Samenvatting van Inhoud voor BRP can-am OUTLANDER MAX 400 2008
Pagina 1
Gebruikershandleiding Veiligheids-, Voertuig- en Onderhoudsinformatie Lees deze handleiding aandachtig. Ze bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Aanbevolen minimumleeftijd: Bestuurder: 16 jaar. Passagier: 12 jaar. Verwijder deze Gebruikershandleiding niet uit het voertuig.
Pagina 3
De informatie en beschrijvingen van nieuwe Can-Am™ ATV. U geniet de onderdelen/systemen in dit document BRP-garantie en kunt steeds een be- zijn correct op het ogenblik van de pu- roep doen op een netwerk van erken- blicatie. BRP voert echter een beleid...
Pagina 4
INHOUDSOPGAVE Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. OPMERKING ............... . . 7 INLEIDING .
Pagina 5
2) Keuzeschakelaar 2WD/4WD..........73 3) Remhendel .
Pagina 6
Onderhoud na gebruik............100 SPECIALE PROCEDURES .
Pagina 7
ATV ................. 151 BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR LIDSTATEN VAN DE EUROPESE UNIE: 2008 CAN-AM ATV’S.
Pagina 9
OPMERKING Deze Gebruikershandleiding is be- doeld om de eigenaar/gebruiker van een nieuw voertuig vertrouwd te ma- ken met de diverse bedieningsele- menten, het onderhoud en het veilige gebruik van zijn voertuig. Ze is onmis- baar voor het correcte gebruik van het product.
Pagina 10
INLEIDING Uw dealer heeft u normaal al wat Op zand rijden is totaal verschillend basisinformatie gegeven over van rijden door de sneeuw, in een bos specifieke bedieningselementen en of moerasgebied. Elke locatie houdt kenmerken van uw nieuwe voer- specifieke moeilijkheden in en vereist tuig.
Pagina 11
VEILIGHEIDS- INFORMATIE ___________ ___________ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 12
WAARSCHUWING Bestuurder: — Laat nooit een persoon van jonger dan 16 met dit voertuig rijden. — Neem nooit meer dan één (1) passagier mee op dit voertuig. — De passagier moet plaatsnemen op de daartoe voorziene pas- sagiersstoel en zich altijd vasthouden aan de handgrepen. —...
Pagina 13
BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN Neem nooit meer dan één (1) pas- DIT VOERTUIG IS GEEN SPEEL- sagier mee op dit voertuig. De pas- GOED EN HET GEBRUIK ERVAN sagier moet minstens 12 jaar zijn en HOUDT GEVAREN IN. in staat zijn om zijn voeten op de Dit voertuig besturen is heel anders voetsteunen te zetten en met zijn dan rijden met andere voertuigen, zo-...
Pagina 14
Gebruik nooit alcohol of drugs voor Begeef u met dit voertuig nooit op of tijdens het rijden met dit voer- hellingen die te steil zijn voor het tuig. voertuig of voor uw rijvaardigheid. Vergeet niet dat de bestuurder ver- Rijd nooit overdreven snel. Pas uw antwoordelijk is voor de veiligheid snelheid altijd aan aan het terrein, van zijn passagier.
Pagina 15
Volg altijd de juiste procedures om Wees altijd voorzichtig bij het slip- dwars over een heuvel te rijden, die pen of schuiven. Probeer dit nooit u verder in deze Gebruikershand- met een passagier; u zou kunnen leiding vindt. Vermijd hellingen kantelen of de passagier kan wor- met een te gladde of losse onder- den weggeslingerd.
Pagina 16
ATV kunt u contact opnemen met passing van accessoires. Gebruik een erkend Can-Am dealer, die u alleen door BRP goedgekeurde ac- ook kan inlichten over praktijkoplei- cessoires. Installeer NOOIT passa- dingen in uw buurt. giersstoelen en gebruik nooit de ba- Enkel VSA en Canada: bel naar gagerekken om meer dan één (1)
Pagina 17
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. De volgende waarschuwingen en de vorm waarin ze verschijnen zijn opgelegd door de Amerikaanse United States Consumer Product Safety Commission en moeten worden opgenomen in de Gebruikershandleiding van alle ATV’s.
Pagina 18
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet-naleving van de leeftijdsaanbevelingen voor dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer deze leefstijdsaanbeveling niet wordt gerespecteerd, kan de jon- ge bestuurder ernstige of zelfs dodelijke verwondingen oplopen. Zelfs als een kind tot de leeftijdscategorie behoort waarvoor dit voertuig wordt aanbevolen, beschikt het niet altijd over de nodige vaardigheden en voldoende beoordelingsvermogen om veilig met dit voertuig te rijden.
Pagina 19
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet-naleving van de leeftijdsaanbevelingen voor de passagier. WAT KAN ER GEBEUREN Een kind van jonger dan 12 is meestal niet in staat om veilig mee te rijden en kan een ernstig ongeluk krijgen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Laat nooit een persoon van jonger dan 12 met dit voertuig meerijden.
Pagina 20
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Meer dan één (1) passagier meenemen op dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer u meer dan één (1) passagier meeneemt, zal dit voertuig snel zijn evenwicht verliezen of oncontroleerbaar worden. Dit kan tot een ongeluk leiden, waarbij u en/of uw passagiers gewond ra- ken.
Pagina 21
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Een passagier laten plaatsnemen op een andere plek dan de speciale pas- sagiersstoel. WAT KAN ER GEBEUREN Een passagier die plaatsneemt op een andere plek dan de speciale passa- giersstoel kan: — de stabiliteit van het voertuig in het gedrang brengen en controlev- erlies veroorzaken —...
Pagina 22
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig op verharde oppervlakken. WAT KAN ER GEBEUREN De banden zijn ontworpen voor offroad-gebruik en niet geschikt om op verharde wegen te rijden. Op een verharde weg verandert het rijgedrag van uw voertuig aanzienlijk, waardoor u de controle kunt verliezen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig op verharde oppervlakken, bijv.
Pagina 23
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met dit voertuig op de openbare weg rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt botsen met een ander voertuig. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig op de openbare weg, zelfs als het een aardeweg of kiezelpad betreft.
Pagina 24
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig zonder een goedgekeurde helm, oogbescherming en beschermende kleding te dragen. De passagier moet ook een goedge- keurde helm met harde kinbeschermer dragen. WAT KAN ER GEBEUREN De volgende punten betreffen de bestuurder en de passagier: —...
