-
Volg altijd de juiste procedures om bergop te rijden, die u verder in
deze Gebruikershandleiding vindt. Controleer het terrein aandachtig
voordat u een helling begint op te rijden. Rijd nooit een helling op met
een te gladde of losse ondergrond. Verplaats uw gewicht naar voren.
Open de gasklep niet plots en schakel niet bruusk. Rijd nooit met hoge
snelheid over de top van een heuvel.
-
Volg altijd de juiste procedures om bergaf te rijden en te remmen op
een helling, die u verder in deze Gebruikershandleiding vindt. Controleer
het terrein aandachtig voordat u een helling begint af te rijden. Verplaats
uw gewicht naar achter.
-
Volg altijd de juiste procedures om dwars over een heuvel te rijden,
die u verder in deze Gebruikershandleiding vindt. Vermijd hellingen
met een te gladde of losse ondergrond. Verplaats uw gewicht naar de
bergopzijde van het voertuig.
-
Pas altijd de juiste procedures toe wanneer u stilvalt of achteruitrolt
bij het bergop rijden. Schakel in een geschikte versnelling (juiste toe-
rental) en houd een constante snelheid aan tijdens het bergop rijden
om te voorkomen dat u stilvalt. Valt u stil of rolt u achteruit, volg dan
de speciale remprocedure die u verder in deze Gebruikershandleiding
vindt. Stap af aan de hoger gelegen zijde of aan een zijde, als het
voertuig recht bergopwaarts staat. Keer het voertuig om en stap weer
op volgens de procedure die u verder in deze Gebruikershandleiding
vindt.
-
Controleer altijd of er geen hindernissen zijn, voordat u op een onbe-
kend terrein gaat rijden. Probeer nooit over grote hindernissen, zoals
grote rotsblokken of omgevallen bomen, te rijden. Volg om over hin-
dernissen te rijden altijd de juiste procedures die u verder in deze Ge-
bruikershandleiding vindt.
-
Wees altijd voorzichtig bij het slippen of schuiven. Oefen met lage
snelheid op een vlak, effen terrein totdat u het slippende of schuivende
voertuig veilig onder controle kunt houden. Rijd traag en uiterst voor-
zichtig op een zeer gladde ondergrond, bijvoorbeeld op ijs, om te
voorkomen dat het voertuig oncontroleerbaar gaat slippen.
-
Rijd nooit met dit voertuig door snel stromend water of door water dat
dieper is dan de specificaties in deze Gebruikershandleiding. Vergeet
niet dat natte remmen een sterk verminderd remvermogen hebben.
Test uw remmen, wanneer u water, modder of sneeuw verlaat. Rem
eventueel enkele malen zodat de remblokken door de wrijving drogen.
-
Vergeet nooit dat de remafstand rechtstreeks wordt beïnvloed door
onder meer het weer, de staat van het terrein en de banden, het
remsysteem, uw snelheid en rijgedrag, en de lading, inclusief de ge-
sleepte last. Pas uw rijgedrag daaraan aan.
-
Controleer altijd of er geen hindernissen of mensen achter het voertuig
staan, wanneer u achteruit rijdt. Rijd altijd traag achteruit.
-
BRP raadt u aan op uw ATV te zitten bij het achteruitrijden. Sta zo
weinig mogelijk rechtop. Als uw gewicht naar voren schuift tegen de
gashendel kunt u onverhoeds versnellen en de controle verliezen.
-
Gebruik altijd banden van het type en de maat die verder in deze Ge-
bruikershandleiding zijn aangegeven. Houd steeds de juiste banden-
spanning aan.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
BIJZONDERE VEILIGHEIDSBERICHTEN
13