Download Print deze pagina

BRP can-am OUTLANDER X mr 570 2020 Gebruikershandleiding pagina 54

Advertenties

RIJDEN MET UW VOERTUIG
altijd sneeuw- en ijsvrij. Veeg regelmatig de sneeuw van de zitting, hand-
grepen, kop- en achterlichten en reflectoren.
De sneeuw kan rotsen, boomstronken of andere objecten verhullen of
kan zo diep liggen dat het voertuig onbruikbaar is omdat het vast zou ko-
men te zitten of helemaal geen tractie meer zou hebben in de sneeuwbrij.
Kijk ver voor u uit en wees altijd alert voor zichtbare hints die kunnen wijzen
op de aanwezigheid van zulke obstakels. Rijd er in geval van twijfel rond.
Vermijd rijden op bevroren waterpartijen als u nog niet hebt gecontroleerd
of het ijs voldoende sterk is om de ATV, de opzittenden en de lading veilig
te dragen. Vergeet niet dat een bepaalde ijsdikte wel kan volstaan om een
sneeuwscooter te dragen, maar niet voor een ATV van hetzelfde gewicht,
omdat het dragende contactoppervlak van de vier wielen kleiner is dan
dat van een sneeuwscooterrolband en ski's.
Draag voor een maximaal comfort en bescherming tegen bevriezing altijd
beschermende kledij en ATV-uitrusting die aangepast is aan de weersom-
standigheden waaraan u tijdens uw rit zult worden blootgesteld.
Maak er een goede gewoonte van op het einde van de rit alle sneeuw-
en ijsafzettingen van de carrosserie en alle bewegende onderdelen (rem-
men, onderdelen van het besturingssysteem, aandrijflijnen, bedienings-
elementen, radiatorventilator enz.) te verwijderen. Natte sneeuw zal im-
mers aanvriezen tot ijs zodra de motor is afgezet en zal moeilijker te ver-
wijderen zijn bij de volgende inspectie voor het vertrek.
Rijtechnieken
Wanneer u sneller rijdt dan de omstandigheden toelaten, kunt u verwon-
dingen oplopen. Geef maar net genoeg gas om veilig vooruit te komen.
Uit statistieken blijkt dat snel genomen bochten vaak tot ongelukken en
verwondingen leiden. Vergeet nooit dat dit voertuig zwaar is! Als het met
zijn volle gewicht op u valt kunt u makkelijk gekneld raken.
Dit voertuig dient niet om te springen. Het is ook niet in staat de energie
op te vangen die vrijkomt bij manoeuvres zoals springen en die mogelijk
op u, de bestuurder, zal worden overgebracht. Als u op twee wielen pro-
beert te rijden kan uw voertuig kantelen en op u terechtkomen. Deze
beide stunts zijn erg gevaarlijk voor u en moeten tot elke prijs worden
vermeden.
Om uw voertuig goed onder controle te houden, dient u uw beide handen
aan het stuur te houden, waar u alle bedieningselementen binnen hand-
bereik heeft. Dit geldt ook voor uw voeten. Om het gevaar op letsel aan
benen of voeten tot een minimum te beperken, moet u uw voeten altijd
op de voetsteunen houden. Draai uw tenen niet naar buiten en steek uw
voeten niet uit in bochten, anders kunnen ze klappen krijgen, aan obstakels
op de weg blijven haken of met de wielen in contact komen.
Pas altijd de juiste rijtechnieken toe om te voorkomen dat het voertuig
kantelt op hellingen, ruig terrein en in bochten.
52
VEILIGHEIDSINFORMATIE

Advertenties

loading