Pagina 25
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig onder invloed van alcohol of drugs. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor kan de passagier vallen. Dit kan uw beoordelingsvermogen ernstig aantasten. Uw reactiesnelheid kan afnemen. Uw evenwicht en perceptie kunnen eronder lijden. Dit kan leiden tot een ongeluk of overlijden van de passagier en/of bestuur- der.
Pagina 26
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Te snel rijden met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN De kans dat u de controle over uw voertuig verliest en een ongeluk heeft neemt toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Pas uw snelheid altijd aan aan het terrein, de zichtbaarheid, de rijomstan- digheden en uw ervaring.
Pagina 27
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op twee wielen, springen en andere stunts. WAT KAN ER GEBEUREN Verhoogt het risico van bestuurder en passagier op een ongeluk, inclusief kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Haal nooit stunts uit, zoals op twee wielen rijden of springen. Probeer niet op te scheppen.
Pagina 28
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet inspecteren van het voertuig voor het rijden. Niet goed onderhouden van het voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor neemt het risico op ongevallen of beschadiging van de uitrusting toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Inspecteer uw voertuig voor elk gebruik, om te verzekeren dat het in goede staat verkeert.
Pagina 29
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Handen tijdens het rijden van het stuur (bestuurder) of van de handgrepen (passagier) halen of voeten van de voetsteunen. WAT KAN ER GEBEUREN Zelfs met één hand of voet los heeft u minder controle over het voertuig. U kunt het evenwicht verliezen en van het voertuig vallen.
Pagina 30
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet extra voorzichtig rijden op onbekend terrein. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt op verborgen rotsblokken, bulten of gaten stoten zonder voldoende tijd om te reageren. Uw voertuig kan kantelen of oncontroleerbaar worden en de passagier kan worden weggeslingerd.
Pagina 31
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet extra voorzichtig rijden op zeer ruige, gladde of losse ondergrond. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan zijn grip verliezen en oncontroleerbaar worden. Dit kan leiden tot een ongeluk, bijvoorbeeld kantelen of wegslingeren van de pas- sagier.
Pagina 32
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd draaien. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan oncontroleerbaar worden en een botsing veroorzaken, kantelen of de passagier wegslingeren. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om te draaien, die u verder in deze Gebrui- kershandleiding vindt.
Pagina 33
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op zeer steile hellingen. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan sneller kantelen op zeer steile hellingen dan op vlakke ondergrond of lichte hellingen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Begeef u met dit voertuig nooit op hellingen die te steil zijn voor het voer- tuig of voor uw rijvaardigheid.
Pagina 34
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen, de passagier kan worden weggeslingerd of uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om bergop te rijden, die u verder in deze Gebruikershandleiding vindt.
Pagina 35
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergaf rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen, de passagier kan worden weggeslingerd of uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om bergaf te rijden, die u verder in deze Ge- bruikershandleiding vindt.
Pagina 36
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd dwars op een helling rijden of keren op een helling. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen, de passagier kan worden weggeslingerd of uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Voer dit manoeuvre nooit uit met een passagier aan boord. Laat hem altijd afstappen voor u dit doet.
Pagina 37
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Stilvallen, achteruit rollen of verkeerd afstappen tijdens het bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Schakel naar een gepaste versnelling en houd een constante snelheid aan bij het bergop rijden. Als u niet meer vooruit komt: De bestuurder en passagier moeten hun gewicht naar de bergop-zijde ver- plaatsen.
Pagina 38
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd over hindernissen rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of botsen en de passagier kan worden weg- geslingerd. Het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN De bestuurder is verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn passagier. Laat hem in geval van twijfel afstappen voordat u over hindernissen rijdt.
Pagina 39
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd slippen of schuiven. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle over uw voertuig verliezen. U kunt ook plots opnieuw grip krijgen, waardoor het voertuig kan kantelen of de passagier kan worden weggeslingerd. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Vermijd slippen en schuiven met een passagier.
Pagina 40
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met het voertuig door diep of snel stromend water rijden. WAT KAN ER GEBEUREN De banden kunnen gaan drijven, waardoor u uw grip en de controle verliest en een ongeval kunt veroorzaken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig door snel stromend water of door water dat dieper is dan de specificaties verder in deze Gebruikershandleiding.
Pagina 41
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd achteruit rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt tegen een hindernis of persoon achter het voertuig rijden en ernsti- ge verwondingen veroorzaken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Controleer wanneer u in achteruit schakelt of er geen hindernissen of per- sonen achter het voertuig zijn.
Pagina 42
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met ongeschikte banden, met een verkeerde of ongelijkmatige ban- denspanning. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer u rijdt met ongeschikte banden of een verkeerde of ongelijkma- tige bandenspanning, kunt u de controle over het voertuig verliezen, een klapband krijgen of kunnen de banden loskomen van de velgen.
Pagina 43
Alle onderdelen en ac- cessoires die u aan dit voertuig toevoegt, moeten goedgekeurd zijn door BRP en worden geïnstalleerd en gebruikt volgens de aanwijzingen. Met al uw bijkomende vragen kunt u bij een erkend Can-Am dealer terecht.
Pagina 44
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Overbelasting van dit voertuig of verkeerd dragen of slepen van lasten. WAT KAN ER GEBEUREN Het rijgedrag van het voertuig kan veranderen, wat tot ongelukken kan lei- den. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Overschrijd nooit de aangegeven maximale belading van dit voertuig, in- clusief bestuurder en passagier, alle lasten en bijkomende accessoires.
Pagina 45
WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Het transport van ontvlambare of gevaarlijke materialen kan tot ontploffin- gen leiden. WAT KAN ER GEBEUREN Dit kan ernstige of zelfs dodelijke verwondingen tot gevolg hebben. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Vervoer nooit ontvlambare of gevaarlijke materialen. Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan...
Pagina 46
RIJDEN MET UW VOERTUIG Om ten volle te kunnen genieten van Neem rustig de tijd om alle bedie- een aangename en boeiende rit met ningselementen en de algemene uw voertuig MOET u enkele basisre- besturing van het voertuig te leren gels en tips in acht nemen.
Pagina 47
– Maak de koplampen en het achter- Controle voor gebruik licht schoon. – Controleer of de deksels van het WAARSCHUWING servicecompartiment vooraan en De inspectie van uw voertuig voor het bergvak achteraan goed zijn elke rit is erg belangrijk. Contro- vergrendeld.
