Spanning aandrijfketting
De spanning van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecontro-
leerd en indien nodig worden bijgesteld.
Aandrijfketting controleren op spanning
1. Zet de motorfiets op de zijstandaard.
OPMERKING
Bij het controleren en instellen van de span-
ning van de aandrijfketting mag er geen ge-
wicht op de motorfiets rusten.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.
3. Draai het achterwiel door de motorfiets
te duwen en vind zo het strakste ge-
deelte in de aandrijfketting; meet nu de
spanning van de ketting zoals afge-
beeld.
Spanning aandrijfketting:
30.0–40.0 mm (1.18–1.57 in)
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAU22760
DAU22773
1. Spanning aandrijfketting
4. Stel de spanning van de ketting als
volgt bij als deze niet correct is.
Om de spanning van de aandrijfketting
af te stellen
1. Draai de wielasmoer los en draai dan
de borgmoeren los aan beide zijden
van de achterbrug.
1. Wielasmoer
2. Stelbout spanning aandrijfketting
3. Borgmoer
4. Uitlijnmerktekens
2. Draai om de aandrijfketting strakker te
DAU34315
6-24
stellen de stelbout aan beide uiteinden
van de achterbrug in de richting (a).
Stel de ketting losser door de stelbout
aan beide uiteinden van de achterbrug
in de richting (b) te draaien en dan het
achterwiel naar voren te drukken. LET
OP: Een onjuiste kettingspanning
leidt tot overbelasting van de motor
en andere essentiëIe onderdelen
van de machine en kan resulteren in
overslaan of breken van de ketting.
Houd om dit te voorkomen de ket-
tingspanning binnen de gespecifi-
ceerde waarden.
[DCA10571]
6