P6..
Parameters
9
Standaardparameters
P60.
P600
9
Parameters
9.1
Standaardparameters
Parameter
Omschrijving
P-01
Max. toerental
(Hz of rpm)
P-02
Min. toerental
(Hz of rpm)
P-03
Acceleratie-
integratortijd (s)
P-04
Deceleratie-
integratortijd (s)
P-05
Selectie stop-
modus
P-06
Energie-
optimalisatie
P-07
Nominale
motorspanning
P-08
Nominale
motorstroom
P-09
P-10
Nominaal
motortoerental
P-11
Hulpspanning
P-12
Aansturing
via klemmen/
programmeer-
apparaat
P-13
Uitschakelings-
protocol
P-14
Toegangscode
uitgebreid
menu
1) 60 Hz (alleen VS & Canada)
28
Bereik
P-02 ... 5 × P-09
(max. 500 Hz)
0 ... P-01 (max. 500 Hz)
0,0 ... 600
s
0,0 ... 600
s
0
Langs een integrator
stoppen
1
Uitlopen
2
Langs een integrator
stoppen (snelstop)
0
Gedeactiveerd
1
Geactiveerd
0, 20 ... 250 V
0, 20 ... 500 V
25 ... 100% van de nominale
aandrijfstroom
25 ... 500 Hz
0 ... 30000 rpm
0 ... 25% van de max. uit-
gangsspanning. Resolutie
0,1%
0
Aansturing via klemmen
1
Aansturing via program-
meerapparaat
(alleen vooruit)
2
Aansturing via program-
meerapparaat
(starttoets: tussen vooruit
en achteruit omschakelen)
3
SBus-netwerkbesturing
met interne acceleratie-
/deceleratie-integratoren
4
Niet gebruikt
De laatste vier uitschakelingen
worden opgeslagen
0 ... 9999
Vooraf inge-
Toelichting
steld
1)
50 Hz
Bovengrens toerental Hz of rpm (zie P-10)
0 Hz
Bovengrens toerental Hz of rpm (zie P-10)
5 s
Deceleratie-integratorijd van 0 tot 50 Hz (vast) in
seconden
5 s
Deceleratie-integratorijd van 50 Hz (vast) tot stilstand
in seconden. Bij de instelling 0 wordt de snelst moge-
lijke integratortijd zonder uitschakeling geactiveerd.
0
Als het net uitvalt en P-05 = 0, probeert de aandrijving
het bedrijf te handhaven door de snelheid van de
belasting te reduceren en de belasting als generator
te gebruiken.
Als P-05 = 2 verplaatst de aandrijving zich bij een
netuitval langs de deceleratie-integrator P-04 tot aan
de stilstand. Hierbij wordt ook de modus met een con-
stant remvermogen voor normale remprocessen
geactiveerd.
Reduceert automatisch de aangesloten motorspan-
0
ning bij lichte belastingen, indien geactiveerd. Mini-
mumwaarde is 50% van de nominale waarde.
230 V
Nominale spanning (typeplaatje) van de motor in volt.
Bij aandrijvingen voor lage spanning is deze waarde
400 V
begrensd tot 250 V. Bij de instelling 0 is de span-
ningscompensatie gedeactiveerd.
Aandrijfver-
Nominale stroom (typeplaatje) van de motor in
mogen
ampère.
1)
50 Hz
Nominale frequentie (typeplaatje) van de motor.
0
Bij een instelling ongelijk aan 0 worden alle parame-
ters m.b.t. het toerental weergegeven in rpm.
Afhankelijk
Verhoogt bij lagere toerentallen de uitgangsspanning
van motor-
van de MOVITRAC
vermogen
het op gang brengen van 'verkleefde' belastingen te
vereenvoudigen. In het continubedrijf bij lage toeren-
tallen moet er een onafhankelijk aangedreven venti-
lator worden gebruikt.
0
Bij P-12 = 2 kan met de <Start>-toets van het pro-
(aansturing
grammeeraparaat worden omgeschakeld tussen
via klemmen)
vooruit en achteruit. In stilstand kan het toerentalset-
point met de toetsen STOP en Í worden ingesteld.
No fault
De laatste vier uitschakelingen worden chronologisch
opgeslagen, d.w.z. de actueelste wordt als eerste
weergegeven. Met de toetsen 'Naar boven' en 'Naar
beneden' kunnen de opgeslagen uitschakelingen
worden bekeken.
0
Op "101" (standaard) instellen voor toegang tot het
uitgebreide menu. Code in P-37 wijzigen om de niet-
geautoriseerde toegang tot de uitgebreide parame-
terset te voorkomen.
Technische handleiding – MOVITRAC
®
met een instelbare waarde om
®
LT E (versie B)