Pagina 48
Verhelp eventueel vastgestelde problemen alvorens te vertrekken. Raadpleeg indien nodig een erkend Can-Am dealer. __________ __________ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 49
Kleding De weersomstandigheden zullen bepalen wat u aantrekt. Toch is het belangrijk dat de bestuurder en de passagier altijd geschikte beschermende kleding en uit- rusting dragen, onder meer een goedgekeurde helm, oogbescherming, laarzen, handschoenen, een hemd met lange mouwen en een lange broek. De passagier moet een goedgekeurde helm met harde kinbeschermer dragen.
Pagina 50
(1) passagier. De passagier moet plaatsnemen op de daartoe voorziene passa- giersstoel en zich altijd vasthouden aan de handgrepen. Installeer NOOIT een andere passagiersstoel dan het door BRP aanbevolen model. Laat geen passa- gier(s) plaatsnemen op de bagagerekken. Wanneer u meer dan één (1) passagier vervoert, komen de stabiliteit en bestuurbaarheid van het voertuig in het gedrang.
Pagina 51
Recreatief gebruik Respecteer de rechten en beperkingen van anderen. Begeef u niet in zones die zijn voorbehouden aan andere offroad-activiteiten. Daartoe behoren paden voor sneeuwscooters, ruiters, langlaufsporen, mountainbikeparcours enz. Ga er nooit van uit dat er toch geen andere gebruikers op het pad zijn. Houd altijd uiterst rechts op het pad en zigzag niet heen en weer.
Pagina 52
Vervuil ten slotte geen waterlopen, meren of rivieren, voer geen aanpassingen aan de motor en het uitlaatsysteem uit en verwijder geen onderdelen. Ontwerpbeperkingen Hoewel dit voertuig bijzonder robuust is voor zijn klasse blijft het per definitie een licht voertuig dat enkel mag worden gebruikt voor de zaken waarvoor het is bedoeld.
Pagina 53
Bergop rijden Door zijn configuratie kan dit voertuig uitstekend klimmen, zo goed zelfs dat het eerder zal kantelen dan zijn tractie verliezen. Op het terrein komt het bijvoorbeeld geregeld voor dat de top van een heuvel is geërodeerd tot een steile, scherpe piek.
Pagina 54
Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. Rijtechnieken Wanneer u sneller rijdt dan de omstandigheden toelaten, kunt u verwondingen oplopen. Geef maar net genoeg gas om veilig vooruit te komen. Uit statistieken blijkt dat snel genomen bochten vaak tot ongelukken en verwondingen leiden.
Pagina 55
Hoewel dit voertuig is uitgerust met een goede ophanging, kan het rijden op uiterst ruig terrein u een onaangenaam gevoel geven of zelfs rugletsels veroor- zaken. Vaak moet u in gehurkte houding rijden. Vertraag in dit geval en vang de schokken op met uw gebogen benen.
Pagina 56
Water vermindert het remvermogen van uw voertuig. Laat de remmen altijd dro- gen door ze meermaals te activeren, wanneer het voertuig weer op het droge is. Wanneer u met een passagier rijdt heeft dit een grote invloed op uw remafstand. Matig uw snelheid altijd wanneer u een passagier meeneemt.
Pagina 57
Begint u toch te slippen of schuiven, draai het stuur dan in de richting waarin u slipt tot u het voertuig opnieuw onder controle heeft. U mag nooit bruusk rem- men en de wielen blokkeren. Respecteer en volg de signalisatie langs het pad. Ze is daar geplaatst om u en anderen te helpen.
Pagina 58
Bergop Vergeet niet dat de bestuurder verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn pas- sagier. Laat hem in geval van twijfel afstappen voordat u bergop rijdt. Denk eraan: wanneer u met een passagier rijdt heeft dit een grote invloed op de be- sturing van uw voertuig, de stabiliteit en de remafstand.
Pagina 59
Bergaf Vergeet niet dat de bestuurder verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn pas- sagier. Laat hem in geval van twijfel afstappen voordat u bergaf rijdt. Denk eraan: wanneer u met een passagier rijdt heeft dit een grote invloed op de besturing van uw voertuig, de stabiliteit en de remafstand.
Pagina 60
Dwars op een helling rijden Vergeet niet dat de bestuurder verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn pas- sagier. Laat hem in geval van twijfel afstappen voordat u doorgaat. Denk eraan: wanneer u met een passagier rijdt heeft dit een grote invloed op de besturing van uw voertuig, de stabiliteit en de remafstand.
Pagina 61
Routine-onderhoud Na afloop van uw rit is het raadzaam, aangekoekte sneeuw, ijs, modder en vuil te verwijderen. Zo gaat uw voertuig niet alleen langer mee en behoudt het langer zijn verkoopwaarde, maar u schakelt ook mogelijke risico’s voor uw volgende rit met het voertuig uit.
Pagina 62
ETIKET Dit voertuig is bij zijn levering voorzien van een etiket en labels met belangrijke veiligheidsinformatie. Elke persoon die met dit voertuig rijdt moet deze informatie gelezen en begrepen hebben voor zijn vertrek. Enkel VSA en Canada vmo2006-005-009_en __________ __________ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 63
LABELS OP HET PRODUCT De volgende labels bevinden zich op uw voertuig en moeten als vaste onderde- len van het voertuig worden beschouwd. Ontbrekende of beschadigde labels kunnen gratis worden vervangen. Raadpleeg een erkend Can-Am dealer. OPMERKING: De volgende illustraties in deze Gebruikershandleiding geven en- kel een algemene voorstelling.
Pagina 65
Label 6 Label 8 vmo2006-016-008_en Label 7 Modellen VSA en Canada vmo2006-008-004_aen vmo2006-005-010_en Label 9 VOOR- EN ACHTERSPATBORD Internationale modellen vmo2006-005-010_en ENKEL VOORSPATBORD vmo2007-002-002 BEVINDT ZICH ONDER DE ZITTING, OP DE BOVENSTE STANG VAN HET FRAME ___________ __________ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 66
Enkel internationale modellen Label 10 Label 11 vmo2007-015-021 vmo2006-014-003_a Label 12 vmo2006-005-010_en ENKEL ACHTERSPATBORD Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. __________ __________ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 67
VOERTUIG- INFORMATIE _____________________...
Pagina 68
Elk erkend Can-Am dealer heeft deze nummers nodig om reparaties onder garantie uit te voeren. Er wordt geen garantie geboden door BRP als het motoridentificatienummer (EIN) of het voertuigidentificatienummer (VIN) werd verwijderd of onleesbaar werd ge- maakt.
Pagina 69
Conformiteitslabel Dit label geeft de conformiteit van dit voertuig in vele landen aan. PLAATS VAN DE LABELS Onder zitting, op de Outlander™ bovenste stang van MAX 400 het frame serie VSA EN CANADA ANDERE LANDEN VAN DE WERELD _____________________...
