GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk een
ongeval of letsel tot gevolg.
5
DAU15951
OPMERKING
Dit model is uitgerust met een hellingshoek-
sensor, waarbij de motor afslaat bij kante-
ling. Om de motor na een kanteling weer te
starten zet u het contactslot eerst op "OFF"
en daarna op "ON". Als u dat niet doet zal
DWA10271
de motor niet starten, ondanks dat de motor
wordt aangezwengeld als u op de startknop
drukt.
DAU45310
Starten van de motor
Door het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
G
G
1. Draai de contactsleutel naar "ON" en
5-1
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-11 voor meer informatie.
controleer of de noodstopschakelaar
op "
" is gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en het controlelampje moeten enkele
seconden oplichten en dan uitgaan.
G
Vrijstandcontrolelampje
G
Controlelampje
richtingaanwij-
zers
G
Controlelampje grootlicht
G
Waarschuwingslampje koelvloei-
stoftemperatuur
G
Waarschuwingslampje motorsto-
ring
DAUM2322