Configuratie
Verticaal tabblad "Autoset grenzen"
Kopregel/
Parameter
Bandbreedte voor functie "Autoset grenzen"
Automatische instelling van de parameters op actuele meetwaarden, zie
pagina 116
Door de toets Autoset aan te tippen, worden de alarmgrenzen aangepast zodat de
bovenste alarmgrens boven de actuele meetwaarde ligt met minimaal het percen-
tage of de waarde die hier is ingesteld en de onderste alarmwaarde ligt overeen-
komstig eronder.
Voorbeeld:
etCO
2
±
[%]
Paw
+ [mbar]; [hPa];
[cmH
O]
2
MV
±
[%]
VTi + [%]
160
Instelbereik
In de PC - CMV-modus:
gemeten MV: 5 L/min
ingestelde bandbreedte: ±40 %
nieuwe alarmgrenzen: 7 en 3 L/min
Uit; 20 tot 80
20
Uit; 5 tot 20
5
Uit; 20 tot 80
40
Uit; 20 tot 80
40
Beschrijving
In modi met weinig of geen beade-
mingsondersteuning (Man / Spon,
Ext. VGU (optioneel), CPAP / PSV
(optioneel) en Pauze) worden nog
eens 20 procentpunten toege-
voegd aan de geconfigureerde
waarde.
Met de volgende parameters wordt
rekening gehouden bij het bepalen
van de Paw-waarde: PIP, Pplat,
Pinsp, PEEP, ∆Psupp en Phoog.
In de modi Man / Spon en Pauze is
de nieuwe alarmgrens ten minste
25 hPa.
In modi met weinig of geen beade-
mingsondersteuning (Man / Spon,
CPAP / PSV (optioneel) en Pauze)
worden nog eens 20 procentpun-
ten toegevoegd aan de geconfigu-
reerde waarde.
De instelling voor deze parameter
heeft geen invloed bij volume-
gestuurde beademingsmodi.
Gebruiksaanwijzing Perseus A500 SW 2.0n