Pagina 70
VOORSCHRIFTEN INZAKE DE BEPERKING VAN GELUIDSEMISSIE Enkel VSA en Canada Het is verboden ontoelaatbare wijzigingen aan het geluidsreductiesysteem aan te brengen! De Amerikaanse federale wetgeving en de Canadese provinciewetten kunnen de volgende handelingen of de aanzet hiertoe verbieden: 1. De verwijdering of uitschakeling door om het even welke persoon om een an- dere reden dan voor onderhoud, reparatie of vervanging van enig onderdeel of ontwerpelement waarmee een nieuw voertuig werd uitgerust ter verlag- ing van het geluidsniveau, vóór de verkoop of levering aan de eindgebruiker...
Pagina 71
EMISSIEVOORSCHRIFTEN Enkel VSA De California Air Resources Board (CARB) eist dat uw voertuig voldoet aan de toe- passelijke emissienormen tijdens zijn gebruiksduur, wanneer hij wordt gebruikt en onderhouden conform de voorziene instructies. Er wordt jaarlijks een ROOD label voor niet-conformiteit (alsook een GROEN la- bel) toegekend tijdens de Californische voertuigkeuring.
Pagina 72
INRIJPERIODE MOTOR Het voertuig moet een inrijperiode van 10 bedrijfsuren doorlopen, alvorens u langdurig volgas mag geven. LET OP: Meng nooit olie door de brandstof. Dit voertuig heeft een 4-taktmotor. Er moet alleen olie aan de motor worden toegevoegd. Tijdens deze periode mag u niet meer dan 3/4 gas geven.
Pagina 73
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING OPMERKING: Sommige bedieningselementen/instrumenten/uitrusting zijn op- ties. vmo2006-008-006_d _____________________...
Pagina 74
vmo2006-008-007_c Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. ______________________...
Pagina 75
OPMERKING: In dit deel worden de 2) Keuzeschakelaar basisfuncties van de diverse bedie- 2WD/4WD ningselementen van uw voertuig toe- Met deze schakelaar kunt u kiezen tus- gelicht. Meer details over het gebruik sen 2WD en 4WD, wanneer het voer- van individuele bedieningselementen tuig stilstaat.
Pagina 76
3) Remhendel Wanneer de remhendel wordt inge- drukt, worden de voor- en achterrem- men geactiveerd. Wanneer hij wordt losgelaten moet de hendel automa- tisch terugkeren naar zijn oorspronke- lijke stand. Het remeffect is afhan- kelijk van de kracht die op de hendel wordt uitgeoefend en van het type en de toestand van het terrein.
Pagina 77
5) Schakelhendel WAARSCHUWING Een hendel met 5 standen: P, R, N, H Zet de parkeerrem helemaal af en L. voordat u met uw voertuig gaat Om te schakelen moet u het voer- rijden. tuig helemaal stoppen en vervolgens Wanneer de remmen tijdens het de hendel in de gewenste stand zet- rijden slepen door een aanhou- ten.
Pagina 78
6) Behuizing WAARSCHUWING multifunctionele Voor u het voertuig in achteruit schakelaar schakelt, moet u nagaan of er Op de behuizing van de multifunctio- geen hindernissen of omstanders nele schakelaar zijn de volgende be- achter het voertuig staan. Blijf zit- dieningselementen ondergebracht: ten.
Pagina 79
OPMERKING: Zet de contactschake- Motorstartknop laar op AAN “zonder licht” om de kop- Om de motor te starten zet u de mo- lamp te doven. torstopschakelaar op RIJDEN. Houd de motorstartknop ingedrukt. Laat hem onmiddellijk los nadat de motor is gestart. vmo2006-005-013_b STANDEN CONTACTSCHAKELAAR 1.
Pagina 80
TYPISCH 1. Ophefknop 2. Motorstopschakelaar CHOKEHENDEL IN UITERSTE CHOKESTAND Chokehendel De overige standen tussen UIT en Deze regelbare hendel vergemakke- MAX. worden gebruikt naar gelang de lijkt het koudstarten. motortemperatuur. De stand UIT dient voor normaal ge- bruik met een warme motor. 7) Snelheidsmeter CHOKEHENDEL IN STAND UIT De maximale chokestand wordt ge-...
Pagina 81
Steek de connectoren in om de een- Keuze eenheid (MPH of km/u) heid te veranderen van mijl in kilome- De snelheidsmeter, odometer en trip- ter. Trek ze uit om terug te keren naar meter staan standaard op mijl inge- de aanduiding in mijl. steld, maar dit kan worden veranderd in een kilometer-aanduiding.
Pagina 82
Snelheidsmeter geeft SCALE aan Tripmeter (TRIP 1/TRIP 2) Voor uw comfort is uw snelheidsme- ter voorzien van twee afzonderlijke triptellers. De tripmeter registreert de afgelegde afstand sinds de laatste reset. De af- gelegde afstand verschijnt in mijl of ki- lometer. Hij kan worden gebruikt om het bereik van de brandstoftank te bepalen of de vmo2006-005-038...
Pagina 83
9) Contactschakelaar LET OP: Als dit lichtje niet onmid- dellijk uitgaat nadat de motor werd Sleutelschakelaar met 3 standen. gestart, schakel de motor dan uit. Controleer het motoroliepeil. Vul bij indien nodig. Als het oliepeil in orde is, raadpleeg dan een er- kend Can-Am dealer.
Pagina 84
11) Brandstofmeter WAARSCHUWING Deze meter duidt aan hoeveel brand- Stop de motor altijd voor u tankt. stof er ongeveer in de tank zit. Draai de dop langzaam open. Als u een drukverschil vaststelt (flui- tend geluid terwijl u de dop los- draait), laat uw voertuig dan na- kijken en/of repararen voordat u er opnieuw mee rijdt.
Pagina 85
RES. (reserve) Wanneer de brandstof op is in de ON-stand, kunt u de brandstofreserve voor noodgevallen aanspreken door de knop op RES te zetten. Deze re- serve bedraagt ongeveer 12% van de inhoud van de brandstoftank. Ge- bruik deze stand alleen als er geen brandstof meer wordt toegevoerd in de ON-stand.
Pagina 86
14) Voetsteun 16) Passagiersstoel/ opbergkoffer Hier kunnen bestuurder en passagier hun voeten stevig neerzetten. WAARSCHUWING Gebruik dit voertuig nooit zonder dat de passagiersstoel of de op- bergkoffer is geïnstalleerd. De passagiersstoel is speciaal ontwor- pen om ÉÉN (1) passagier op een veili- ge en comfortabele manier te vervoe- ren.
