Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Aansluiting; Sensoren; Thermische Schakelaars - Grundfos SE Installatie- En Bedieningsinstructies

9-30 kw
Inhoudsopgave

Advertenties

9. Elektrische aansluiting

Waarschuwing
De pomp moet worden aangesloten op een
externe netschakelaar met een contactscheiding
overeenkomstig EN 60204-1, 5.3.2.
De elektrische aanluiting moet volgens de in
Nederland/België geldende voorschriften en
regels worden uitgevoerd.
De voedingsspanning en -frequentie staan vermeld op het type-
plaatje van de pomp.
De spanningstolerantie aan de motorklemmen moet liggen tussen
- 10 %/+ 10 % van de nominale spanning.
Controleer of de motor geschikt is voor de aanwezige voedings-
spanning ter plekke van de opstelling.
De motor is afdoende geaard via de motorkabel en het leiding-
werk.
Waarschuwing
Onderhouds- en servicewerkzaamheden aan
explosieveilige pompen dienen te worden uitge-
voerd door Grundfos of door een door Grundfos
aangewezen werkplaats.
De pomp moet worden aangesloten op een motorbeveiliging.
Waarschuwing
Voorafgaand aan het installeren en de eerste keer
inschakelen van de pomp dient u de staat van de
kabel te controleren om kortsluiting te voorko-
men.
De meestgebruikte inschakelmethoden zijn:
direct inschakelen (DOL). Zie bijlage, afb. 2.
ster-driehoek inschakelen (Y/D). Zie bijlage, afb. 1.
soft start.
De pomp kan zelfs worden ingeschakeld via een frequen-
tie-omvormer, conform de specificaties van de fabrikant van deze
frequentie-omvormer. Zie paragraaf
tie-omvormer. De keuze voor een geschikte inschakelmethode
hangt onder meer af van het beoogde gebruik en de beschikbare
netvoeding.
Bij gebruik van de ster-driehoek inschakeling is
het van belang om kortstondige schakeltijden tot
een minimum te beperken om grote kortstondige
draaimomenten te vermijden. We adviseren u een
N.B.
tijdrelais te gebruiken met een schakeltijd van
maximaal 50 ms, of conform de specificaties van
de fabrikant van de inschakelmethode.
12
9.5 Gebruik van een frequen-

9.1 Sensoren

SE/SL pompen, 9-30 kW, kunnen worden voorzien van een reeks
verschillende schakelaars en sensoren ter beveiliging. De onder-
staande tabel met specificaties laat zien welke sensortypen kun-
nen worden gebruikt voor welke pomptypen.
De bedradingschema's van de diverse typen sensoren zijn weer-
gegeven in afb.
16
t/m afb.
22
Thermische schakelaars/PTC
Vochtdetectieschakelaar, bovenkant
Lekschakelaar
Pt1000 in statorwikkeling
Pt1000 in bovenste lager
PT1000 in onderste lager
PVS3 trillingssensor
SM 113
IO 113
Tabel met schakelaar- en sensorspecificaties.

9.2 Thermische schakelaars

Drie bimetalen thermische schakelaars zijn ingebouwd in de sta-
torwikkelingen, en er zal een contact geopend worden in geval
van te hoge temperatuur.
De voedingsspanning naar de thermische schakelaars moet
12-230 VAC zijn.
De thermische schakelaars zijn aangesloten op de signaalkabel,
en moeten worden aangesloten op het veiligheidscircuit van de
afzonderlijke pompregelaar.
De motorbeveiliging van de pompregelaar moet
een kring bevatten die de voedingsspanning
Voorzichtig
automatisch uitschakelt wanneer de stuur-
stroomkring voor de pomp wordt geopend.
Waarschuwing
De installateur/gebruiker moet een automatische
stroomonderbreker installeren, die de stroomtoe-
voer afsluit in het geval dat de thermische scha-
kelaars of de vochtdetectieschakelaars niet wer-
ken.
in paragraaf
13.
Sensoroverzicht.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sl

Inhoudsopgave