraf op de printserver moet zijn geïnstalleerd. Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel 316 NLWW...
  • Pagina 317 PEAP, TLS en TTLS), kan de printserver, afhankelijk van het netwerk, worden ingesteld op Basic Encryption of Robust Encryption. Dynamische coderingsprotocollen vallen onder het toezicht van de verificatieserver en moeten ook worden ondersteund door het toegangspunt. Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel 317 NLWW...
  • Pagina 318 WEP-sleutel: 128-BITS WEP Hiermee kiest u 104/128-bits WEP. 64-BITS WEP Hiermee kiest u 40/64-bits WEP. GEEN: (standaardinstelling) geeft aan dat codering niet is geconfigureerd. U configureert WEP-coderingssleutels met het menu SLEUTL CONFIGUR. Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel 318 NLWW...
  • Pagina 319 Voor alfanumerieke ingangen dient u 5 tekens (voor 40/64-bits codering) of 13 tekens (voor 104/128-bits codering) in te voeren. Bij alfanumerieke tekens wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters. Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel 319 NLWW...
  • Pagina 320 DHCP VERNIEUWEN beschikbaar voor het instellen van DHCP-leaseopties. AUTOM. IP: automatische link-local IP-adressering gebruiken. Er wordt automatisch een adres in de vorm 169.254.x.x toegewezen. HANDMATIG: het menu HANDM. INSTELL. gebruiken om TCP/IP-parameters te configureren. Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel 320 NLWW...
  • Pagina 321 IP-adres van de gateway of router die voor communicatie met andere netwerken wordt gebruikt. INACTIV-TIMEOUT: de tijd in seconden waarna een inactieve TCP-printdataverbinding wordt gesloten (de standaardwaarde is 270 seconden, bij 0 is de time-out uitgeschakeld). Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel 321 NLWW...
  • Pagina 322 (broadcasts, en wanneer de route onbekend is). ATALK INSCHAKELEN (Alleen Ethernet/Fast Ethernet). AAN: het AppleTalk-protocol inschakelen UIT: het AppleTalk-protocol uitschakelen DLC/LLC INSCHAKELEN AAN: het DLC/LLC-protocol inschakelen UIT: het DLC/LLC-protocol uitschakelen Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel 322 NLWW...
  • Pagina 323 Als dit mislukt, wordt 100TXHALF ingesteld. 10T HALF: 10Mbps, werking met half-duplex. 10T FULL: 10 Mbps, werking met full-duplex. 100TX HALF: 100 Mbps, werking met half-duplex. 100TX FULL: 100 Mbps, werking met full-duplex. Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel 323 NLWW...
  • Pagina 324 OpenSSL-instructies Licentie OpenSSL Copyright © 1998-2000 The OpenSSL Project. Alle rechten voorbehouden. Herdistributie en gebruik in bronvorm en binaire vorm, met of zonder aanpassing, is toegestaan indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: 1. Herdistributie van broncode dient bovenstaande copyrightinformatie, deze lijst met voorwaarden en de volgende vrijwaring te bevatten.
  • Pagina 325 Oorspronkelijke licentie SSLeay Copyright © 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com). Alle rechten voorbehouden. Dit pakket is een SSL-implementatie die is ontwikkeld door Eric Young (eay@cryptsoft.com). De implementatie is ontwikkeld om afgestemd te zijn op Netscape’s SSL. Deze bibliotheek mag voor commerciële en niet-commerciële doelen worden gebruikt indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan.
  • Pagina 326 INBEGRIP VAN NALATIGHEID OF OP ANDERE WIJZE) DIE OP ENIGE WIJZE VOORTKOMT UIT HET GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE, ZELFS WANNEER MEN OP DE HOOGTE IS GEBRACHT VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE. De licentie en distributievoorwaarden voor een openbaar beschikbare versie of afgeleide van deze code mag niet worden gewijzigd.
  • Pagina 327 Windows NT/2000 187 Telnet-configuratie 98 afdrukwachtrij TFTP-configuratie 63 BSD-systemen 183 Basic Service Set (BSS) 281 LPD 99, 181 bedieningspaneel- SAM-systemen (HP-UX) 184 configuratie 114, 306 Apple Kiezer 41, 221 Beheerderswachtwoord 241 Apple Macintosh, beveiligingsfuncties 206 draadloze setup 299 Geïntegreerde webserver 163 geïntegreerde webserver 126...
  • Pagina 328 133 Telnet-opdrachten 90 geldigheidsduur 168 TFTP-parameters 62 certificeringsinstantie, configuratie van verbindingen zie CA-certificaat geïntegreerde webserver 147 clientcomputers, ondersteunde grafisch bedieningspaneel 323 HP IP/IPX Printer Gateway 35 Telnet 107 Internet Printer Connection 31 TFTP 70 softwareoplossingen 20 traditioneel bedieningspaneel 312 NLWW...