Pagina 87
OPMERKING: U zult duidelijk een klik Verwijdering passagiersstoel voelen. Controleer nogmaals of de zit- – Trek aan één van de hendels van de ting stevig vastzit door eraan te trek- passagiersstoel. Deze hendels zit- ken. ten links of rechts achteraan onder de zitting.
Pagina 88
– Installeer de passagiersstoel op- Installeren van de zitting nieuw. Steek de lipjes vooraan in de bevesti- gingshaakjes. Druk de zitting daarna stevig naar beneden tot ze vastklikt. OPMERKING: U zult duidelijk een klik voelen. Controleer nogmaals of de zit- ting stevig vastzit door eraan te trek- ken.
Pagina 89
18) Toegangspaneel Om het paneel te openen ontgrendelt u het en licht het er volledig af. vmo2006-008-013_a 1. Deksel bergvak achteraan 2. Zitting 3. Rekken achteraan 4. Haakje vmo2006-005-026_a WAARSCHUWING 1. Toegangspaneel 2. Voorrek Zet de schakelhendel bij draaiende 3. Haakje motor altijd in de PARKEER-stand Dit paneel biedt een gemakkelijke alvorens het deksel te openen.
Pagina 90
Om de radiatordop te verwijderen 21) Trekhaak drukt u hem in en draait in tegenwij- Deze bevindt zich bij de achteras. Op zerzin. Installeer de dop in omgekeer- deze handige trekhaak kunt u een bal de volgorde. monteren om een aanhangwagen of andere uitrusting te trekken.
Pagina 91
Deze bevindt zich aan de rechterkant van het voertuig. Zelfopwindend ty- pe. Om dit mechanisme te activeren trekt u langzaam aan de handgreep tot u een weerstand voelt. Blijf lang- zaam trekken tot de compressieslag piek (sterke rotatieweerstand) voorbij is en geef dan een stevige ruk. Laat de handgreep dan langzaam los.
Pagina 92
27) Lier XT-modellen vmo2006-005-032_a TYPISCH 1. In 2. Uit vmo2007-003-016_a 29) Kabelgeleider met 1. Lier 2. Kabelgeleider met rollen rollen 3. Lierhaak XT-modellen 28) Bedieningsschakelaar De kabelgeleider voorkomt beschadi- lier ging van het voertuig en geleidt de ka- bel in de lier. XT-modellen Met deze schakelaar kunt u kabel op- of afrollen van de lier.
Pagina 93
31) Aansluiting afstandsbediening lier XT-modellen Aansluiting om de afstandsbediening voor de lier aan te koppelen, indien nodig. vmo2008-001-001_a TYPISCH — TOEGANGSPANEEL VOORAAN 1. Afstandsbediening lier Om met de afstandsbediening van de lier te werken in plaats van met de bedieningsschakelaar aan het stuur, steekt u de afstandsbediening in de betreffende aansluiting in het service- compartiment vooraan.
Pagina 94
33) Vloeistofreservoir rempedaal Dit bevindt zich in het servicecompart- ment, onder het middenpaneel. vmo2007-003-017_d TYPISCH 34) Motor-koelvloeistof- reservoir Dit bevindt zich in het servicecompart- ment, onder het middenpaneel. vmo2007-003-017_c TYPISCH ______________________...
Pagina 95
VLOEISTOFFEN Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. OPMERKING: In dit hoofdstuk ver- Brandstofpeil neemt u alles over de aanbevolen vloeistoffen en de juiste werkwijze WAARSCHUWING om het vloeistofpeil te controleren.
Pagina 96
SAE 5W30 olie wordt aanbevolen voor elk seizoen. Tijdens de heetste dagen van de zo- mer kan er echter ook minerale olie BRP XP-S™ 10W40 (stuknr. 219 700 346) worden gebruikt. OPMERKING: Voor een optimale per- formantie in alle seizoenen bevelen...
Pagina 97
Wanneer het voertuig op een vlak op- pervlak staat moet het vloeistofpeil Vul het koelsysteem met BRP voor- tussen de MIN. en MAX. merktekens gemengd koelmiddel (stuknr. 219 700 van het koelmiddelreservoir staan. 362) of met gedestilleerd water en een...
Pagina 98
OPMERKING: Als u vaak koelvloeistof aan uw koelsysteem moet toevoegen, wijst dit op lekkage of motorproble- men. Raadpleeg een erkend Can-Am dealer. Remvloeistof Aanbevolen vloeistof Gebruik altijd remvloeistof die voldoet aan de specificatie DOT 4. vmo2006-016-004_a LET OP: Om ernstige schade aan TYPISCH het remsysteem te voorkomen, mag u geen andere vloeistoffen dan...
Pagina 99
BEDIENINGSINSTRUCTIES – Geef meermaals gas om te control- Algemeen eren of de gashendel vlot werkt. De schakelhendel moet in de PAR- Deze moet terugkeren naar de KEER-stand of in VRIJLOOP staan op- stationaire stand wanneer u hem dat de motor zou starten. loslaat.
Pagina 100
– Controleer de werking van de con- tactschakelaar, motorstartknop, motorstopschakelaar, koplampen, achterlicht en verklikkerlichtjes. – Controleer de toestand van pas- sagiersstoel en rugsteun. – Controleer de toestand van de handgrepen. – Informeer de passagier over de ba- sisregels voor een veilige rit. –...
Pagina 101
Herhaal deze procedure helemaal in- dien nodig. Schakelen Laat de motor stationair warmdraaien. Druk op de remmen en schakel naar de gewenste versnelling H of L. OPMERKING: De rem moet worden ingedrukt wanneer de schakelhendel in de parkeerstand staat. Los de remmen. TYPISCH 1.
Pagina 102
De motor uitzetten WAARSCHUWING Parkeer niet op een helling. Laat de gashendel los en stop het voertuig volledig. Zet de parkeerrem aan. Zet de schakelhendel in de PARKEER- stand. Zet de motorstopschakelaar UIT. Schakel de contactschakelaar UIT. Trek de sleutel uit het contactslot. Onderhoud na gebruik Als u uw voertuig in een zoutwater- omgeving heeft gebruikt (strand, lan-...
Pagina 103
SPECIALE PROCEDURES Voertuig op zijn kop Wanneer het voertuig op zijn kop be- landt of op zijn zijkant blijft liggen, moet u het terug in de juiste stand (op de vier wielen) zetten en 3 tot 5 minuten wachten alvorens de motor te starten.
