Programma's beheren
11.2 Programma's openen en sluiten
Bij programma's die u opent via de plaatselijke drive, USB-FlashDrive of netwerkverbindingen
is navigeren pas mogelijk nadat het programma volledig is geopend. Bij het openen van het
programma wordt de voortgang weergegeven.
Opmerking
Kanaalomschakeling in de editor
Bij het openen van het programma wordt de editor voor het actueel geselecteerde kanaal
geopend. Bij een simulatie van het programma wordt dit kanaal gebruikt.
Als u een kanaalomschakeling in de editor uitvoert, dan heeft dit geen effect op de editor. Pas
wanneer u de editor sluit, schakelt u over op het andere kanaal.
Procedure
244
1.
Selecteer het bedieningsbereik "Programma-manager".
2.
Selecteer de gewenste opslagplaats en plaats de cursor op het program‐
ma dat u wilt bewerken.
3.
Druk op de softkey "Openen".
- OF -
Druk op de toets <INPUT>.
- OF -
Druk op de toets <Cursor rechts>.
- OF -
Dubbelklik op het programma.
Het geselecteerde programma wordt in het bedieningsbereik "Editor" ge‐
opend.
4.
Voer de gewenste programmacorrecties uit.
5.
Druk op de softkey "NC selectie" om over te schakelen naar het bedie‐
ningsbereik "Machine" en de uitvoering te starten.
Wanneer het programma loopt, is de softkey niet actief.
Bedieningshandboek, 01/2015, 6FC5398-6AP40-5JA2
Universal