Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatie; Opstellingstypen - Grundfos SE Installatie- En Bedieningsinstructies

9-30 kw
Inhoudsopgave

Advertenties

8. Installatie

Waarschuwing
Tijdens installatie dient de pomp altijd onder-
steund te worden door middel van hijskettingen
of in horizontale positie te worden geplaatst om
stabiliteit te waarborgen.
Waarschuwing
Alvorens met de installatie te beginnen moet u de
voedingsspanning uitschakelen en de netschake-
laar in positie 0 vergrendelen.
Alle externe spanning die op de pomp is aange-
sloten moet worden uitgeschakeld voordat er aan
de pomp gewerkt wordt.
Het extra typeplaatje dat bij de pomp wordt meegeleverd moet ter
plaatse van de opstelling worden bevestigd.
Alle veiligheidsregels ter plekke van het installeren moeten wor-
den nageleefd, bijv. het gebruik van ventilatoren voor de toevoer
van frisse lucht naar de put.
Waarschuwing
Houd uw handen of gereedschap weg uit de zuig-
of persopening van de pomp nadat de pomp is
aangesloten op de voedingsspanning, tenzij de
pomp is uitgeschakeld door de zekeringen te ver-
wijderen of door de netschakelaar uit te schake-
len. Zorg dat de voedingsspanning niet per onge-
luk kan worden ingeschakeld.
Het vrije uiteinde van de kabel mag niet worden
Voorzichtig
ondergedompeld aangezien water dan via de
kabel in de motor kan doordringen.
Zorg ervoor dat het leidingwerk wordt geïnstal-
leerd zonder onnodige druk uit te oefenen. De
belasting van het leidingwerk mag niet door de
N.B.
pomp worden gedragen. Wij raden u aan losse
flenzen te gebruiken om het installeren te verge-
makkelijken en om spanning op de leidingen bij
de flenzen te vermijden.

8.1 Opstellingstypen

SE/SL pompen, 9-30 kW, zijn ontworpen voor de volgende
opstellingstypen:
permanente, verticale, ondergedompelde opstelling in een put,
typen S en C, op voetbocht.
permanente, verticale, droge opstelling in een pompkelder,
type D, op voetstuk of voetplaat
tijdelijke, verticale, ondergedompelde opstelling in een put,
typen S en C, op voetplaat
permanente, horizontale, droge opstelling in een pompkelder,
type H.
Afbeeldingen
5
t/m
8
laten de opstellingstypen zien.
Permanente, verticale opstelling in een put
De pomp kan eenvoudig uit de put getrokken of in de put neerge-
laten worden via de geleidestangen. Zie afb. 5. Het vloeistofni-
veau kan lager worden ingesteld voor opstellingstype C dan voor
opstellingstype S. Zie afb. 1.
Opstellingstypen S en C op voetbocht
Afb. 5 Ondergedompelde opstelling op voetbocht
Permanente, verticale opstelling in een pompkelder
Bevestig de pomp met flensaansluitingen aan de zuig- en perslei-
dingen. Pompen met DN 250 of DN 300 flenzen moeten worden
opgesteld op een betonnen fundatie. Zie afb.
rechterkant.
Opstellingstype D
Afb. 6 Droge, verticale opstelling op voetstuk (links) en voet-
plaat op twee betonnen voetstukken (rechts)
Tijdelijke verticale opstelling in een put
Het vloeistofniveau kan lager worden ingesteld voor type C dan
voor type S. Zie afb. 7.
Opstellingstypen S en C, tijdelijke opstelling
Afb. 7 Ondergedompelde, tijdelijke opstelling
6
hieronder aan de
Vloeistofniveau voor
opstellingstype S en
Ex-pompen
Vloeistofniveau voor
opstellingstype C
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sl

Inhoudsopgave