Pagina 104
LASTEN EN TRANSPORT Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. Lasten MAXIMUMBELADING Inclusief WAARSCHUWING Maximale bestuurder, alle 235 kg totale andere lasten (517 lb) De besturing en stabiliteit van het...
Pagina 105
Schakel naar de PARKEER-stand en zet de parkeerrem aan. Maak het voertuig vast aan de voor- en de achterbumper. LET OP: Door het aan andere onder- delen te bevestigen kan het voer- tuig schade oplopen. Laad de rekken volledig af voordat u het voertuig transporteert.
Pagina 106
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR DRAAIT NIET 1. Contactschakelaar staat op UIT. – Zet de schakelaar op AAN. 2. Transmissie staat niet in PARKEERSTAND of VRIJLOOP. – Schakel naar de PARKEERSTAND of VRIJLOOP of druk de remhendel in. 3. Zekering doorgebrand. –...
Pagina 107
MOTOR WENTELT MAAR START NIET 4. Geen brandstof in de motor (bougie droog bij verwijdering). – Controleer het brandstofpeil; schakel de brandstofklep op ON (probeer ook op RES). Mogelijk is de brandstofpomp of de carburator defect. – Doe een beroep op een erkend Can-Am dealer. 5.
Pagina 108
MOTOR MIST ACCELERATIE OF VERMOGEN 1. Bougie vuil of beschadigd. – Zie punt MOTOR WENTELT MAAR START NIET. 2. Motor krijgt onvoldoende brandstof. – Zie punt MOTOR WENTELT MAAR START NIET. 3. Carburatorafregeling. – Doe een beroep op een erkend Can-Am dealer. 4.
Pagina 109
MOTORTERUGSLAG 1. Uitlaatsysteem lekt. – Doe een beroep op een erkend Can-Am dealer. 2. Motor loopt te heet. – Zie MOTOR MIST ACCELERATIE OF VERMOGEN. 3. Ontstekingstiming is verkeerd of het ontstekingssysteem is defect. – Doe een beroep op een erkend Can-Am dealer. 4.
Pagina 110
HET TOERENTAL STIJGT MAAR HET VOERTUIG BEWEEGT NIET 1. De transmissie staat in PARKEERSTAND of VRIJLOOP. – Schakel naar stand Reverse (achteruit), HI of LO. 2. CVT vuil of versleten. – Doe een beroep op een erkend Can-Am dealer. 3. Water in de CVT-behuizing. –...
Pagina 111
Dubbel bereik (HOOG-LAAG) met Type parkeerstand, vrijloop en achteruit KOELSYSTEEM Ethylglycol-watermengsel (50% koelvloeistof, 50% water). Gebruik voorgemengde koelvloeistof Type verkocht door BRP (stuknr. 219 700 362) of Koelvloeistof koelvloeistof die specifiek is ontwikkeld voor aluminium motoren Inhoud 2,5 l (2,65 quarts) _____________________...
Pagina 112
MODEL OUTLANDER™ 400 ELEKTRISCH SYSTEEM Uitgangsvermogen magneetgenerator 400 W @ 6.000 tpm Type ontstekingssysteem CDI (Capacity Discharge ignition) Ontstekingstijdstip Niet instelbaar Aantal Bougie Merk en type NGK DCPR8E Spleet 0,6 tot 0,7 mm (0,024 tot 0,027 in) 8000 Vooruit Instelling motortoerentalbegrenzer Achteruit 4000 ±...
Pagina 113
3.6:1 Vooraan 500 ml (17 U.S. oz) Inhoud Achteraan 250 ml (8,5 U.S. oz) Differentieelolie BRP differentieelolie Aanbevolen (stuknr. 293 600 043) of synthetische olie 75W90 (API GL5) Smeermiddel homokinetische koppelingen Smeermiddel homokinetische koppelingen (stuknr. 293 550 019) Synthetisch vet voor ophangingen Smeermiddel cardanas (stuknr.
Pagina 114
MODEL OUTLANDER™ 400 OPHANGING (vervolg) ACHTERAAN Type ophanging TTI™ onafhankelijk Veerweg mm (in) 203 (8) AANT Schokdemper Type Olie Regeling voorbelasting achteraan 5 standen REMMEN AANT Voorrem Type Hydraulisch, schijven AANT Achterrem Type Hydraulisch, schijf Inhoud 125 ml (4,3 U.S. oz) Remvloeistof Type DOT 4...
Pagina 115
United States Department of Agriculture Watt In het kader van zijn beleid van voortdurende kwaliteitsverbetering en innovatie behoudt BRP zich het recht voor, op eender welk moment wijzigingen aan het ontwerp en de specificaties, aanvullingen of verbeteringen aan zijn producten aan te brengen, zonder dat dit enige verplichting inhoudt om deze ook te installeren op eerder gefabriceerde producten.
Pagina 117
ONDERHOUDS- INFORMATIE _____________________...
Pagina 118
ONDERHOUDSSCHEMA Het onderhoud is erg belangrijk. Bent u niet vertrouwd met de veilige werkwijze en afregelingsprocedures, doe dan een beroep op uw erkend Can-Am dealer. PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 U OF 30 DAGEN OF 300 km(185 mi) (Uit te voeren door een erkend Can-Am dealer. Het eerste onderhoud is erg belangrijk en mag niet worden verwaarloosd.) A: AFREGELEN 25 U OF 750 km (470 mi)
Pagina 119
PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 U OF 30 DAGEN OF 300 km(185 mi) (Uit te voeren door een erkend Can-Am dealer. Het eerste onderhoud is erg belangrijk en mag niet worden verwaarloosd.) A: AFREGELEN 25 U OF 750 km (470 mi) C: REINIGEN I: INSPECTEREN 50 U OF 1.500 km (930 mi)
Pagina 120
PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 U OF 30 DAGEN OF 300 km(185 mi) (Uit te voeren door een erkend Can-Am dealer. Het eerste onderhoud is erg belangrijk en mag niet worden verwaarloosd.) A: AFREGELEN 25 U OF 750 km (470 mi) C: REINIGEN I: INSPECTEREN 50 U OF 1.500 km (930 mi)
Pagina 121
PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 U OF 30 DAGEN OF 300 km(185 mi) (Uit te voeren door een erkend Can-Am dealer. Het eerste onderhoud is erg belangrijk en mag niet worden verwaarloosd.) A: AFREGELEN 25 U OF 750 km (470 mi) C: REINIGEN I: INSPECTEREN 50 U OF 1.500 km (930 mi)
Pagina 122
ALGEMEEN Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen. WAARSCHUWING Tenzij anders aangegeven mag de motor niet draaien tijdens alle on- derhoudswerken.
