Gietwielen
Let ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
G
Controleer de velgen voor iedere rit op
scheurtjes, verbuiging of kromtrekken.
Laat ingeval van schade het wiel door
een Yamaha dealer vervangen. Pro-
beer het wiel nooit zelf te repareren,
hoe klein de reparatie ook is. Vervang
een wiel dat vervormd is of haar-
scheurtjes vertoont.
G
Na het vervangen van een wiel of band
moet het wiel worden uitgebalanceerd.
Een niet uitgebalanceerd wiel zal mo-
gelijk slecht functioneren, of kan een
slechte wegligging en een verkorte le-
vensduur van de banden tot gevolg
hebben.
G
Rijd niet te snel direct na het verwisse-
len van een band. Het bandoppervlak
dient eerst te zijn ingereden voordat
het zijn optimale eigenschappen ver-
krijgt.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAU21960
Vrije slag van koppelingshendel
afstellen
1. Stelbout voor vrije slag koppelingshendel
2. Vrije slag van koppelingshendel
De vrije slag van de koppelingshendel dient
10.0–15.0 mm (0.39–0.59 in) te bedragen,
zoals weergegeven. Controleer de vrije slag
van de koppelingshendel regelmatig en stel
indien nodig als volgt af.
1. Schuif de rubber afdekking terug naar
de koppelingshendel.
2. Draai de borgmoer los.
3. Draai de stelbout richting (a) voor
meer vrije slag van de koppelingshen-
del. Draai de stelbout richting (b) voor
minder vrije slag van de koppe-
lingshendel.
DAU22043
OPMERKING
Als de voorgeschreven vrije slag van de
koppelingshendel wordt gehaald, zoals
hierboven beschreven, kunt u de stappen
4–7 overslaan.
4. Draai de stelbout bij de koppe-
5. Draai de borgmoer bij het carter los.
1. Borgmoer
2. Stelmoer voor vrije slag remhendel (carter)
6. Draai de stelmoer richting (a) voor
7. Draai de borgmoer bij het carter vast.
6-20
lingshendel richting (a) om de koppe-
lingskabel losser te stellen.
meer vrije slag van de koppelingshen-
del. Draai de stelmoer richting (b) voor
minder vrije slag van de koppe-
lingshendel.
6