  • Pagina 329 Index CONFIGURATIE-FOUT 259 draadloos herstellen configuratiepagina grafisch bedieningspaneel 320 afdrukken 217 traditioneel geïntegreerde webserver 176 bedieningspaneel 310 configuratiepaginaberichten draadloze printservers 280 Algemene berichten 234 configuratiepagina- AppleTalk 253 berichten 237 DLC/LLC 254, 255 geïntegreerde webserver 128 draadloze 802.11b 237 overzicht van installatie 292 Foutberichten 257 problemen oplossen 223 IPX/SPX 249...
  • Pagina 330 FOUT ONDERH. geïntegreerde webserver BUFFERGROOTTE 261 bekijken 120 foutberichten 257 firmware opwaarderen 151 draadloze 802.11b 237 gebruiken 116 HP Jetdirect- HP Web JetAdmin 118 configuratiepagina 231 HTTPS-beveiliging 172, 206 printerbedieningspaneel 218 LPD-setup 152 FRAMETYPE 250 NetWare-objecten 123 FUNCTIEFOUT 255 TFTP-configuratiebestand 67...
  • Pagina 331 Index Hosttoegangslijst, Infrastructuur-modus 281 zie Toegangslijst bedieningspaneel 307, 314 HP IP/IPX Printer Gateway draadloos kanaal 284 for NDPS 34 geïntegreerde webserver 129 HP Jetdirect Telnet 92 algemene INIT-bericht 219 configuratieberichten 234 INITIALISATIE POGING cold-reset 213 VERBINDING configuratiepagina, MET SERVER 268...
  • Pagina 332 GEEN DRAAGGOLF 259 AppleTalk-netwerken 143 GEEN LINKBEAT 259 naam wijzigen, van printer, GEEN SQE 258 AppleTalk-netwerken 39 HERHALINGSFOUT 259 NDPS, zie HP IP/IPX Printer INT. RONDKOPPEL Gateway for NDPS TEST 257 KABELFOUT 259 AFDRSRVR PUBLIEK ONDERLOOP 259 TOETSFT 264...
  • Pagina 333 231 ONVERW PSERVER-DATA foutberichten 257 ONTV 263 ondersteunde protocollen 10 ONVERZENDBARE overzicht van TCP/IP 269 PAKKETTEN 243 softwareoplossingen van HP 20 Open System-verificatie 286 statistische parameters 243 bedieningspaneel 308, 315 NETWERKFRAMETYPE geïntegreerde webserver 130 ONTV 250 Telnet 93 Netwerknaam (SSID)
  • Pagina 334 183 SAM-afdrukwachtrijen printer, selecteren met de Apple (HP-UX) 184 Kiezer 41 SAP-interval 252 printerbedieningspaneel 114, 306 Secure Web printergateway, zie HP IP/IPX geïntegreerde webserver 172 Printer Gateway for NDPS ingang op PRINTERNUMMER IN configuratiepagina 241 GEBRUIK 261 Telnet-configuratie 91...
  • Pagina 335 TCP/IP 44 zie ook gebruikersgroepnaam Configuratie van het software-installatie bedieningspaneel 311, 320 AppleTalk (voor Mac OS) 37 configuratiemethoden 44 HP Web JetAdmin 28 configuratiepagina 245 SSID geïntegreerde webserver 137 (Service Set Identifier) 130, 285 LPD-setup 181 zie ook netwerknaam overzicht 269...
  • Pagina 336 VERIFICATIE MISLUKT 257 vernieuwingssnelheid geïntegreerde webserver 158 Telnet web-refresh 68 UDP, zie User Datagram Protocol VERVAARDIGD OP 235 UNIX-netwerken VERWIJDERING ONTV 256 (HP-UX en Solaris), vooraf gedeelde sleutel afdrukken via LPD 178 geïntegreerde webserver 134 upgrades (software-, grafisch stuurprogramma- bedieningspaneel 315, 318...
  • Pagina 337 Index Web JetAdmin URL zie ook HP Web JetAdmin zelftestpagina, zie ingang op configuratiepagina configuratiepagina 248 ZELFVERWIJDERINGS- koppeling naar geïntegreerde FOUT 256 webserver 177 ZEND-COLLISIES 243 WEP 289 zone, AppleTalk bedieningspaneel 310, 318 geïntegreerde webserver 143 geïntegreerde webserver 135 HP LaserJet Utility 40...
  • Pagina 338 © 2004 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Nederlands...