Pagina 123
MOTOR/TRANSMISSIE Luchtfilter Verwijdering LET OP: Verwijder of wijzig geen enkel onderdeel van het luchtfilter- huis. Anders kan de motor minder performant worden of schade op- lopen. De motor is speciaal gekali- breerd om met deze onderdelen te werken. Verwijder de zitting. Maak de klemmen los en verwijder het deksel van het luchtfilterhuis.
Pagina 124
Wanneer u vloeistof/verontreinigingen Luchtfilterhuis aftappen aantreft moet u de luchtfilter inspecte- Controleer regelmatig of er vloeistof- ren/drogen/vervangen naar gelang van fen, water of verontreinigingen in de zijn toestand. afvoerleiding van het luchtfilterhuis zit- ten. Verwijder de luchtfilter volgens de aan- wijzingen hieronder.
Pagina 125
Wacht lang genoeg zodat alle olie uit Stop de motor. Wacht even tot de olie de oliefilter kan lekken. is doorgestroomd naar het carter en controleer het oliepeil. Vul bij indien Verwijder de rechtermotorkap. nodig. Schroef het oliefilterdeksel los. Verwijder de oude olie volgens de plaatselijke milieuvoorschriften.
Pagina 126
LET OP: Let op dat u de radiatorvin- nen niet beschadigt bij de reiniging. Gebruik geen werktuigen/voorwer- pen die de vinnen kunnen bescha- digen. De vinnen zijn doelbewust erg dunne onderdelen, om een ef- ficiënte koeling mogelijk te maken. GEBRUIK VOOR HET SCHOON- SPUITEN ALLEEN LAGE DRUK;...
Pagina 127
1. Slangklem Vul de radiator tot de koelvloeistof via het gat in de thermostaatbehuizing naar buiten stroomt. Installeer de ontluchtingsschroef en verwijder de slangklem. Vul de radiator verder. Controleer het peil in het koelvloei- stofreservoir en vul bij indien nodig. Laat de motor stationair draaien met verwijderde radiatordop.
Pagina 128
Stop de motor en laat de knalpot af- Vonkafleider koelen. De knalpot moet regelmatig worden ontdaan van opgehoopte koolstof. Installeer de reinigingsplug terug. WAARSCHUWING Laat de motor nooit draaien in een afgesloten ruimte. Voer dit werk nooit uit wanneer de motor net heeft gedraaid, omdat het uitlaat- systeem dan erg heet is.
Pagina 129
CARBURATEUR Laat het brandstofsysteem jaarlijks nakijken en reinigen door een erkend Can-Am dealer. _____________________...
Pagina 130
TRANSMISSIE Aandrijfriem Laat de breedte en de toestand van de aandrijfriem controleren door een erkend Can-Am dealer. Aftapplug CVT-deksel Wanneer u vermoedt dat er water is binnengedrongen in het CVT-deksel, moet u de aftapplug openen en de CVT-behuizing laten leeglopen. LINKS 1.
Pagina 131
BRANDSTOFSYSTEEM Smering gaskabel De gaskabel moet worden gesmeerd met kabelsmeerolie (stuknr. 293 600 041) of een gelijkwaardig product. WAARSCHUWING Gebruik altijd een smeermiddel op siliconenbasis. Als u een an- der smeermiddel gebruikt (bijv. een smeermiddel op waterbasis) kan de gashendel/kabel kleverig of stroef worden.
Pagina 132
OPMERKING: Leg een lap rond de gaskabel en de kabelafstelschroef om Verwijder het zijdeksel van de carbura- oliespatten te voorkomen. tor. Voeg smeerolie toe tot er olie uitloopt aan het uiteinde van de gaskabel aan carburateurzijde. Installeer en regel de kabel opnieuw. Afregeling gashendel Schuif de rubberen beschermer ach- teruit zodat de gaskabel-afstelschroef...
Pagina 133
1. Gashendel A. 3 tot 6 mm (1/8 tot 7/32 in) Start de motor met de schakelhendel in de PARKEER-stand. Controleer of de gaskabel correct is afgesteld, door het stuur helemaal naar rechts en dan helemaal naar links te bewegen. Als het motortoerental toeneemt moet de speling van de gashendel worden aan- gepast.
Pagina 134
ELEKTRISCH Accu WAARSCHUWING Draai de contactsleutel altijd in de WAARSCHUWING stand OFF, alvorens onderhouds- Laad nooit een accu terwijl die in of reparatiewerken aan het elek- het voertuig is geïnstalleerd. trisch systeem uit te voeren, tenzij anders aangegeven. Deze voertuigen zijn uitgerust met een VRLA-accu (Valve Regulated Lead Bougie Acid).
Pagina 135
Reiniging Reinig de accu, de behuizing en polen met een oplossing van natriumcarbo- naat en water. Verwijder roest van de accuklem- men en -polen met een harde stalen borstel. De accubehuizing moet wor- den schoongemaakt met een zachte borstel en een natriumcarbonaat-op- lossing.
Pagina 136
vmo2006-005-043_a 1. Schroeven 2. Houder Verwijder de rubberbescherming over TYPISCH de koplampbehuizing. 1. Zekering 2. Nakijken op gesmolten delen Lampen vervangen WAARSCHUWING Schakel de contactschakelaar altijd UIT voordat u een defecte lamp vervangt. Controleer na elke vervanging of het licht werkt. vmo2006-005-040_a 1.
Pagina 137
vmo2006-005-041_a DUW OP HET VERGRENDELINGSLIPJE OM DE CONNECTOR TE ONTGRENDELEN OPMERKING: Op de volgende illus- traties werd de frontfascia van het voertuig verwijderd om een duidelij- TYPISCH ker beeld te geven. Installeer de verwijderde onderdelen Druk het borghaakje opzij om de groot- opnieuw correct in de omgekeerde licht-lamp te ontgrendelen.
Pagina 138
Achterlicht Om het lampje te vervangen trekt u het achterlicht uit de rubber pakkings- ringen. vmo2008-001-005_a Trek en draai aan de lampfitting om het lampje te bereiken. vmo2008-001-006 Druk de lamp in en houd ze vast terwijl u ze in tegenwijzerzin losdraait. Om de nieuwe lamp te installeren drukt u ze eerst in en draait ze in wij- zerzin.
