Transmission Control Protocol (TCP)
Met TCP worden de gegevens in pakketten verdeeld en worden de
pakketten bij ontvangst weer gecombineerd, hetgeen een op de
verbinding gerichte, betrouwbare en gegarandeerde levering
aan een ander knooppunt in het netwerk biedt. Wanneer
gegevenspakketten op de bestemming zijn ontvangen, wordt met
TCP een checksum voor elk pakket berekend om te controleren of
de gegevens niet beschadigd zijn. Als de gegevens tijdens de
overdracht zijn beschadigd, wordt het pakket door TCP genegeerd
en wordt het pakket opnieuw opgevraagd.
User Datagram Protocol (UDP)
UDP biedt services die vergelijkbaar zijn met die van TCP.
UDP geeft echter geen bevestiging van de ontvangst van gegevens
en ondersteunt aanvraag-/antwoordtransacties zonder toegevoegde
betrouwbaarheid of garantie van levering. UDP wordt gebruikt
wanneer bevestiging en betrouwbaarheid niet vereist zijn,
bijvoorbeeld tijdens een discovery broadcast.
Overzicht van TCP/IP 270
NLWW