Installeer de ontluchtingsschroef.
Vul de radiator verder.
Controleer het peil in het koelvloei-
stofreservoir en vul bij indien nodig.
Laat de motor stationair draaien
met verwijderde radiatordop. Voeg
langzaam koelvloeistof toe indien
nodig.
Wacht nu tot de motor een norma-
le bedrijfstemperatuur heeft be-
reikt.
Druk de gashendel twee- of drie-
maal in en voeg nog koelvloeistof
toe, indien nodig.
Plaats de radiatordop in de omge-
keerde volgorde van de verwijde-
ring.
Inspecteer alle aansluitingen op
lekkage en controleer het koelvloei-
stofpeil in het reservoir.
Vonkafleider knalpot
Vonkafleider knalpot
(570-modellen)
De knalpot moet regelmatig wor-
den ontdaan van opgehoopte kool-
stof.
Kies een goed geventileerde ruimte
en wacht tot de knalpot koud is.
WAARSCHUWING
Laat de motor nooit draaien in
een afgesloten ruimte. Voer dit
werk nooit uit wanneer de mo-
tor net heeft gedraaid, omdat
het uitlaatsysteem dan erg heet
is. Zorg ervoor dat er geen
brandbare materialen in de
buurt zijn. Draag oogbescher-
ming en handschoenen. Ga
nooit achter het voertuig staan
terwijl het uitlaatsysteem wordt
gereinigd. Respecteer alle toe-
passelijke wetten en voorschrif-
ten.
Zet de schakelhendel in PARK.
ONDERHOUDSPROCEDURES
Stop de motor en laat de knaldem-
per afkoelen.
Verwijder de reinigingsplug van de
knalpot.
TYPISCH
1. Knalpot
2. Reinigingsplug
Start de motor.
Drijf het motortoerental meermaals
even op om de opgehoopte kool-
stof uit de knalpot te stuwen.
Stop de motor en laat de knaldem-
per afkoelen.
Installeer de reinigingsplug terug.
Reiniging en inspectie
vonkafleider knalpot (650-, 850-
en 1000R-modellen)
LET OP Laat het uitlaatsys-
teem afkoelen voor u verder gaat
met reinigen en inspecteren.
Verwijder het deksel van de knal-
pot. Verwijder de borgschroeven.
OPMERKING
Gebruik geen ge-
reedschap om de schroeven te
verwijderen.
143