Pagina 139
AANDRIJFTREIN Manchet/beschermer aandrijfas Inspectie Inspecteer de beschermers en man- chetten van de aandrijfas visueel. Controleer de beschermers op be- schadigingen of schuren tegen de assen. Controleer de manchetten op barsten, scheuren, vetlekkage enz. Repareer of vervang eventueel be- schadigde onderdelen. ACHTERKANT VOERTUIG 1.
Pagina 140
Bandenspanning WAARSCHUWING De bandenspanning heeft een grote invloed op de besturing en stabiliteit van het voertuig. Door een te lage spanning kan de band leeglopen en loskomen van het wiel. Door een overdreven span- ning kan de band klappen. Houd u altijd aan de aanbevolen ban- denspanning.
Pagina 141
Roteer de banden niet. De banden LET OP: Gebruik altijd de aanbe- vooraan en achteraan hebben een an- volen wielmoeren (stuknr. 250 100 dere maat. De banden zijn directio- 096). Het gebruik van andere moe- neel en moeten in de juiste draairich- ren kan schade aan de velgen ver- ting gemonteerd blijven om goed te oorzaken.
Pagina 142
OPHANGING Smering Afregeling Smeer de voorste A-armen. Gebruik Achterschokdempers synthetisch vet voor ophangingen (stuknr. 293 550 033) of gelijkwaardig. WAARSCHUWING Er zitten twee smeerfittingen aan elke A-arm. De linker- en rechterregelnokken moeten altijd in dezelfde stand Inspectie worden ingesteld. Regel nooit één enkele regelnok bij.
Pagina 143
Inspectie Het remsysteem is hydraulisch en hoeft niet te worden afgeregeld. Voer de volgende controles uit om de remmen in goede conditie te houden: – remvloeistofpeil – remsysteem op vloeistoflekkage – reinheid remmen – rem op sponsachtig aanvoelen – remschijven op overmatige slijtage en toestand van het schijfoppervlak –...
Pagina 144
CARROSSERIE/CHASSIS Toestand van trekhaak Zittingbevestigingen en bal Verwijder de zitting(en) en/of de op- bergkoffer en controleer de vergren- Controleer of de bevestigingselemen- delingsmechanismen en de pinnen op ten goed vastzitten en of de bal vastzit slijtage. Laat beschadigde onderdelen en in goede staat verkeert. Span los- vervangen door een erkend Can-Am gekomen elementen goed aan en ver- dealer.
Pagina 145
BEWARING EN VOORBEREIDING OP HET RIJSEIZOEN WAARSCHUWING Laat een erkend Can-Am dealer na- kijken of het brandstofsysteem in- tact is volgens het ONDERHOUDS- SCHEMA. Als u het voertuig langer dan een maand niet gebruikt, is een correcte bewaring noodzakelijk. Uw erkend Can-Am dealer kan u hier meer over vertellen.
Pagina 148
Uw Can-Am ATV 2008 kan oorspronkelijk uitgerust zijn met Carlisle -banden. De- † ze banden vallen onder de afzonderlijke garantie van de bandenfabrikant. Neem contact op met de fabrikant of informeer bij uw BRP dealer naar de garantiebe- palingen en bijstand. Carlisle Tire & Wheel Company 23, Windham Boulevard...
Pagina 149
Gebeurt dit toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP. BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wij- zigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de garantie- voorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheids- duur van deze garantie werden verkocht.
Pagina 150
• De Can-Am ATV bouwjaar 2008 moet in nieuwe en ongebruikte staat zijn aangekocht door de eerste eigenaar bij een BRP dealer die de toelating heeft om Can-Am ATV’s te verkopen in het land waar de aankoop plaatsvond (“BRP dealer”);...
Pagina 151
BRP. 7) WAT BRP ZAL DOEN De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich tot de re- paratie van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud en service defect zijn...
Pagina 152
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garantie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende dealer.
Pagina 153
• Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige reparaties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onderdelen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkend Can-Am-distribu- teur/dealer met service-autorisatie is;...
Pagina 154
Gebeurt dit toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP. BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wij- zigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de garantie- voorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheids- duur van deze garantie werden verkocht.
Pagina 155
BRP. 7) WAT BRP ZAL DOEN De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich tot de re- paratie van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud en service defect zijn gebleken of, naar eigen inzicht, de vervanging van deze onderdelen door nieuwe originele Can-Am ATV-onderdelen zonder aanrekening van onderdelen en werk- uren, uitgevoerd door een erkend Can-Am distributeur/dealer naar keuze.
Pagina 156
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garantie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende dealer.
Pagina 157
Alle originele Can-Am ATV-onderdelen en -accessoires, die worden geïnstalleerd door een erkend BRP-distributeur/dealer op het ogenblik van de levering van de Can-Am ATV bouwjaar 2008, genieten dezelfde garantie. Bij gebruik van dit product voor races of enige andere competitie-activiteit, zelfs door de vorige eigenaar, vervalt deze garantie.
Pagina 158
Gebeurt dit toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP. BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wij- zigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de garantie- voorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheids- duur van deze garantie werden verkocht.
Pagina 159
7) WAT BRP ZAL DOEN De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich tot de re- paratie van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud en service defect zijn...
Pagina 160
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garantie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende distributeur/dealer.
Pagina 161
BOMBARDIER RECREATIONAL PRODUCTS INC. Warranty Department 75, J.-A. Bombardier Street Sherbrooke, Québec J1L 1W3 Faxnummer: 819 566-3590 In de Verenigde Staten BRP US INC. Warranty Department 7575 Bombardier Court Wausau WI 54401 Tel.: 715 848-4957 Andere landen van de wereld...
Pagina 162
ADRESWIJZIGING/VERANDERING VAN EIGENAAR Als u bent verhuisd of als u de nieuwe Wanneer u BRP op de hoogte brengt, eigenaar bent van de ATV, laat dit dan zelfs nadat de beperkte garantie is af- zeker weten aan BRP door: gelopen, kan BRP u bereiken indien dit nodig zou zijn, bijvoorbeeld als er –...
Pagina 165
ADRESWIJZIGING/VERANDERING VAN EIGENAAR Als u bent verhuisd of als u de nieuwe Wanneer u BRP op de hoogte brengt, eigenaar bent van de ATV, laat dit dan zelfs nadat de beperkte garantie is af- zeker weten aan BRP door: gelopen, kan BRP u bereiken indien dit nodig zou zijn, bijvoorbeeld als er –...
Pagina 169
Informeer bij de dealer waar u uw voertuig kocht of uw voertuig werd gere- gistreerd bij BRP. Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.