Universal
Bedieningshandboek, 03/2013, 6FC5398-6AP40-3JA1
<Cursor naar beneden>
• In een editveld
Beweegt de cursor naar beneden.
• Navigeren
– Verplaatst de cursor in een tabel één cel naar beneden.
– Verplaatst de cursor in een venster naar beneden.
<Cursor naar beneden> + <CTRL>
• Navigeren
– Plaatst de cursor in een tabel aan het einde van de tabel.
– Plaatst de cursor aan het einde van een venster.
• Simulatie
Verkleint de override.
<Cursor naar beneden> + <SHIFT>
Markeert in de programma-manager en in de programma-editor
een samenhangende selectie van directories of
programmablokken.
<SELECT>
Schakelt in selectielijsten en selectievelden tussen verschillende
weergegeven mogelijkheden verder.
Activeert een aankruisvakje.
Selecteert in de programma-editor of in de programma-manager
een programmablok of een programma.
<SELECT> + <CTRL>
Wisselt bij de markering van tabelregels tussen geselecteerd en
niet-geselecteerd.
<SELECT> + <SHIFT>
Selecteer in selectievensters en in selectievensters de vorige
invoer resp. de laatste invoer.
<END>
Plaatst de cursor in het laatste invoerveld in een venster aan het
einde van een tabel of een programmablok.
Selecteert in selectielijsten en in selectievelden de laatste invoer.
<END> + <SHIFT>
Verplaatst de cursor naar de laatste invoer.
Markeert een samenhangende selectie van de cursorpositie tot
aan het einde van een programmablok.
Inleiding
1.2 Front bedieningspaneel
19