BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING
1) Gashendel
De gashendel bevindt zich rechts
aan het stuur.
Wanneer deze naar voren wordt
geduwd verhoogt het motortoeren-
tal tot waar het kan schakelen naar
de gekozen versnelling.
Zodra de hendel wordt losgelaten
keert de motor automatisch terug
naar het stationair toerental en
vertraagt het voertuig geleidelijk.
TYPISCH
1. Gashendel
2. Om te versnellen
3. Om te vertragen
2) Remhendel
De remhendel bevindt zich links
aan het stuur.
1. Remhendel
De remhendel dient om het voer-
tuig te vertragen of te stoppen.
Wanneer de remhendel wordt inge-
drukt, worden de voor- en achter-
remmen geactiveerd.
80
Het remeffect is evenredig met de
kracht die op de hendel wordt uit-
geoefend.
3) Parkeerremhendel
De parkeerremhendel bevindt zich
links aan het stuur.
1. Remhendel
2. Parkeerremhendel
De parkeerrem dient om de rem-
men van alle wielen ingeschakeld
te houden, zodat het voertuig niet
kan bewegen wanneer het gepar-
keerd staat.
WAARSCHUWING
Schakel de parkeerrem altijd in
en zet de schakelhendel in de
stand PARKEREN wanneer u
niet met uw voertuig rijdt.
Ga te werk als afgebeeld om de
parkeerrem in te schakelen: